Akkoord EU Richtlijn betreffende de onderlinge aanpassing van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake toegankelijkheidseisen voor producten en diensten (Toegankelijkheidsakte)
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Brief regering
Nummer: 2018D57022, datum: 2018-11-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-502).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-502 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.
Onderdeel van zaak 2018Z22395:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-12-04 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-05 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-12-05 13:30: EU-Gezondheidsraad d.d. 7 december 2018 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-12-06 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 502 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2018
Op 16 oktober jl. informeerde ik u voor het laatst over de voortgang van de onderhandelingen inzake de Toegankelijkheidsakte.1 2 Met deze brief informeer ik u over huidige stand van zaken.
Principeakkoord
Ik kan u mededelen dat op 8 november jl. een principeakkoord is bereikt over dit Richtlijnvoorstel in het overleg tussen de Commissie, het Europees Parlement (EP) en de Raad van Ministers (triloog) dat dit voorjaar is gestart.
Het voorzitterschap van de Raad hanteerde daarbij als onderhandelingsmandaat de in december 2017 bereikte algemene oriëntatie. De onderhandelingen hebben ertoe geleid dat de reikwijdte van het voorstel ten opzichte van de algemene oriëntatie op enkele onderwerpen is aangepast. Zo zijn zelfbedieningsautomaten bij stedelijk personenvervoer onder de werking van de richtlijn gebracht en is een mogelijkheid opgenomen tot uitzondering van de regels voor alle microbedrijven.
Het richtlijnvoorstel
Het voorstel beoogt binnen Europa de toegankelijkheid tot specifieke producten en diensten te vergroten voor mensen met een beperking. Daartoe worden geharmoniseerde eisen gesteld aan het op de markt brengen van producten en het verlenen van diensten. De normen richten zich op fabrikanten, importeurs, distributeurs en dienstverleners. Harmonisatie van deze normen voor toegankelijkheid moet leiden tot een beter functioneren van de interne markt, zo
is de achterliggende gedachte. Het gaat onder andere om pc's, betaal- en check-in (kaartjes)automaten, e-books en e-readers, bepaalde transportdiensten, telefonie en e-commerce.
Tijdens de onderhandelingen heeft Nederland ervoor gepleit om de aanbesteding van deze producten en diensten buiten de reikwijdte van de richtlijn te laten. Echter, het overgrote deel van de lidstaten had daar geen bezwaar tegen zodat dit onderwerp nu dus onder de werking van de richtlijn valt.
Ik ben, al met al, verheugd dat het de lidstaten in overleg met het Europees Parlement is gelukt om tot een principeakkoord te komen ten behoeve van een meer volwaardige deelname aan de samenleving voor mensen met een beperking.
Het akkoord draagt hopelijk bij aan betere toegankelijkheid in de hele EU van een aantal, voor het dagelijks leven belangrijke, producten en diensten. De te verwachten kosten en opbrengsten zullen tijdens en na implementatie inzichtelijk worden.
Follow up
Na formele bekrachtiging van het principeakkoord door de Europese Raad en het Europees Parlement en de daaropvolgende vaststelling van de richtlijn door de Europese Raad, kan het voorstel in werking treden. Drie jaar na inwerkingtreding moet de regelgeving zijn aangepast; er geldt een overgangstermijn van vijf jaar voor aanbieders van diensten.
De komende maanden zullen de inhoudelijk betrokken departementen inventariseren hoe deze regelgeving in Nederland kan worden geïmplementeerd en hoe daarop zal worden toegezien.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge