[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2018D56122, datum: 2018-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35095-XVII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35095 XVII-2 Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2018Z21925:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 095 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Voorstel van wet

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2018 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) te verhogen met EUR 8,3 miljoen en de ontvangsten te verhogen met EUR 3,5 miljoen.

2. Leeswijzer

In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting.

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

De budgetten zijn op het niveau van artikelonderdeel verdeeld over een aantal financiële instrumenten. Bij de uitvoering van BHOS-beleid wordt het meest effectieve instrument of uitvoerende organisatie geselecteerd. De keuze van het instrument is niet vooraf bekend en is daarom bij het opstellen van de begroting niet altijd goed te bepalen. Dit verklaart waarom de budgetten op instrumentniveau in deze suppletoire begroting veelvuldig wijzigen.

3. Overzicht belangrijkste mutaties 2018

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):

Het voorstel is om de uitgaven voor 2018 per saldo te verhogen met EUR 8,3 miljoen.

Hieronder vindt u een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen in de uitgaven ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2018 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):

1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid – 10,4
1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden 30
1.4 Dutch Good Growth Fund – 22,7
2.1 Toename van voedselzekerheid – 13
2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie 10
2.3 Natuurlijke hulpbronnen, klimaat 9,6
3.4 Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek 20,5
4.1 Humanitaire hulp 14,1
4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw etc. 57,5
5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen – 111.5

Toelichting

Artikel 1

De daling van de uitgaven op artikel 1.2 «Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid» komt met name door vertraging bij de uitvoering van het DGGF, de publiek-private Werkplaats en het forum voor afstemming van de export-, investerings- en innovatiebevorderende activiteiten van de overheid en het bedrijfsleven.

De toename van de uitgaven binnen het artikel 1.3 «Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden» wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een voorspoedige ontwikkeling van programma’s op het gebied van infrastructuur-, en financiĂ«le sector ontwikkeling zoals Massif (Micro and Small Enterprise Fund), het One Acre Fund en de Private Infrastructure Development Group.

Het budget voor artikel 1.4 Dutch Good Growth (DGGF) Fund daalt omdat de uitgaven voor het DGGF nog niet op het verwachte niveau zijn.

Artikel 2

De daling van het budget op 2.1 «Voedselzekerheid» wordt veroorzaakt door achterblijvende bestedingen in de partnerlanden en door vertraging bij de opstart van het nieuwe NUFFIC-onderwijsprogramma, Orange Knowledge Programme (OKP).

De toename van het budget op 2.2 «Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie» is veroorzaakt door een extra bijdrage aan het Towards Universal Access to Sanitation, Water en Hygiene programma in West en Centraal Afrika, om de resultaten van de eerste fase van het programma te consolideren.

De toename van het budget op 2.3 is veroorzaakt door een extra bijdrage aan het Least developed countries Fund (LDCF) van de Global Environment Facility (GEF) omdat de nieuwe strategie van LDCF goede aansluiting biedt met de BHOS beleidsprioriteiten.

Artikel 3

De verhoging toename van het budget op 3.4 «Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek» wordt onder andere veroorzaakt door een extra bijdrage aan het Global Partnership for Education (GPE) als gevolg van de motie Bouali (Kamerstuk 34 952, nr. 2) over een «significante bijdrage aan het GPE».

Artikel 4

Het budget voor 4.1 «Humanitaire hulp» wordt met EUR 14,1 miljoen verhoogd voor bijdragen aan UNHCR, UNRWA, WFP, ICRC en humanitaire hulp in Jemen en Zuid Soedan en het UNICEF-programma Education cannot wait.

Het budget voor 4.3 «Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw etc.» wordt met EUR 57,5 miljoen verhoogd. Dit betreft met name de verhoging van de BHOS-begroting met EUR 50 miljoen voor de Nederlandse bijdrage aan de EU Facility for Refugees in Turkey II (FRIT II).

Artikel 5

Het budget voor 5.4 «nog te verdelen» wordt met EUR 111,5 miljoen verlaagd. Deze mutatie is onder andere veroorzaakt door een hogere asieltoerekening voor 2018, een neerwaartse bijstelling van het ODA-budget als gevolg van de verwachte ontwikkeling van het BNI (Macro Economische Verkenning (MEV) en overheveling van budget naar andere artikelen ter financiering van ophogingen aldaar.

4. Toelichting per beleidsartikel

Beleidsartikel 1

Verplichtingen 354.944 451.151 250 346.727 798.128
waarvan garantieverplichtingen 70.000 70.000 0 70.000
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 508.830 543.901 250 – 5.946 538.205
waarvan juridisch verplicht 86% 100%
1.1 Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 19.113 34.773 250 – 2.915 32.108
Subsidies
Beleidsondersteuning, evaluaties en onderzoek 1.500 3.773 50 0 3.823
Maatschappelijk verantwoord ondernemen 9.758 23.145 0 – 2.945 20.200
Opdrachten
Beleidsondersteuning internationaal economisch beleid (non-ODA) 2.185 2.185 0 30 2.215
Bijdrage (inter)nationale organisaties
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) 5.670 5.670 200 0 5.870
1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid 84.031 97.015 0 – 10.408 86.607
Subsidies
Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen (non-ODA) 5.800 4.000 0 0 4.000
Partners for International Business (PIB) (non-ODA) 5.705 3.905 0 0 3.905
Demontratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsstudies (DHI) (non-ODA) 3.500 2.800 1.133 0 3.933
Dutch Trade and Investment Fund (non-ODA) 19.771 19.771 0 – 7.771 12.000
Versterking concurrentiepositie Nederland 9.195 10.295 0 – 7.307 2.988
Versterking economische functie 527 527 0 43 570
Aanvullende opdrachten 2.400 2.400 0 0 2.400
Overig (non-ODA) 1.000 1.886 0 3.878 5.764
Invest NL 0 7.000 0 0 7.000
Leningen
Overig 1.133 1.133 – 1.133 0 0
Opdrachten
Invest NL 0 1.700 0 249 1.949
Wereldtentoonstelling DubaĂŻ 1.000 298 0 0 298
GES 0 0 0 500 500
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (non-ODA) 28.600 35.900 0 0 35.900
Versterking economische functie (NBSO's via RVO) (non-ODA) 5.400 5.400 0 0 5.400
1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden 292.186 339.463 0 30.027 369.490
Subsidies
Marktontwikkeling in het kader van private sector development 45.696 49.473 0 – 450 49.023
Wet en regelgeving 5.000 5.000 0 3.000 8.000
Financiele sectorontwikkeling 15.000 19.500 0 30.500 50.000
Versterking privaat ondernemerschap 53.000 53.000 0 0 53.000
Infrastructuurontwikkeling 90.050 92.831 0 17.819 110.650
Samenwerking bedrijfsleven en PPP's 8.500 8.500 0 – 6.500 2.000
Versterking privaat ondernemerschap (non-ODA) 1.700 1.700 0 300 2.000
Technische assistentie DGGF 7.700 7.700 0 0 7.700
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 36.000 36.000 0 0 36.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
International Labour Organization 5.700 5.700 0 – 750 4.950
Partnershipprogramma ILO 5.500 5.500 0 0 5.500
Landenprogramma's ondernemingsklimaat 16.840 18.059 0 8 18.067
Bedrijfsmatige technische bijstand 1.500 1.500 0 – 900 600
(jeugd)Werkgelegenheid 0 30.000 0 – 13.000 17.000
Innovatie 0 5.000 0 0 5.000
1.4 Dutch Good Growth Fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met de focus op het MKB en bij uitzondering en onder condities grootbedrijf 113.500 72.650 0 – 22.650 50.000
Subsidies
programma's Dutch Good Growth Fund 31.246 20.000 0 – 6.235 13.765
Leningen
programma's Dutch Good Growth Fund 61.944 39.650 0 – 12.362 27.288
Garanties
programma's Dutch Good Growth Fund 20.310 13.000 0 – 4.053 8.947
Ontvangsten 4.119 6.619 0 0 6.619
1.10 Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 3.619 3.619 0 0 3.619
1.40 Ontvangsten DGGF 500 3.000 0 0 3.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het gehele artikel stijgt met EUR 346,7 miljoen, met name op artikelonderdeel 1.3 «Versterkte private sector en investeringsklimaat in ontwikkelingslanden». Er is een stelselwijziging doorgevoerd in de manier waarop opdrachten aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden opgenomen in de administratie. Met ingang van 2018 zijn alleen de door RVO juridisch aangegane verplichtingen aan derden opgenomen in plaats van een verplichting voor de opdracht van het ministerie aan RVO. Dit heeft geleid tot een verlaging van het verplichtingenbudget in 2017 en een verhoging in 2018.

Uitgaven

Het budget voor 1.2 «Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid» daalt met EUR 10,4 miljoen. Dit is veroorzaakt doordat een transactie voor het Dutch Trade and Investement Fund (DTIF) niet kon doorgaan. Ook werd minder uitgegeven voor versterking concurrentiepositie Nederland. Dit wordt veroorzaakt door vertraging in de financiering van de publiek-private Werkplaats, het forum voor afstemming van de export-, investerings- en innovatiebevorderende activiteiten van de overheid en het bedrijfsleven.

Het budget voor 1.3 «Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden» stijgt met EUR 30 miljoen voor extra bijdragen voor financiĂ«le sector ontwikkeling en infrastructuur zoals Massif (Micro and Small Enterprise Fund), het One Acre Fund en de Private Infrastructure Development Group vanwege een voorspoedige ontwikkeling van deze programma’s.

Het budget voor 1.4 «Dutch Good Growth Fund» (DGGF) daalt met EUR 22,7 miljoen. De bestedingen van het DGGF zijn nog niet op het verwachte niveau. Voor de zomer is het meerjarige kasritme voor het DGGF aangepast aan de ervaringen van afgelopen jaren, en zijn daarnaast de voorwaarden voor het fonds meer toegesneden op financieringsbehoeften. De verwachting is dat de aanpassingen op termijn zullen leiden tot hogere uitputting.

Beleidsartikel 2

Verplichtingen 475.744 635.194 50 154.236 789.480
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 666.496 707.556 50 6.524 714.130
waarvan juridisch verplicht 92% 100%
2.1 Toename van voedselzekerheid 337.295 337.295 0 – 13.000 324.295
Subsidies
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector 57.745 56.745 – 30.000 0 26.745
Kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 53.800 52.800 – 19.000 – 12.750 21.050
Landenprogramma's voedselzekerheid 0 0 45.000 0 45.000
Bijdrage aan agentschappen
realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 30.000 28.700 – 18.700 – 3.500 6.500
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid 0 0 4.000 0 4.000
Landenprogramma's voedselzekerheid 173.750 178.050 – 173.050 0 5.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid 0 0 15.000 0 15.000
realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 0 0 18.700 0 18.700
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector 0 0 30.000 0 30.000
Landenprogramma's voedselzekerheid 0 0 128.050 – 12.397 115.653
Uitbannen huidige honger en voeding 22.000 21.000 0 15.647 36.647
2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie 199.283 199.283 0 10.000 209.283
Subsidies
Integraal waterbeheer 46.535 42.894 – 17.000 3.730 29.624
Drinkwater en sanitatie 47.535 43.295 – 20.000 2.040 25.335
(Landenprogramma's) integraal waterbeheer 0 0 9.000 0 9.000
(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie 0 0 15.000 0 15.000
Opdrachten
Integraal waterbeheer 0 0 5.000 0 5.000
(Landenprogramma's) integraal waterbeheer 0 0 20.000 0 20.000
(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie 0 0 5.000 0 5.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Integraal waterbeheer 0 0 12.000 3.000 15.000
Drinkwater en sanitatie 0 0 20.000 14.960 34.960
Landenprogramma's integraal waterbeheer 60.988 64.019 – 29.000 – 8.474 26.545
Landenprogramma's drinkwater en sanitatie 44.225 49.075 – 20.000 – 5.256 23.819
2.3 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering 129.918 170.978 50 9.524 180.552
Subsidies
Hernieuwbare energie 34.000 34.000 – 20.000 – 2.106 11.894
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen 49.729 49.729 – 9.000 – 15.929 24.800
Nationaal Klimaatfonds 0 40.000 0 0 40.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Hernieuwbare energie 0 0 20.000 0 20.000
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen 0 0 9.000 9.200 18.200
Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen 14.840 14.840 0 860 15.700
GEF 20.750 20.750 0 16.835 37.585
UNEP 7.142 7.142 0 0 7.142
Landenprogramma's klimaatbeleid 1.300 2.360 0 545 2.905
Centrale klimaat programma's (non-ODA) 1.800 1.800 50 153 2.003
Contributie IZA/IZT 357 357 0 – 34 323

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het artikel stijgt met EUR 154,2 miljoen, vooral op artikelonderdeel «Duurzame hulpbronnen, klimaat». Dit budget is verhoogd voor het aangaan van verplichtingen op het gebied van hernieuwbare energie, natuurlijke hulpbronnen (Initiatief Duurzame Handel) en voor de bijdrage aan de Global Environment Facility (GEF).

Uitgaven

Het budget voor 2.1 «Toename van voedselzekerheid» daalt met EUR 13 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door lager dan verwachte bestedingen in Ghana, Benin en Ethiopië. In Ghana hebben de activiteiten van Solidaridad West Afrika minder budget nodig dan verwacht. In Benin is een wegenprogramma en de opstart van een voedingsprogramma vertraagd. In Ethiopië presteert het Agricultural Growth Programme minder dan verwacht.

Ook geeft NUFFIC minder dan verwacht uit aan beurzen op het gebied van voedselzekerheid omdat het nieuwe beurzenprogramma, het «Orange Knowledge Programme» van NUFFIC, opstartproblemen ervaart.

Het budget voor 2.2 «Integraal waterbeheer en Water en Sanitatie» wordt verhoogd met EUR 10 miljoen voor een extra bijdrage aan het lopende programma Towards Universal Access to Sanitation, Water en Hygiene programma in West en Centraal Afrika om de activiteiten in Benin, de Centraal Afrikaanse Republiek, Ghana en MauritaniĂ« nog een jaar te kunnen voortzetten. Op dit moment wordt een tweede fase van het programma voorbereid dat zich meer zal richten op de nieuwe focusregio’s. Met deze extra bijdrage voor een periode van een jaar kunnen de gerealiseerde voorzieningen in de vier landen worden verduurzaamd.

Het budget voor 2.3 «Duurzame hulpbronnen, klimaat» wordt verhoogd met EUR 9,5 miljoen onder andere voor het Least developed countries Fund (LDCF) van de Global Environment Facility (GEF). Dit fonds past met de recent versterkte focus op conflict, kwetsbaarheid en milieudegradatie goed bij de beleidsprioriteiten zoals uitgewerkt in de beleidsnota «Investeren in Perspectief».

Beleidsartikel 3

Verplichtingen 424.577 536.627 0 – 33.741 502.886
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 724.927 786.327 0 28.209 814.536
waarvan juridisch verplicht 89% 100%
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids 417.784 444.684 0 – 360 444.324
Subsidies
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids 12.000 12.000
Centrale programma's SRGR & hiv/aids 175.392 174.617 – 35.000 – 2.200 137.417
Opdrachten
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids 0 0 8.000 0 8.000
Centrale programma's SRGR & hiv/aids 0 0 20.000 0 20.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Unicef 11.000 10.000 0 – 5.000 5.000
UNAIDS 20.000 20.000 0 0 20.000
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis 52.000 55.300 0 0 55.300
UNFPA 60.000 60.000 0 – 2.000 58.000
WHO-PAHO 6.713 6.713 0 0 6.713
Partnershipprogramma WHO 10.216 10.216 0 1.040 11.256
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids 82.463 97.838 – 20.000 – 700 77.138
Vrouwenrechten en keuzevrijheid. 0 10.000 0 8.500 18.500
Centrale programma's SRGR & hiv/aids 0 0 15.000 0 15.000
3.2 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen 52.539 52.539 0 1.060 53.599
Subsidies
Vrouwenrechten en gendergelijkheid 42.239 41.939 – 4.500 – 7.602 29.837
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNWOMEN 6.000 6.000 0 2.000 8.000
Landenprogramma's gelijke rechten en kansen voor vrouwen 4.300 4.600 0 6.662 11.262
Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.500 4.500
3.3 Versterkt maatschappelijk middenveld 219.304 219.304 0 7.009 226.313
Subsidies
Strategische partnerschappen 217.604 217.604 – 10.000 7.409 215.013
Twinningsfaciliteit Suriname 1.700 1.700 0 – 400 1.300
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Strategische partnerschappen 0 0 10.000 0 10.000
3.4 Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek 35.300 69.800 0 20.500 90.300
Subsidies
Onderzoekprogramma's 3.000 3.000 0 0 3.000
Internationale hoger onderwijsprogramma's 32.300 39.800 0 – 2.500 37.300
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Onderwijs met perspectief 0 27.000 0 23.000 50.000

Verplichtingen

Geen toelichting

Uitgaven

Het budget voor 3.3 «Versterkt maatschappelijk middenveld» neemt toe met EUR 7,4 miljoen, onder andere veroorzaakt door een verhoging van het budget voor het strategisch partnerschap met het Rode Kruis. Na aanvankelijke opstartproblemen wordt de vertraging nu ingelopen.

Het budget voor 3.4 «Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek» stijgt per saldo met EUR 20,5 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door een verhoging van de bijdrage aan het Global Partnership for Education (GPE) met EUR 25 miljoen, in lijn met de motie Bouali (Kamerstuk 34 952, nr. 2) over een «significante bijdrage aan het GPE». Ook wordt een bedrag van EUR 3 miljoen overgeheveld naar artikel 4.1. voor het programma Education cannot wait.

Beleidsartikel 4

Verplichtingen 615.301 795.738 50.000 131.907 977.645
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 586.979 744.979 50.000 21.573 816.552
waarvan juridisch verplicht 54% 100%
4.1 Humanitaire hulp 345.191 362.191 0 14.100 376.291
Subsidies
Noodhulpprogramma's 0 0 25.000 0 25.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNHCR 33.000 33.000 0 7.000 40.000
Wereldvoedselprogramma 36.000 28.000 0 0 28.000
UNRWA 13.000 13.000 0 6.000 19.000
Noodhulpprogramma's 262.000 284.000 – 25.000 1.000 260.000
Noodhulpprogramma's non-ODA 1.191 1.191 0 100 1.291
Onderwijs 0 3.000 0 0 3.000
4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie 241.788 374.788 50.000 7.473 432.261
Subsidies
Legitieme en capabele overheid 0 0 13.500 0 13.500
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie 0 0 11.000 0 11.000
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen 0 0 25.000 0 25.000
functionerende rechtsorde 0 0 18.000 0 18.000
Opvang in de regio 0 0 47.000 0 47.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Legitieme en capabele overheid 22.350 22.350 – 13.500 47 8.897
landenprogramma's legitieme en capabele overheid 1.500 500 0 – 174 326
Landenprogramma's functionerende rechtsorde 75.576 94.076 0 – 2.400 91.676
Landenprogramma's inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en conflictpreventie 2.500 2.500 0 0 2.500
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie 23.862 25.862 – 11.000 0 14.862
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen 56.000 36.500 – 25.000 0 11.500
functionerende rechtsorde 10.000 50.000 – 18.000 0 32.000
Opvang in de regio 50.000 143.000 3.000 10.000 156.000
4.4 Noodhulpfonds 0 8.000 0 0 8.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Noodhulpfonds 0 8.000 0 0 8.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt verhoogd met EUR 131,9 miljoen onder andere voor het aangaan van verplichtingen voor de Nederlandse bijdrage aan de EU Facility for Refugees in Turkey II (FRIT-II); het programma op het gebied van ontwikkelingssamenwerking in SomaliĂ«; de extra inzet in Afghanistan (conform Kamerbrief over Nederlandse inzet in Afghanistan 2018–2021 van 15 juni 2018, kenmerk 2018Z11519/2018D38074); en de samenwerking met strategische partners (International Alert en Interpeace)

Uitgaven

Het budget voor 4.1 «Humanitaire hulp» wordt met EUR 14,1 miljoen verhoogd voor bijdragen aan onder andere UNHCR, UNRWA, WFP, ICRC en humanitaire hulp in Jemen en Zuid Soedan. Ook wordt EUR 3 miljoen overgeheveld vanuit artikel 3.3 voor het UNICEF-programma Education cannot wait.

Het budget voor 4.3 «Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw» wordt per saldo met EUR 57,5 miljoen verhoogd. De belangrijkste mutatie (EUR 50 miljoen) betreft de toevoeging aan de BHOS-begroting van middelen voor de Nederlandse bijdrage aan de EU Facility for Refugees in Turkey II (FRIT II), waarvan twee derde wordt gefinancierd uit de EU-begroting en een derde middels bilaterale bijdragen van lidstaten. Daarnaast vindt ook een overheveling van EUR 10 miljoen vanuit 5.3 «migratie en ontwikkeling» naar dit artikel plaats voor activiteiten op het gebied van opvang in de regio. Tot slot wordt het budget ook nog verlaagd met EUR 2,5 miljoen, omdat activiteiten onder andere in Afghanistan en Rwanda vertraging ondervinden.

Beleidsartikel 5

Verplichtingen 110.950 152.051 0 – 1.158 150.893
waarvan garantieverplichtingen
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 212.967 240.679 – 13.670 – 78.664 148.345
waarvan juridisch verplicht 50% 100%
5.1 Versterkte multilaterale betrokkenheid 131.057 122.266 0 34.434 156.700
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNDP 28.000 28.000 0 2.000 30.000
UNICEF 18.000 18.000 0 8.000 26.000
UNIDO 1.950 1.950 0 – 713 1.237
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen 58.230 49.410 0 0 49.410
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken 6.518 6.547 0 0 6.547
Speciale multilaterale activiteiten 9.359 9.359 0 23.387 32.746
Assistent-deskundigen programma 9.000 9.000 0 1.760 10.760
5.2 Overig armoedebeleid 70.589 19.209 983 – 6.274 13.918
Subsidies
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 0 0 6.500 – 2.107 4.393
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking 0 0 600 – 600 0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 12.882 13.922 – 7.517 – 3.360 3.045
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking 850 887 – 600 – 37 250
Schuldverlichting 52.457 0 0 0 0
Unesco 4.400 4.400 0 – 170 4.230
Overige
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 0 0 2.000 0 2.000
5.3 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling 9.000 44.000 0 – 10.000 34.000
Subsidies
Migratie en ontwikkeling 9.000 6.600 0 0 6.600
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Migratie en ontwikkeling 0 37.400 0 – 10.000 27.400
5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 2.321 55.204 – 14.653 – 96.824 – 56.273
Ontvangsten 74.692 74.692 983 2.520 78.195
5.20 Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen 43.516 43.516 983 2.520 47.019
5.21 Ontvangsten OS 31.176 31.176 0 – 13.000 18.176
5.22 Koersverschillen OS pm pm pm 13.000 13.000
5.23 Diverse ontvangsten non-ODA 0 0 0 0 0

Verplichtingen

Geen toelichting

Uitgaven

Het budget voor 5.1 «Versterkte multilaterale betrokkenheid» wordt verhoogd met EUR 34,4 miljoen. Deze verhoging bestaat uit een verhoging van de algemene vrijwillige bijdragen aan onder andere UNICEF, UNDP en UNFPA. Daarnaast wordt deze verhoging ingezet voor een aantal activiteiten bij de VN, zoals het Resident Coordinator Fund, het Joint Fund for the Agenda 2030 en het VN-Funding Compact en een versnelde invoer van het Assistent deskundige programma.

Het budget voor 5.2 «overig armoedebeleid» wordt verlaagd met EUR 6,3 miljoen. De verlaging is onder andere het gevolg van een lagere dan geraamde bijdrage aan UNESCO en de uitgaven voor voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking vallen lager uit gepland. Daarnaast betreft het een verlaging van de uitgaven voor kleine ODA-activiteiten op het gebied van cultuur en ontwikkeling.

Van het budget voor artikelonderdeel 5.3 «Bijdrage aan migratie en ontwikkeling» wordt EUR 10 miljoen overgeheveld naar Opvang in de regio onder artikelonderdeel 4.3, omdat geplande uitgaven beter passen binnen het beleid van Opvang in de regio.

Het budget voor 5.4 «nog te verdelen» wordt met EUR 111,5 miljoen verlaagd. Deze mutatie wordt veroorzaakt door de overheveling van in totaal EUR 54,9 miljoen naar andere artikelen. Dit ter financiering van ophogingen bij onder andere infrastructuur-, en financiële sector ontwikkeling (artikelonderdeel 1.2); Towards Universal Access to Sanitation, Water en Hygiene programma in West en Centraal Afrika (artikelonderdeel 2.2); het Least developed countries Fund (LDCF) van de Global Environment Facility (GEF) (artikelonderdeel 2.3); het Global Partnership for Education (GPE) (artikelonderdeel 3.4) en Humanitaire hulp (artikelonderdeel 4.1). Het artikel wordt verder verlaagd door de verhoging van de asieltoerekening voor eerstejaars opvang van asielzoekers uit DAC-landen, als gevolg van een hogere instroomraming van asielzoekers voor 2018. Hiervoor wordt EUR 42 miljoen overgeheveld naar de begroting van Justitie en Veiligheid. Daarnaast is het ODA-budget verlaagd met EUR 14,6 miljoen als gevolg van een negatieve BNI-bijstelling, op basis van de Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB) en zoals gemeld bij de Miljoenennota.

Ontvangsten

De verwachte ontvangsten op ontwikkelingssamenwerking (ontvangsten OS) worden naar beneden bijgesteld. Het gaat om teruggaven van niet bestede fondsen binnen ontwikkelingsprogramma’s. Tevens zijn er extra ontvangsten vanwege ontstane koerseffecten op betalingen in buitenlandse valuta.