Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de doorstart MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31016-173), stand van zaken MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31016-174) en onderzoeken naar aanleiding van de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31016-175)
Ziekenhuiszorg
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2018D59509, datum: 2018-12-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D59509).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J. Bakker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2018Z21970:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-11-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-05 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-12-11 17:00: Doorstart MC IJsselmeerziekenhuizen 31016 - nrs. 173, 174 en 175 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-01-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-04-16 20:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2018D59509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Medische Zorg over de brief over de doorstart MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 173), de brief over de stand van zaken MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 174) en de brief over de onderzoeken naar aanleiding van de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 175).
De voorzitter van de commissie,
Lodders
De adjunct-griffier van de commissie,
Bakker
Inhoudsopgave | blz. | |
I. | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II. | Reactie van de Minister | 9 |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven omtrent de doorstart van de MC IJsselmeerziekenhuizen en in het verlengde daarvan de uitvoering van de moties Ploumen/Rutte (Kamerstuk 31 016, nr. 157) en de motie Rutte c.s. (Kamerstuk 31 016, nr. 123). Zij hebben nog een aantal vragen over de onderzoeksopzet.
Naar aanleiding van de faillissementen zal een viertal onderzoeken worden uitgevoerd. Eén van de onderzoeken zal zich richten op hoe betrokken partijen hebben gehandeld en of zij tijdig en voldoende hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Daarbij wordt gekeken naar drie fasen rond de faillissementen, te weten de periode in aanloop tot surseance van betaling, de periode van surseance van betaling tot uitspreken van het faillissement en de periode na uitspreken van het faillissement. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of hij inzichtelijk kan maken wanneer voor hem de eerste fase is gestart. Klopt het dat het gaat om de enkele weken voorafgaand aan de aanloop tot surseance van betaling? Welke mogelijkheden ziet de Minister om deze periode te verlengen tot bijvoorbeeld de eerste signalen over de financiële en bestuurlijke problemen bij de MC IJsselmeerziekenhuizen begin juli?
Voorts constateren genoemde leden dat in dit onderzoek met name wordt gekeken naar de betrokken stakeholders. Deze leden vragen de Minister of in het onderzoek ook kan worden meegenomen in hoeverre de bestuurders en leden van de raad van toezicht van MC IJsselmeerziekenhuizen de betrokken stakeholders tijdig hebben geïnformeerd, zodat zij daadwerkelijk in de positie zijn gesteld om hun verantwoordelijkheid te nemen.
Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Minister omtrent de stand van zaken en doorstart van de MC IJsselmeerziekenhuizen. Deze leden hebben daarover nog een aantal vragen.
De leden van de PVV-fractie vinden dat de rol van het bestuur van de MC IJsselmeerziekenhuizen onvoldoende aandacht krijgt. Deze leden willen graag dat de onafhankelijke commissie hier expliciet naar kijkt. Het waar nodig kijken naar het functioneren van de governance is in de ogen van deze leden eveneens volstrekt onvoldoende, natuurlijk moet het functioneren van de Governance Code uitgebreid worden onderzocht. De leden van de PVV-fractie twijfelen al langer of deze vorm van zelfregulering niet moet worden aangepast en zien in de gang van zaken rondom deze faillissementen hierin een bevestiging.
De leden van de PVV-fractie lezen dat de invloed van het (hoge) aandeel flexibele contracten wordt onderzocht. Genoemde leden zijn echter van mening dat flexwerkers en zzp’ers al te gemakkelijk als schuldige worden aangewezen. Liever zien deze leden de rol en salarissen van het management, het bestuur en de raad van toezicht onderzocht. De leden van de PVV-fractie missen ook aandacht voor de berichtgeving dat het bestuur dure chemokuren uit Duitsland aanschafte die in Nederland niet worden vergoed.
De leden van de PVV-fractie begrijpen dat de Minister een crisisteam heeft opgericht. Hoe is dit gecommuniceerd naar de betrokkenen? Kan de Minister toelichten wat dit team concreet heeft gedaan? Was het niet verstandiger geweest om als overbrugging een crisis- of noodfonds beschikbaar te stellen? Het dichtdraaien van de geldkraan leidde immers tot paniek en onverantwoorde risico’s. Indien de Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeert dat de patiëntveiligheid in gevaar is geweest, welke conclusies trekt de Minister dan ten aanzien van de werking van ons zorgstelsel?
De leden van de PVV-fractie vinden het onverantwoord dat er geen volwaardige Spoedeisende Hulp (SEH) en afdeling acute verloskunde meer zijn in Lelystad. In de ogen van genoemde leden hadden deze nooit gesloten mogen worden. Ook in de plannen voor de doorstart zijn er geen garanties voor de terugkeer van de SEH of afdeling acute verloskunde. Er wordt slechts gesproken over een spoedpoli voor snij- en schaafwonden. Deze leden vinden dit een aanfluiting in het kader van toegankelijke spoedzorg en vinden dat er geen overdracht aan St. Jansdal kan plaatsvinden zonder garanties van een volwaardige SEH en afdeling acute verloskunde in de toekomst.
De leden van de PVV-fractie snappen dat de Minister nu inzet op een early warning systeem en dat er lessen geleerd moeten worden uit de gang van zaken van dit faillissement. Maar de vorige Minister zei precies hetzelfde bij het eerdere faillissement van het Ruwaard van Putten ziekenhuis. In het eindrapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het faillissement van het Ruwaard van Putten ziekenhuis wordt het belang benadrukt dat zorgverzekeraars maatregelen moeten treffen en een early warning systeem moeten hebben, compleet met draaiboek voor het geval een zorgaanbieder failliet gaat. Wat is er met die aanbevelingen van de NZa uit 2015 gebeurd? Waarom heeft de NZa er niet zelf op toegezien dat zorgverzekeraars deze draaiboeken ook daadwerkelijk gereed hadden?
Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie zich af wat de Handreiking faillissementen in de zorg voor curatoren uit mei 2017, betekent heeft in de situatie van de MC IJsselmeerziekenhuizen.
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de voorgenomen onderzoeken naar aanleiding van de faillissementen van MC IJsselmeerziekenhuizen en MC Slotervaart. Deze leden hebben hierbij enkele vragen die zij graag meegenomen zien worden in de verschillende onderzoeken.
De leden van de CDA-fractie vragen of de onafhankelijk commissie die onderzoek gaat doen naar de gang van zaken rondom beide faillissementen in het onderzoek de volgende vragen mee kan nemen:
– Wat was in de afgelopen vijf jaren de verhouding tussen flexibele contracten (onder gesplitst in zzp, uitzendkracht contract voor bepaalde tijd, payroll etc.) en vaste contracten bij de ziekenhuizen zowel als percentage van het aantal medewerkers als van de totale personeelskosten? Kan deze uitsplitsing ook gemaakt worden van het personeel in de acute as van beide ziekenhuizen?
– Kan een historische tijdlijn gemaakt worden over de afgelopen vijf jaren van alle belangrijke besluiten inclusief wisselingen en benoemingen van het bestuur, de Raad van Toezicht en de Raad van Commissarissen?
– Kan een overzicht gemaakt worden van alle rollen inclusief wettelijke (on)mogelijkheden van bestuur, directie, raad van toezicht en raad van commissarissen? En kan aangegeven worden of het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de NZa en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voldoende wettelijke mogelijkheden hadden?
De leden van de CDA-fractie vragen of de curator in het onderzoek naar de achtergronden en oorzaken van de faillissementen de volgende vraag mee kan nemen:
– Kan een financiële tijdlijn en doorlichting over de afgelopen vijf jaren gemaakt worden, inclusief alle leningen, deelnames en posities?
– Welke zorgverzekeraars waren er afgelopen vijf jaren voor hoeveel geld gecommitteerd aan de ziekenhuizen?
De leden van de CDA-fractie vragen of de IGJ en de NZa in het onderzoek naar eventuele onbehoorlijk financiële constructies de volgende vraag meenemen:
– Kan het geheel aan bedrijven, organisaties, stichtingen, BV’s – inclusief waar ze zijn gevestigd en alle financiële stromen en verplichtingen – in kaart worden gebracht van de bestuurders van beide ziekenhuizen?
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief met betrekking tot de doorstart van de MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 173), de brief met betrekking tot de stand van zaken MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 174) en de brief met betrekking tot de onderzoeken naar aanleiding van de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 175). Genoemde leden hebben naar aanleiding van deze stukken onderstaande opmerkingen en vragen.
De leden van de SP-fractie beginnen deze inbreng met de constatering dat zij het faillissement van het MC IJsselmeerziekenhuis zeer betreuren. Zij zijn van mening dat er veel eerder ingegrepen had moeten worden, zodat alles op alles gezet had kunnen worden om een faillissement te voorkomen. Een proactievere inzet had veel leed bij betrokkenen (waaronder met name patiënten en werknemers) kunnen voorkomen.
Doorstart van de MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 173)
Inmiddels is een doorstart georganiseerd, waarbij het Ziekenhuis St Jansdal een deel van de zorg overneemt. St Jansdal zal de poliklinische zorg in Lelystad en Dronten voortzetten en ook zullen een spoedpoli, diagnostiek, poliklinische operatiekamers en dagbehandelingen een plaats krijgen in het nieuwe ziekenhuis. Dit betekent dat er geen klinische verloskunde of SEH meer zullen zijn in Lelystad. De leden van de SP-fractie hebben al meerdere malen duidelijk aangegeven dit een zeer ongewenste ontwikkeling te vinden. Het argument dat deze leden krijgen op de vraag waarom dit niet mogelijk is, is een tekort aan personeel. Hoe kan het dat huisartsen en verpleegkundigen tegelijkertijd aangeven dat er wel degelijk voldoende personeel is? Wat is de reactie van de Minister op dit standpunt van de huisartsen en verpleegkundigen? Is het signaal dat de heer Winter niet bereid was om (extra) kinderartsen aan te trekken correct? In de brief met betrekking tot de stand van zaken MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 174) wordt ook aangegeven dat er verschillende geluiden zijn over precieze cijfers en percentages over het al dan niet schaars zijn in de regio van bepaalde zorgverleners. Wanneer komt hier meer duidelijkheid over? En hoe kan het, zo vragen de leden van de SP-fractie, dat toegegeven wordt dat hierop nog onduidelijkheid is terwijl dit tegelijkertijd als argument wordt gebruikt als gevraagd wordt waarom er geen klinische verloskunde of SEH kan blijven bestaan in Lelystad?
Zoals in het faillissementsverslag van MC IJsselmeerziekenhuizen B.V en haar gefailleerde dochtervennootschappen is te lezen, heeft/had het ziekenhuis een belangrijk regionale zorgfunctie.1 Wordt deze belangrijke regionale zorgfunctie voortgezet na de overname van de ziekenhuizen door St Jansdal en het Antonius Ziekenhuis in Sneek, zo vragen de leden van de SP-fractie. Zij verzoeken de Minister in zijn antwoord het bericht te betrekken dat de polikliniek in Emmeloord per direct is gesloten.2 En zij vragen in aanvulling hierop wanneer er meer duidelijkheid komt over het lot van de polikliniek in Emmeloord en wat de stand van zaken is met betrekking tot de onderhandelingen met het Antonius Ziekenhuis in Sneek.
Brief met betrekking tot de stand van zaken MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (31016–174)
De leden van de SP-fractie onderschrijven het belang van een zorgvuldige en patiëntveilige overdracht van dossiers. Recent stelden deze leden hier schriftelijke vragen over naar aanleiding van het bericht «Is digitale overdracht van zorgdata bij failliete ziekenhuizen wel gegarandeerd? Neen!»3. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd wanneer deze vragen worden beantwoord en of de genoemde zorgen ook in de overleggen worden meegenomen.
Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een volledig overzicht (inclusief tijdsplanning) van wanneer welke groep patiënten van het failliete Slotervaartziekenhuis worden overgedragen naar andere ziekenhuizen. Wanneer is het voor alle patiënten van het Slotervaartziekenhuis duidelijk waar zij aan toe zijn?
Als het gaat om het early warning systeem lezen de leden van de SP-fractie dat er de komende tijd gewerkt wordt aan een dergelijk systeem door verschillende partijen in samenwerking. Is al duidelijk wanneer het early warning systeem in gebruik kan worden genomen?
Onderzoeken naar aanleiding van de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen (Kamerstuk 31 016, nr. 175)
Zorgverzekeraars hebben een belangrijke rol gespeeld in het faillissement. Zoals in het faillissementsverslag van MC IJsselmeerziekenhuizen B.V en haar gefailleerde dochtervennootschappen is te lezen, hebben de zorgverzekeraars plannen voor een reorganisatie of een gedeeltelijke afbouw niet gesteund. De leden van de SP-fractie vinden het nog steeds schokkend dat een zorgverzekeraar kan besluiten of een ziekenhuis failliet gaat of niet. Kunnen deze leden ervan uitgaan dat er zeer kritisch gekeken zal worden naar de rol van de zorgverzekeraars in deze situatie?
De Kamer heeft meerdere keren gevraagd om alle stukken die relevant zijn in het kader van de faillissementen. In de brief wordt aangegeven dat deze stukken voor de onderzoekscommissie verzameld worden. Kunnen de verzamelde stukken ook aan de Kamer gestuurd worden? De onderzoekscommissie wordt gevraagd zich te richten op drie fasen in het proces rond de faillissementen, een van die fasen is de periode in de aanloop tot surseance van betaling. De leden van de SP-fractie vragen of deze periode iets nader geconcretiseerd kan worden, wat wordt precies verstaan onder de periode in de aanloop? Hoever terug in de tijd zal het onderzoek gaan? Voor verschillende partijen wordt gekeken of ze tijdig en voldoende hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Aangegeven wordt dat waar nodig gekeken wordt naar het functioneren van de governance binnen de ziekenhuizen. De leden van de SP-fractie zijn van mening dat de verantwoordelijkheden van het bestuur, de raad van bestuur en de raad van toezicht belangrijk zijn in het onderzoek naar de faillissementen en vragen daarom een garantie dat de verantwoordelijkheden van deze partijen meegenomen worden in het onderzoek, los van/naast de opzet van het onderzoek door de curatoren.
Wanneer zal de onderzoekscommissie voor de eerste keer bij elkaar komen en wanneer kan de Kamer een tijdspad voor het onderzoek verwachten, zo vragen genoemde leden.
De leden van de SP-fractie stelden eerder de vraag «welke potentiële verdienmodellen bent u dan wel de NZa tegengekomen binnen de ziekenhuisstructuur? Kunt u hiervan een overzicht inclusief toelichtingen geven?» In de brief over de uitwerking van het onderzoek wordt aangegeven dat «De IGJ en de NZa zullen onder meer onderzoek doen naar geldstromen van de ziekenhuizen. De vraag of sprake is van niet-marktconforme transacties ten gunste van bestuurders en aandeelhouders c.q. gelieerde ondernemingen zal daarbij ook aan de orde komen.» De leden van de SP-fractie menen dat de vraag daarmee smaller is geïnterpreteerd dan deze was bedoeld. Zij zouden graag zien dat in het onderzoek gekeken wordt naar een volledig overzicht van potentiële verdienmodellen, niet alleen de niet-marktconforme modellen.
Eerder is aangegeven dat «De NZa onderzoekt op dit moment voor alle veertien ziekenhuizen uit het BDO-rapport of er sprake is van een precaire financiële situatie. De NZa kijkt daarbij ook of er andere ziekenhuizen zijn die in financiële moeilijkheden verkeren. Ik heb de IGJ en de NZa gevraagd mij onmiddellijk op de hoogte te stellen als er ziekenhuizen zijn met serieuze financiële problemen die de continuïteit van de instelling bedreigen». De leden van de SP-fractie vragen of deze vraag in een van de vier onderzoeken meegenomen zal worden of dat dit een apart traject betreft.
Genoemde leden merken op dat er in de onderzoeksvoorstellen nergens aandacht is voor onderzoeksvragen met betrekking tot de reistijden naar de ziekenhuizen en het voldoen aan de 45-minutennorm, dan wel de vraag of de 45-minutennorm herzien zou moeten worden. Op welke wijzen wordt onderzoek naar deze belangrijke thema’s vormgegeven?
Tenslotte vragen deze leden of de rollen, meningen en opvattingen over het traject rondom de faillissementen van patiëntenorganisaties en regionale bestuurders in een van de onderzoeken worden betrokken. De leden van de SP-fractie zien deze belangrijke partijen op dit moment nog niet in de voorstellen terugkomen en zijn van mening dat zij wel degelijk bij het onderzoek betrokken zouden moeten worden.
Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling de brieven gelezen over de onderzoeken naar aanleiding van de faillissementen van MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen, de stand van zaken en de doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen.
Genoemde leden hebben nog de volgende vragen:
1. Is de Minister bereid, conform het gevraagde in de motie Ploumen-Arno Rutte (Kamerstuk 31 016, nr. 157), de definitieve onderzoeksopdracht aan de Kamer te zenden in plaats van alleen een schets van de opzet van de verschillende onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
2. Is de Minister bereid, conform het gevraagde in de motie Ploumen-Arno Rutte (Kamerstuk 31 016, nr. 157) de letterlijke vragen zoals door de Kamer mondeling en schriftelijk gesteld door te geleiden naar de commissie, in plaats van deze te herformuleren en vragen te combineren? Zo nee, waarom niet?
3. Is de Minister alsnog bereid de motie naar letter en geest uit te voeren en de definitieve onderzoeksopdracht aan de Kamer te sturen en alle door de Kamer gestelde vragen, in de door de Kamer gekozen bewoordingen, daarvan deel uit te laten maken? Zo nee waarom niet?
4. Waarom denkt u dat sommige vragen beter passen in het onderzoek door de curatoren of het onderzoek door IGJ en NZa, terwijl de Kamer in de motie gevraagd heeft deze vragen (ook) voor te leggen aan de onafhankelijke commissie?
5. Is de Minister bereid aan de vraag «Welke partij wist en deed op welk moment wat?» toe te voegen: Welke signalen waren er en welke acties zijn daarop ondernomen? Zo nee, waarom niet? Immers, als er geen reactie kwam op duidelijke signalen, wist en deed een partij kennelijk niets maar is dit wel verwijtbaar.
6. Is de Minister bereid aan de kernvragen toe te voegen: «Had dit alles voorkomen kunnen worden bij op enig moment anders handelen van een van de betrokken partijen?» Zo nee, is de Minister het eens dat als er signalen waren en er geen actie ondernomen werd, dit verwijtbaar is?
7. Vanaf welke datum loopt de fase die de Minister benoemt als «De periode in de aanloop tot surseance van betaling»?
8. Waarom voegt de Minister aan de partijen van wie hij het handelen wil laten onderzoeken niet ook de bestuurders van de ziekenhuizen (raad van bestuur en raad van toezicht) toe? Neemt de Minister in de onderzoeksopdracht wel de volledige lijst te onderzoeken partijen op?
9. Waarom «vertaalt» de Minister vraag 18 van de PvdA-fractie, «Hoe is het volgens u mogelijk dat u niet bekend bent met de oorzaak van de financiële problemen, dat de ziekenhuizen in een persbericht nog zeggen dat met name de hoge inhuurkosten van extern personeel hebben geleid tot financiële problemen, terwijl de IJsselmeerziekenhuizen een schuld van drie miljoen euro hadden door het inkopen van dure geneesmiddelen bij Zytoservice?» naar «Wat is de invloed geweest van het (hoge) aandeel flexibele contracten op het verloop van de faillissementen?» en waarom legt de Minister deze vraag alleen voor aan de curatoren in plaats van ook aan de commissie? Kan de Minister uitleggen waarom hij niet bekend was met de financiële problemen van de ziekenhuizen en is de Minister bereid de vraag hoe het kan dat hij niet bekend is met de financiële problemen van ziekenhuizen (die tot faillissementen hebben geleid), ook voor te leggen aan de commissie? Zo nee, waarom niet?
10. Is de Minister bereid bij de vraag aan de IGJ en NZa of er sprake is (geweest) van belangenverstrengeling, de vraag toe te voegen om welke belangenverstrengeling(en) het gaat? Wil de Minister hierbij ook de vraag toevoegen in hoeverre en op welke punten de Governancecode Zorg is overschreden en welke sanctiemogelijkheden daarbij van toepassing zouden kunnen zijn?
Vragen en opmerkingen van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven over de doorstart van de MC IJsselmeerziekenhuizen. Zij willen de Minister hierover nog enkele vragen voorleggen, naar aanleiding van de drie moties van het lid Dik-Faber die op 22 november jongstleden zijn aangenomen.
De motie over de ambulancezorg op Urk (Kamerstuk 31 016, nr. 169) spreekt uit dat Urk de hoofdpost moet worden voor het cluster Noord van de regionale ambulancevoorziening (RAV) Flevoland. De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de brief van 30 november jongstleden (Kamerstuk 31 016, nr. 174) dat de RAV Flevoland vanaf 2 januari zorgt voor een continu parate ambulance op Urk. Wordt Urk hiermee ook de hoofdpost, zo vragen deze leden. Hoeveel ambulances en ambulancemedewerkers worden er in totaal op Urk gestationeerd? En tot wanneer is de financiering van deze continu parate ambulance geborgd?
De leden Dik-Faber en Raemakers hebben de regering per motie gevraagd om zich in te spannen dat aanvullende specialismen die nu binnen het ziekenhuis in Lelystad worden aangeboden door derde partijen behouden blijven en dat deze specialismen goed aansluiten op het bod van de overnemende partij (Kamerstuk 31 016, nr. 170). De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de huidige stand van zaken en naar de wijze waarop de regering deze motie gaat uitvoeren.
Tot slot vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of de Minister bereid is zich, in overleg met relevante partijen zoals de zorgverzekeraar, te blijven inspannen om te kijken naar de mogelijkheden om op de kortst mogelijke termijn een SEH met operatiekamer (OK) en zonder Intensive Care (IC) te realiseren.
Vragen en opmerkingen van de 50PLUS-fractie
De leden van de 50PLUS-fractie hebben kennisgenomen van de brieven en hebben de volgende vragen:
1. De leden van de 50PLUS-fractie willen graag een reactie van de Minister op het bericht dat maatschappelijke organisaties een stichting gaan oprichten met als doel een volwaardig ziekenhuis in Lelystad te behouden.
2. Huisartsen in Lelystad hebben onlangs de noodklok geluid over de toename van het aantal mensen dat zorg mijdt, omdat de reis naar een ander ziekenhuis te duur is. Zilveren Kruis gaat de reiskosten compenseren die patiënten en hun bezoekers moeten maken als gevolg van het faillissement van de IJsselmeerziekenhuizen. De leden van de 50PLUS-fractie vragen of er al afspraken zijn gemaakt met andere zorgverzekeraars (en gemeenten) om gemaakte reiskosten te compenseren.
3. De 50PLUS-fractie wil een reactie van de Minister op het feit dat – ook met het oog op de uitbreiding van Lelystad Airport – St Jansdal het geen realistisch scenario vindt om een volwaardige SEH in stand te houden, ondanks dat de Minister een beschikbaarheidsbijdrage beschikbaar stelt.
4. Tot welke datum is de beschikbaarheidsbijdrage beschikbaar, zo vragen de leden van de 50PLUS-fractie.
5. De leden van de 50PLUS-fractie vernemen graag de stand van zaken betreffende de overdracht van (groepen) patiënten naar andere ziekenhuizen.
6. Graag vernemen de genoemde leden de stand van zaken betreffende de overgang van de geriatrische en bariatrische afdeling naar andere ziekenhuizen.
7. De IGJ en de NZA hebben aangeboden, met behoud van ieders verantwoordelijkheid, de regie te versterken op het traject rond de afbouw van het ziekenhuis en de overdracht van patiënten en dossiers. Genoemde leden willen graag weten hoe deze regie tot nu toe verloopt. De Minister geeft ook aan frequent op de hoogte te worden gehouden over de gang van zaken. Wanneer wordt de Kamer over de gang van zaken geïnformeerd?
8. In de brief van 30 november geeft de Minister aan dat de curatoren «volgende week» concreet duidelijkheid kunnen bieden over welke zorg tot 1 maart aan welke patiënten geleverd kan worden in het ziekenhuis van Lelystad en welke zorg niet. De leden van de 50PLUS-fractie vragen zich af of die duidelijkheid er inmiddels is.
9. Genoemde leden vragen de Minister om uitgebreid in te gaan op het bericht dat de polikliniek van MC IJsselmeerziekenhuizen in Emmeloord per 6 december is dichtgegaan.
10. Zijn er naar het oordeel van de Minister goede afspraken gemaakt met de omliggende ziekenhuizen indien een patiënt via de SEH naar een ander ziekenhuis en een andere hoofdbehandelaar moet? Is er een duidelijk systeem wat eenvoudig de beschikbare bedden per specialisatie weergeeft?
II. Reactie van de Minister
Faillissementsverslag van IJsselmeerziekenhuizen B.V. en haar gefailleerde dochtervennootschappen. Van Benthem& Keulen B.V., 23 november 2018.↩︎
«Polikliniek Emmeloord per direct gesloten». Skipr. 10 december 2018.↩︎
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Is digitale overdracht van zorgdata bij failliete ziekenhuizen wel gegarandeerd? Neen!» Ingezonden 20 november 2018, 2018Z21539.↩︎