Verzoek van het lid Ellemeet (GL) inzake constructie open house financiering
Brief lid / fractie
Nummer: 2018D52896, datum: 2018-11-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E. Ellemeet, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z20208:
- Gericht aan: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: C.E. Ellemeet, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-11-07 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
2018Z20208
Rondvraagpunt Ellemeet (GL)
Van: Verheul, J.S. (Julia)
Verzonden: dinsdag 6 november 2018 16:35
Aan: Commissie VWS
CC: Ellemeet, C.
Onderwerp: Rondvraag procedurevergadering "open house"
constructie
Beste griffie,
Zou ik namens Corinne Ellemeet onderstaand rondvraagpunt nog kunnen toevoegen aan de procedurevergadering van morgen?
In zijn brief van 10 oktober jl. (kenmerk 2018Z16687) refereert de staatssecretaris aan een constructie van “open house financiering” voor keuzehulp. Hij merkt hierover het volgende op: “Dit betekent dat ik pas nadat de open house gereed is, weet hoeveel partijen zich zullen inschrijven voor de open house en welke financieringsconsequenties dit met zich mee brengt. De criteria die hiervoor gehanteerd worden, ben ik op dit moment nog aan het ontwikkelen. Dit doe ik in samenspraak met veldpartijen. Ik zal u zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen wanneer de criteria zijn vastgesteld.”
Wij zouden graag voor 1 december, naast de reeds toegezegde brief over criteria, een brief ontvangen over de “open house” constructie waarin de staatssecretaris antwoord geeft op de volgende vragen:
Klopt het dat bij een systeem van open house alle aanbieders die voldoen aan de geschiktheidseisen dienen te worden toegelaten en contracten niet na een vergelijkende beoordeling exclusief met een of meer van die (zorg)aanbieders kan worden afgesloten?
Klopt het dat aanbieders die voldoen aan door de overheid gestelde minimumeisen zonder onderscheid het recht hebben een bepaalde taak uit te voeren in volledige onderlinge concurrentie en dat er maar zeer beperkt voorwaarden kunnen worden gesteld omdat er geen aanbieders mogen worden uitgesloten?
Hoe wil de staatssecretaris toezicht houden op de gestelde kwaliteitseisen als de financiering wordt uitgekeerd op basis van de keuze van de cliënt voor een bepaalde aanbieder van keuzehulp?
Met vriendelijke groet,
Julia Verheul
Beleidsmedewerker VWS
GROENLINKS Tweede Kamerfractie