Europe Islamic University of Applied Sciences (EIUAS)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2018D55551, datum: 2018-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VIII-112).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VIII-112 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z21643:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-11-22 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-13 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2018
Ik wil u informeren over de onderzoeken van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (hierna: NVAO) en de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) naar de Europe Islamic University of Applied Sciences (hierna: EIUAS, voorheen bekend als IUE). Op 21 december 2017 heeft u mijn reactie ontvangen in een schriftelijk overleg naar aanleiding van een eerder inspectierapport over deze instelling.1 Inmiddels zijn de onderzoeken van NVAO en inspectie waarnaar in deze antwoorden wordt verwezen afgerond. Op 7 november 2018 heeft de inspectie aan mij haar rapport aangeboden van bevindingen inzake een incidenteel onderzoek naar deze instelling. Op 19 november 2018 heeft de NVAO mij geadviseerd over de accreditatiewaardigheid van de hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging van de EIUAS. U treft het rapport van de inspectie als bijlage bij deze brief aan2.
De EIUAS biedt één geaccrediteerde masteropleiding aan die wordt gevolgd door enkele tientallen studenten en maakt als niet-bekostigde instelling (rechtspersoon voor hoger onderwijs, hierna: rpho) onderdeel uit van het stelsel van erkend hoger onderwijs. Om hiervan onderdeel te kunnen zijn moet op basis van de artikelen 6.9 en 6.10 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) de continuïteit van een rpho zijn gewaarborgd. De inspectie concludeert dat dit niet het geval is bij de EIUAS. Daarom ben ik voornemens aan de door EIUAS verzorgde geaccrediteerde hbo-masteropleiding het recht tot graadverlening te ontnemen. Ik heb de instelling op 20 november 2018 geïnformeerd over mijn voornemen.
Mijn ambtsvoorganger heeft de inspectie in 2016 verzocht een onderzoek naar de bestuurlijke en financiële continuïteit van de EIUAS te starten. Het destijds uitgevoerde inspectieonderzoek bevestigde de initiële zorgen en gaven aanleiding tot het onder verscherpt toezicht stellen van de EIUAS. Signalen over de kwaliteit van het onderwijs gaven bovendien aanleiding tot een verzoek van mijn ambtsvoorganger aan de NVAO om de accreditatiewaardigheid van de geaccrediteerde masteropleiding te onderzoeken.3
De inspectie concludeert op basis van haar onderzoek in het kader van het verscherpt toezicht dat er geen waarborgen zijn voor bestuurlijke en financiële continuïteit van de EIUAS. Zo constateerde de inspectie bijvoorbeeld dat onduidelijk is wie onderdeel uitmaken van het stichtingsbestuur van de EIUAS waardoor dit als bestuursorgaan van de instelling niet effectief kan opereren en dat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende bestuursorganen binnen de instelling niet helder zijn. Ook kan de EIUAS voor meerdere jaren geen inzicht geven in haar financiële positie en is de begroting niet realistisch. De NVAO kan mij niet op concludente wijze adviseren over de accreditatiewaardigheid van de masteropleiding. Het panel heeft weliswaar positief geadviseerd, maar na afloop van het onderzoek ontving de NVAO ernstige signalen die volgens de NVAO tot zorg stemmen en vragen oproepen over de bestendigheid van de accreditatiewaardigheid.
Ik geef de EIUAS eerst een, wettelijk verplichte, waarschuwing voor de duur van drie maanden. Binnen deze periode dient de EIUAS er voor te zorgen dat de continuïteit weer is gewaarborgd. Na afloop van deze periode zal de inspectie op basis van nader onderzoek mij hierover rapporteren. Als de instelling de continuïteit dan nog steeds niet heeft gewaarborgd, zal ik besluiten tot ontneming van het recht tot graadverlening. In dat geval verliest de EIUAS tevens de status van rpho, waardoor het niet langer onderdeel uitmaakt van het stelsel voor erkend hoger onderwijs.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven