[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2018D56167, datum: 2018-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35095-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35095 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2018Z21935:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 095 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

B) BEGROTINGSTOELICHTING

1. Voorstel van wet

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2018 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 448,5 miljoen te verlagen. Daarnaast is er sprake van een verlaging van de ontvangsten met EUR 76,8 miljoen.

2. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2018 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht, alsook de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

3. Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2018. Zoals uit de hierna volgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven toe met EUR 3,2 miljoen en de ontvangsten toe met EUR 14,3 miljoen.

Stand uitgaven VJN 2018 6.145,8 4.620,9
Totaal mutaties 3,2 36,3
Stand uitgaven NJN 2018 6.149,0 4.657,2
*De HGIS Standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening

De toename van de uitgaven is het gevolg van meerdere mutaties. In de hierna volgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

Bijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) – 11,3 – 13,7
Overboekingen van en naar de HGIS 51,6 50,0
Desalderingen op ontvangsten 14,6
Intertemporele kasschuif
Verwachte onderuitputting – 51,8
TOTAAL 3,2 36,3
1 In de tabel komen afrondingsverschillen voor

Toelichting uitgaven:

• Op basis van wijzigingen, zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product, is de omvang van de HGIS bijgesteld. Het ODA budget wordt hierdoor met EUR 13,7 miljoen verlaagd en het non-ODA budget verhoogd met EUR 2,4 miljoen.

• Er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo neemt het HGIS budget hierdoor toe met EUR 51,6 miljoen. De belangrijkste mutatie (EUR 50 miljoen) betreft de toevoeging aan de BHOS-begroting van middelen voor de Nederlandse bijdrage aan de EU Facility for Refugees in Turkey II (FRIT II), waarvan twee derde wordt gefinancierd uit de EU-begroting en één derde middels bilaterale bijdragen van lidstaten. Daarnaast betreft het een aantal overhevelingen vanuit o.a. Veiligheid en Justitie voor activiteiten op het terrein van cybersecurity en VN programma’s die via Buitenlandse Zaken worden gefinancierd.

• Een deel van de meerontvangsten op de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse zaken en Ontwikkelingssamenwerking wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te verhogen. Het gaat om hogere ontvangsten vanuit de VN voor vredesmissies waaraan Nederland een bijdrage levert, extra ontvangsten bij Buitenlandse Zaken doordat restituties op enkele stabiliteitsprogramma’s hebben plaatsgevonden en extra ontvangsten op leningen bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Deze middelen zijn binnen de resprectievelijke begrotingen ingezet.

• Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen op de begrotingen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken.

Voor een verdere toelichting op de diverse mutaties wordt verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.

Stand ontvangsten VJN 2018 194,8 33,7
Totaal mutaties 14,3
Stand ontvangsten NJN 2018 209,2 33,7
1 In de tabel komen afrondingsverschillen voor

Toelichting ontvangsten:

De ontvangsten binnen de HGIS nemen toe met EUR 14,3 miljoen. Deze toename kent een aantal oorzaken.

• Op de begroting van Defensie worden extra ontvangsten verwacht van EUR 10,6 vanuit de VN voor vredesmissies waaraan Nederland een bijdrage levert. Deze middelen worden binnen het Budget Internationale Veiligheid (artikel 1) ingezet.

• Op de begroting van Buitenlandse Zaken worden per saldo EUR 0,5 miljoen extra ontvangsten verwacht doordat restituties plaatsvinden op enkele stabiliteitsprogramma’s die aan het eind van de looptijd nog onbestede middelen hebben en extra consulaire ontvangsten voor visa. Tevens zijn er extra ontvangsten vanwege ontstane koerseffecten op betalingen in buitenlandse valuta en lagere ontvangsten doordat minder onroerend goed is verkocht dan eerder geraamd. Het saldo van deze middelen wordt binnen de BZ begroting alternatief ingezet.

• Voor internationale financiele instellingen bij Financien daalt de raming met EUR 0,25 miljoen.

• Ten slotte zijn er extra ontvangsten van EUR 3,5 miljoen op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor aflossingen van leningen.

4. Overzicht belangrijkste mutaties 2018

Buitenlandse Zaken (V):

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven 2018 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 448,5 miljoen. De belangrijkste reden hiervoor is een verlaging van de afdracht aan de Europese Unie.

De meest in het oog springende mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden in de volgende tabel weergegeven. Het betreft alleen mutaties die te maken hebben met beleidsmatige wijzigingen:

1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 3,0
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband – 19,6
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt – 413,1
3.2 Een effectief, efficient en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden – 15,2
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 5,0
7.1 Niet-beleidsartikel Apparaat – 4,8

Toelichting:

Artikel 1.2:

Conform de afspraak in het Regeerakkoord neemt het budget voor mensenrechten meerjarig toe. De ophoging van de middelen met EUR 3 mln in 2018 voor mensenrechten betreft een intensivering die onder meer extra inzet mogelijk maakt gericht op verschillende activiteiten gerelateerd aan bescherming van journalisten, vrijheid van religie- en levensovertuiging en gelijke rechten voor LHBTI’s.

Artikel 2.4:

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband wordt per saldo verlaagd. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een lagere liquiditeitsbehoefte bij het Law Order Trustfund for Afghanistan (EUR 12 miljoen) project van het Stabiliteitsfonds en een lagere verdragscontributie aan de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Ook worden middelen overgeheveld om intensiveringen op andere artikelonderdelen mogelijk te maken, onder meer in het kader van de VNVR (versterking sanctie-regime Noord-Korea) en het mensenrechtenbeleid en de OPCW (Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens). Binnen het artikel is voorts een deel van de middelen toegewezen aan een nieuw instrument «Regionale Stabiliteit» ten behoeve van extra inzet op het gebied van vrede, veiligheid en stabiliteit in de Caribische regio en ter ondersteuning van de vredesopbouw in Colombia.

Artikel 3.1:

De mutaties op dit artikel zijn voornamelijk het gevolg van het effect van de Spring Forecast 2018, waarbij de Nederlandse afdrachten op artikel 3.1 in 2018 met EUR 336 miljoen verlaagd zijn als gevolg van een verlaging van de invoerrechtenafdrachten. De BNI-afdracht neemt als gevolg van de Spring Forecast toe, maar dat effect treedt pas in 2019 op omdat de 6e aanvullende begroting (DAB 6) van 2018 niet meer tijdig zal worden goedgekeurd om betaling in 2018 mogelijk te maken, zoals nader toegelicht in de Verticale Toelichting bij de Miljoenennota 2019. Ook kreeg Nederland 26 miljoen terug uit het surplus over 2017. Daarnaast heeft de Europese Commissie op basis van realisaties in het lopende jaar na de Spring Forecast de raming van de invoerrechten nogmaals neerwaarts aangepast. Dit leidt voor Nederland tot een verlaging van EUR 51 miljoen. De totale verlaging komt als gevolg van een lagere BNI-, BTW- en invoerrechtenafdracht voor dit jaar op EUR 413 miljoen. De verlagingen van de invoerrechtenraming leiden ook tot een verlaging van de perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor het innen van de invoerrechten voor de EU en die vaststaat op 20% van het bedrag aan invoerrechten dat Nederland heft. Inclusief deze verlaging van de perceptiekostenvergoeding gaat het per saldo om een verlaging van de Nederlandse afdracht van 336 mln.

Artikel 3.2:

De afdrachten aan het 11e EOF (Europees Ontwikkelingsfonds) zijn voor 2018 naar beneden bijgesteld. Voor Nederland betekent dit in 2018 een verlaging van EUR 15 miljoen. De neerwaartse bijstelling komt onder meer doordat er minder verplichtingen zijn aangegaan dan de Commissie had begroot.

Artikel 4.2:

Het budget voor «de regulering van het personenverkeer samen met (keten) partners» neemt toe met EUR 5 miljoen. De uitgaven voor ICT voorzieningen op het artikelonderdeel vreemdelingenverkeer zijn verhoogd omdat het digitaliseringstraject voor visumaanvragen sneller verloopt dan voorzien.

Artikel 7.1:

De uitgaven voor het apparaat nemen af met EUR 4,8 miljoen. Het afgelopen voorjaar zijn intensiveringsmiddelen voor versterking van het postennet en uitvoeringskosten ontwikkelingssamenwerking aan het apparaatsbudget toegevoegd als uitvloeisel van de afspraken uit het regeerakkoord. Tijdens de opstartfase is het nog niet mogelijk om alle voorziene uitgaven volledig te verrichten.

De mutaties worden bij onderdeel 5, toelichting per beleidsartikel, nader toegelicht.

Ontvangsten:

Het onderhavige wetsvoorstel leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten 2018 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 76,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door gewijzigde EU-afdrachten en de perceptiekostenvergoeding voor het heffen van de invoerrechten. De bij artikel 3.1 toegelichte aanpassingen van de raming van de invoerrechten leiden derhalve ook tot aanpassing van de raming van de perceptiekostenvergoeding.

3.10 Diverse ontvangsten EU – 77,3

5. Toelichting per beleidsartikel

Beleidsartikel 1

Verplichtingen 91.005 103.514 – 100 17.333 120.747
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 109.805 120.914 – 100 861 121.675
waarvan juridisch verplicht 97% 100%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 56.035 61.712 – 100 – 2.139 59.473
Subsidies
Internationaal recht 6.635 13.385 – 100 – 2.484 10.801
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Verenigde Naties 39.525 36.275 0 – 3.408 32.867
OESO 6.175 6.175 0 423 6.598
VNVR projectkosten 400 2.577 0 3.000 5.577
Internationaal Strafhof 3.300 3.300 0 330 3.630
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 53.770 59.202 0 3.000 62.202
Subsidies
Landenprogramma's mensenrechten 26.120 28.564 1.488 750 30.802
Opdrachten
Landenprogramma's mensenrechten 1.500 0 1.500
Red
bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's mensenrechten 20.000 22.988 – 2.988 750 20.750
Centrale mensenrechtenprogramma's 7.650 7.650 0 1.500 9.150

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 1 «Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten» neemt toe met EUR 17,2 miljoen. Voor een aantal activiteiten zijn meerjarige verplichtingen vastgelegd op het terrein van goed functionerende internationale rechtsorde voor onder andere VN organisaties. De toename van het verplichtingenbudget is gekoppeld aan de stijging van het kasbudget voor verschillende mensenrechten-activiteiten, onder andere gerelateerd aan bescherming van journalisten, vrijheid van religie en levensovertuiging en gelijke rechten voor LHBTI’s, in lijn met de afspraken uit het regeerakkoord.

Uitgaven

Artikel 1.1

Per saldo is sprake van een verlaging van EUR 2,1 mln. Een deel van de geraamde uitgaven voor de alternatieve huisvesting van het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage wordt doorgeschoven naar 2019 via de eindejaarsmarge. Hierdoor daalt het budget voor internationaal recht met EUR 2,4 miljoen. Ook daalt de bijdrage aan de Verenigde Naties, met name vanwege de koersontwikkeling van de USD. Hier staat tegenover dat de uitgaven die verband houden met het Nederlands lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad toenemen, vanwege een extra bijdrage aan de capaciteitsopbouw in het kader van het sanctieregime Noord-Korea. Ten slotte een aantal kleinere bijstellingen vanwege hogere bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof.

Artikel 1.2

Conform de afspraak in het Regeerakkoord en toezeggingen aan de Tweede Kamer (motie 34 775-V, nr. 26 Sjoerdsma c.s. en motie 34 775-V, nr. 29 Voordewind c.s), neemt het budget voor Mensenrechten meerjarig toe. De ophoging van de middelen met EUR 3 mln in 2018 voor mensenrechten betreft een intensivering die onder meer extra inzet mogelijk maakt gericht op verschillende activiteiten gerelateerd aan bescherming van journalisten, vrijheid van religie- en levensovertuiging en gelijke rechten voor LHBTI’s.

Beleidsartikel 2

Verplichtingen 232.949 273.849 800 – 6.887 267.762
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 249.370 292.536 0 – 16.583 275.953
waarvan juridisch verplicht 90% 100%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 11.015 13.215 0 – 506 12.709
Subsidies
Programma ondersteuning buitenlands beleid 1.750 2.750 – 750 – 250 1.750
Atlantische Commissie 500 500 0 0 500
Veiligheidsfonds 0 0 100 0 100
Opdrachten
Programma ondersteuning buitenlands beleid 0 0 500 – 500 0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
NAVO 7.200 7.200 0 0 7.200
Veiligheidsfonds 500 1.700 – 700 700 1.700
WEU 565 565 0 44 609
Programma ondersteuning buitenlands beleid 0 0 250 0 250
Overige 500 500 – 500 0
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk
Veiligheidsfonds 0 0 600 0 600
2.2 Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit 9.265 15.018 0 3.559 18.577
Subsidies
Contra-terrorisme 0 0 1.953 0 1.953
Anti-terrorisme instituut 665 1.118 – 453 754 1.419
Opdrachten
Contra-terrorisme 0 0 1.000 0 1.000
Cyber security 500 3.300 0 0 3.300
Global Forum on Cyber Expertise 400 400 0 – 80 320
Overige 500 500 0 – 31 469
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contra-terrorisme 7.200 9.700 – 2.500 2.916 10.116
2.3 Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid 10.855 10.955 0 0 10.955
Bijdragen (inter) nationale organisaties
IAEA 7.317 7.317 0 0 7.317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1.618 1.718 0 0 1.718
CTBTO 1.920 1.920 0 0 1.920
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 197.978 225.062 0 – 19.665 205.397
Subsidies
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) 31.000 38.350 0 0 38.350
Nederland Helsinki Comité 28 28 0 0 28
Opdrachten
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) 0 0 15.000 0 15.000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds) 51.900 59.250 – 15.000 – 14.300 29.950
OVSE 7.195 7.195 0 – 1.800 5.395
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 99.849 106.349 0 0 106.349
Training buitenlandse diplomaten 2.500 2.500 0 0 2.500
Regionale stabiliteit 0 0 0 5.600 5.600
Overige 5.506 11.390 0 – 9.165 2.225
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 20.257 28.286 0 29 28.315
Subsidies
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA» 7.822 11.822 0 551 12.373
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 12.435 16.464 0 – 522 15.942
Ontvangsten 1.227 1.227 0 2.000 3.227
2.10 Doorberekening Defensie diversen 227 227 0 0 227
2.40 Restituties programma's 1.000 1.000 0 2.000 3.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor veiligheid en stabilteit neemt per saldo af met EUR 6,8 miljoen in vergelijking met de eerste suppletoire begroting. Deze daling wordt in belangrijke mate veroorzaakt doordat de verplichting van het Stabiliteitsfonds daalt, in lijn met de uitgaven die lager zijn dan geraamd.

Uitgaven

Artikel 2.2

Het budget voor «bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit» neemt toe met EUR 3,5 miljoen. Het betreft een overheveling van de JenV begroting voor de Nederlandse bijdrage aan het Passenger Name Record Project, dat voortkomt uit de VNVR resolutie 2178 (2014).

Artikel 2.4

Het budget voor de de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband neemt af met EUR 19,6 miljoen. Dit kent een aantal oorzaken. Het budget voor het Stabiliteitsfonds daalt met EUR 14,3 miljoen. Dit is met name het gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte van het UNDP Law Order Trustfund for Afghanistan (LOTFA), waardoor de Nederlandse bijdrage daaraan EUR 12 miljoen lager uitvalt. Daarnaast is de verdragscontributie van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) voor 2018 verlaagd. Het budget «overige» wordt verlaagd om intensiveringen op andere artikelonderdelen mogelijk te maken, onder meer activiteiten in het kader van het lidmaatschap van de VNVR, mensenrechtenbeleid en bestrijding chemische wapens in vorm van steun aan de OPCW.

Ook is een deel van de middelen toegewezen aan het nieuwe instrument «Regionale Stabiliteit» ten behoeve van extra inzet op het gebied van vrede, veiligheid en stabiliteit in de Caribische regio en ter ondersteuning van de vredesopbouw in Colombia, conform Regeerakkoord, GBVS-nota en memorie van toelichting bij de BZ-begroting 2019, die het belang van stabiliteit in Latijns-Amerika en de Caribische regio voor het Koninkrijk onderstrepen. Tevens is in GBVS expliciet de wenselijkheid opgenomen ten aanzien van de stabiliteit in Colombia. Ook vermeldt het Regeerakkoord het belang van samenwerking met internationale organisaties in de Caribische regio.

Ontvangsten

De extra ontvangsten houden met name verband met terugbetalingen op aflopende projecten in het kader van stabiliteitsprogramma’s, waarbij niet alle middelen werden besteed.

Beleidsartikel 3

Verplichtingen 8.186.402 8.174.873 – 362.107 – 50.897 7.761.869
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 8.389.205 8.414.410 – 362.107 – 67.325 7.984.978
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt 8.181.423 8.169.394 – 362.107 – 50.965 7.756.322
Bijdragen (inter)nationale organisaties
BNI-afdracht 4.202.573 4.188.765 – 25.967 0 4.162.798
BTW-afdracht 545.600 547.379 – 480 0 546.899
Invoerrechten 3.433.250 3.433.250 – 335.660 – 50.965 3.046.625
3.2 Een effectief, efficient en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden 192.735 229.469 0 – 15.217 214.252
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 192.735 229.469 0 – 15.217 214.252
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 9.720 9.720 0 246 9.966
Bijdragen (internationale organisaties
Raad van Europa 9.720 9.720 0 246 9.966
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28 5.327 5.827 0 – 1.389 4.438
Opdrachten
programmatische ondersteuning 1.000 1.500 0 – 1.500 0
EU-voorzitterschap 0 0 0 67 67
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Benelux bijdrage 3.979 3.979 0 – 26 3.953
EIPA 348 348 0 70 418
Ontvangsten 686.901 1.150.704 – 67.132 – 10.185 1.073.387
3.10 Diverse ontvangsten EU 686.651 1.150.454 – 67.132 – 10.193 1.073.129
Invoerrechten 686.651 686.651 – 67.132 – 10.193 609.326
Overige ontvangsten EU 0 463.803 0 0 463.803
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 250 0 8 258

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2018 voor het artikel Europese samenwerking neemt af met EUR 413 miljoen. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven is toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

Mutaties Miljoenennota:

Door het surplus over 2017 is de raming van de Europese afdrachten voor 2018 neerwaarts bijgesteld. Het surplus over 2017 wordt in mindering gebracht op de BNI-middelen die de lidstaten moeten opbrengen. Het Europese surplus over 2017 bedroeg EUR 556 miljoen, voor Nederland leidt dit tot een EUR 26 miljoen incidentele lagere BNI-afdracht in 2018.

Het effect voor de Spring Forecast 2018 voor de Nederlandse afdrachten op art. 3.1 is een verlaging van de invoerrechtenafdracht in 2018 met EUR 336 miljoen. De BNI-afdracht neemt als gevolg van de Spring Forecast toe, maar dat effect treedt pas in 2019 op omdat de 6e aanvullende begroting (DAB 6) van 2018 niet meer tijdig zal worden goedgekeurd om betaling in 2018 mogelijk te maken, zoals nader toegelicht in de Verticale Toelichting bij de Miljoenennota 2019.

Mutaties 2e suppletoire:

Na de Spring Forecast heeft de Europese Commissie op basis van realisaties in het lopende jaar de raming van de invoerrechten verder neerwaarts aangepast. Voor Nederland leidt dat tot een verlaging van de raming van de invoerrechtenafdracht met EUR 51 miljoen.

Omdat voor de 28 EU-lidstaten samen de invoerrechtenafdracht per saldo neerwaarts is aangepast, leidt deze ook tot een verhoging van de BNI-afdracht van de lidstaten. Deze wordt door de Commissie meegenomen in de 6e aanvullende begroting (DAB 6) van 2018. Omdat deze DAB 6 echter naar verwachting pas eind 2018 wordt aangenomen en daardoor pas in 2019 tot betalingen leidt, verschuift het BNI-effect naar 2019.

Artikel 3.2

De afdrachten aan het 11e EOF (Europees Ontwikkelingsfonds) zijn voor 2018 naar beneden bijgesteld. Voor Nederland betekent dit een verlaging van EUR 15 miljoen voor dit jaar. De neerwaartse bijstelling komt onder meer doordat er minder verplichtingen zijn aangegaan dan de Commissie had begroot.

Ontvangsten

Artikel 3.10

De perceptiekostenvergoeding voor het heffen van de invoerrechten bedraagt een vast percentage (20%) van de invoerrechtenheffing. De bij 3.1 toegelichte aanpassingen van de raming van de invoerrechten leiden derhalve ook tot aanpassing van de raming van de perceptiekostenvergoeding.

Beleidsartikel 4

Verplichtingen 42.472 65.298 788 6.430 72.516
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 50.093 62.050 788 3.432 66.270
waarvan juridisch verplicht 60% 100%
4.1 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland 13.645 17.762 – 12 – 3.520 14.230
Subsidies
Gedetineerdenbegeleiding 1.900 1.917 0 0 1.917
Opdrachten
Consulaire bijstand 259 1.659 0 – 800 859
Gedetineerdenbegeleiding 200 200 0 0 200
Reisdocumenten en verkiezingen 4.320 4.620 0 – 20 4.600
Consulaire opleidingen 400 400 0 0 400
Consulaire informatiesystemen 6.566 8.966 – 12 – 2.700 6.254
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 6.199 9.829 0 5.020 14.849
Opdrachten
Visumverlening 1.100 1.100 0 1.400 2.500
Ambtsberichtenonderzoek 150 150 0 – 100 50
Legalisatie en verificatie 80 80 0 0 80
Consulaire informatiesystemen 4.006 7.636 0 3.500 11.136
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Asiel en migratie 863 863 0 220 1.083
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7.856 7.856 0 – 387 7.469
Subsidies
Internationaal Cultuurbeleid 7.856 7.856 0 – 387 7.469
4.4 Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen 19.606 20.336 800 1.884 23.020
Subsidies
Instituut Clingendael 800 800 800 0 1.600
Programma ondersteuning buitenlands beleid 4.124 4.624 – 66 647 5.205
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's 1.620 1.620 0 0 1.620
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties 3.000 3.000 0 0 3.000
waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken 2.000 2.000 0 0 2.000
Adviesraad Internationale vraagstukken 525 525 0 0 525
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 0 30 66 624 720
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's 2.500 2.500
Bijdragen (inter)nationale organisaties
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's 9.017 9.217 – 2.500 613 7.330
Europese bewustwording 520 520 0 0 520
4.5 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland 2.787 6.267 0 435 6.702
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Speciaal Tribunaal Libanon 320 2.220 0 – 301 1.919
Internationaal Strafhof 1.200 1.200 0 13 1.213
Nederland Gastland 1.267 2.367 0 1.203 3.570
Overig 480 – 480 0
Ontvangsten 42.090 57.390 0 1.500 58.890
4.10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders 18.300 22.000 0 0 22.000
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 23.000 34.500 0 1.500 36.000
4.40 Doorberekening Defensie diversen 790 890 0 0 890

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget neemt met EUR 7,2 miljoen toe en is het saldo van een aantal mutaties. Het betreft onder andere additionele uitgaven voor de reclamecampagne «Nederlanders op reis».

Het verplichtingenbudget voor het artikelonderdeel vreemdelingenverkeer valt hoger uit omdat het digitaliseringstraject voor visumaanvragen voorspoediger loopt dan voorzien. Daarnaast stijgt het verplichtingenbudget voor publieksdiplomatie met EUR 1,4 miljoen. Dit houdt gelijke tred met de toename van de kasuitgaven die verband houden met een bijdrage aan het Fullbright studiebeurzen programma van de State Department van de Verenigde Staten. Daarnaast is het verbonden met de overheveling van de defensiebijdrage voor het Progress Programma ten aanzien van kennisbehoefte van de beleidsgebieden van Buitenlandse Zaken en Defensie. Als laatste wordt er dit jaar een driejarige verplichting aangegaan met de organisatie het Vlaams-Nederlands Huis deBuren voor de periode 2019–2021, die als doel heeft de cultuur van de Lage Landen te promoten.

Uitgaven

De programmauitgaven nemen per saldo met EUR 4,2 miljoen toe. Dit saldo is het resultaat van een aantal mutaties.

Artikel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening neemt per saldo af met EUR 3,1 miljoen. Enerzijds betreft dit een toename als gevolg van de verlenging van de reclamecampagne «Nederlanders op reis». Hier staat tegenover dat de geraamde uitgaven voor de «Forced Marriage Unit» (amendement Ten Broeke) lager uitvallen dan geraamd omdat de vraag naar bijstand gering is. Daarnaast wordt een deel van het budget voor consulaire informatie voorziening overgeheveld naar het beleidsartikel vreemdelingenverkeer (4.2), specifiek gericht op ICT voorzieningen.

Artikel 4.2

Het budget voor de «regulering van het personenverkeer samen met (keten) partners» neemt toe met EUR 5 miljoen. De ICT voorzieningen voor het artikelonderdeel vreemdelingenverkeer kennen een hogere uitgave omdat de implementatie van het digitaliseringstraject voor visumaanvragen sneller verloopt dan voorzien.

Artikel 4.4

Het budget voor de inzet van publieksdiplomatie neemt toe met EUR 2,6 miljoen. Deze mutatie betreft enerzijds een ophoging van het instrument Diverse Bijdragen voor een bijdrage aan het Fullbright programma van het State Department van de Verenigde Staten, een programma gericht op het geven van beurzen voor studie en onderzoek aan universiteiten in Nederland en de Verenigde Staten. Daarnaast neemt het budget toe als gevolg van een overheveling van de Defensie bijdrage voor het zogenaamde Progress Programma ten aanzien van kennisbehoefte van de beleidsgebieden van Buitenlandse Zaken en Defensie.

Ontvangsten

Artikel 4.20

Het aantal verleende visa valt in 2018 nog hoger uit dan verwacht, zodat de inkomsten met EUR 1,5 miljoen toenemen. De toename van het aantal visa wordt mede veroorzaakt door de uitbreiding van de externe serviceverleners wereldwijd.

Beleidsartikel 5

Verplichtingen 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0

Verplichting en uitgaven

Geen mutaties

Niet-beleidsartikel 6

Verplichtingen 72.011 3.984 2.210 – 4.898 1.296
Uitgaven:
Uitgaven totaal 72.011 3.984 2.210 – 4.898 1.296
6.1 Nominaal en onvoorzien 72.011 3.984 2.210 – 4.898 1.296

Verplichting en uitgaven

Binnen dit artikel wordt de nominale reeks van de HGIS weergegeven. De per saldo verlaging op dit artikel met EUR 2,7 miljoen (+ EUR 2,2 miljoen bij Miljoenennota en – EUR 4,9 miljoen bij 2e suppletoire begroting) wordt veroorzaakt doordat middelen niet werden ingezet voor loon- en prijsbijstelling, onvoorziene uitgaven of effecten van de bijstelling van het HGIS budget als gevolg van de ontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product. Deze vrijvallende middelen worden via de eindejaarsmarge meegenomen naar komend jaar. Een bedrag van EUR 1,3 miljoen wordt nog aangehouden voor eventuele onverwachte tegenvallers binnen de HGIS in de rest van het jaar.

Niet-Beleidsartikel 7

Verplichtingen 681.801 750.943 39.457 – 1.536 788.864
Uitgaven 667.613 793.655 – 443 – 4.348 788.864
7.1.1 Personeel 460.242 506.242 44 – 4.032 502.254
Eigen personeel 452.242 495.742 44 – 4.517 491.269
Inhuur extern 8.000 10.500 0 485 10.985
overige personeel 0 0 0 0 0
7.1.2 Materieel 207.371 287.413 – 487 – 316 286.610
waarvan ICT 40.000 50.000 0 – 1.727 48.273
waarvan bijdragen aan SSO's 55.000 64.739 – 848 – 1.063 62.828
waarvan overige materieel 112.371 172.674 361 2.474 175.509
7.2 Koersverschillen pm pm 0 0 0
Ontvangsten 21.450 44.950 0 – 3.000 41.950
7.10 Diverse ontvangsten 21.450 44.950 0 – 10.000 34.950
7.11 Koersverschillen pm pm 0 7.000 7.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2018 neemt per saldo toe met EUR 37,9 miljoen als gevolg van een technische bijstelling. In de rijksoverheid worden normaliter de apparaatskosten op basis van k=v (kas is gelijk aan verplichting) begroot en verantwoord. De technische specificaties in het nieuwe interne administratiesysteem van BZ leidden er echter toe dat bij het aangaan van meerjarige verplichtingen (zoals huurcontracten in het buitenland) er verschillen ontstaan tussen de uitgaven- en verplichtingentotalen. De verplichtingenstand wordt met deze bijstelling gelijk geschakeld aan de geraamde uitgaven. Dit is conform de geldende bepaling in de comptabiliteitswet (art. 2.14, lid 3).

Uitgaven

De uitgaven nemen af met EUR 4,8 miljoen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. Het afgelopen voorjaar zijn middelen voor intensivering postennet en uitvoeringskosten ontwikkelingssamenwerking aan het apparaatsbudget toegevoegd als uitvloeisel van de afspraken uit het regeerakkoord. Tijdens de opstartfase is het nog niet mogelijk om alle voorziene uitgaven volledig te verrichten zoals de opzet van nieuwe posten in het buitenland en het aannemen van nieuwe personeel.

Ontvangsten

Artikel 7.10 en 7.11

De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 3 miljoen. Enerzijds onstaat dit doordat de geraamde ontvangsten voor vastgoed afnemen. Vanwege een aantal externe factoren (zoals lokale marktontwikkeling) wordt in 2018 minder verkocht dan eerder geraamd. De raming is hiervoor met EUR 10 miljoen bijgesteld. Hier staat tegenover dat vanwege de ontwikkeling van de wisselkoers van de USD, koerseffecten ontstaan. Het ministerie werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zgenaamde corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld en voor het hele jaar gehanteerd. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat een saldo. Voor 2018 wordt rekening gehouden met een meevaller van EUR 7 miljoen.