Wijziging van de subsidieregeling Stichting Prof. mr. J.R. Thorbeckeleerstoel
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2018D59917, datum: 2018-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VII-79).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende regels voor de verstrekking van subsidie aan de Stichting Professor Mr. J.R. Thorbecke Leerstoel (Subsidieregeling Stichting Professor Mr. J.R. Thorbecke Leerstoel)
- Evaluatie Subsidieregeling Thorbecke Leerstoel
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VII-79 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z23846:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2018-12-18 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-20 11:30: Procedurevergadering Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-01-17 10:00: Procedurevergadering commsisie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-01-23 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019
Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2018
Gelet op artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg ik hierbij het ontwerp van een wijziging van de subsidieregeling Stichting Prof. mr. J.R. Thorbeckeleerstoel aan uw Kamer voor. De huidige subsidieregeling is in werking getreden op 1 oktober 2014 en vervalt per 1 januari 2019. Voorgesteld wordt de regeling te verlengen en op enkele onderdelen te wijzigen. Hieronder wordt dat gemotiveerd.
In 1987 werd de Stichting Prof. Mr. J.R. Thorbecke Leerstoel opgericht. De stichting vestigde de Thorbeckeleerstoel, met als leeropdracht het onderzoeken van de ontwikkeling van de gemeente als bestuurlijk, politiek en juridisch systeem. De statuten van deze stichting vermelden de redenen die toen daarvoor aanleiding gaven als volgt:
«Door de Nederlandse universiteiten wordt geen structurele aandacht geschonken aan de gemeente als bestuurlijk, politiek en juridisch systeem. De noodzakelijke bestuurlijke decentralisatie heeft tot gevolg dat bedrijfsleven, werknemersorganisaties en anderen zich meer dan in het verleden zullen moeten richten op gemeenten, waardoor de behoefte aan inzicht in het functioneren zal groeien. Een bijzondere leerstoel aan de Rijksuniversiteit van Leiden zal in deze behoefte kunnen voorzien. De naam van de leerstoel betuigt eer aan een der grootste hervormers van het Nederlandse staatsbestel, Professor Mr. J.R. Thorbecke. Het is wenselijk deze leerstoel onder te brengen in een instituut dat behalve als wetenschappelijk onderzoekscentrum kan functioneren ten behoeve van een dialoog tussen beoefenaars der wetenschap en vertegenwoordigers van gemeenten en maatschappelijke groeperingen.»
In opdracht van mijn ministerie is mede vanwege de wettelijke verplichting daartoe in 2018 deze subsidieregeling geëvalueerd door het onderzoeksbureau Lysias. Onderzocht is wat de doeltreffendheid is van de regeling en wat de effecten zijn. Het evaluatierapport is bijgevoegd bij deze brief1. Uit het onderzoek blijkt dat de werkzaamheden van de Thorbeckeleerstoel worden gewaardeerd en hebben geleid tot positieve effecten.
Verder zijn de hierboven beschreven bestaansredenen voor een Thorbeckeleerstoel onverminderd groot. De afgelopen jaren heeft een verbreding van de leeropdracht plaatsgevonden, waarbij de leerstoel heeft ingespeeld op grote maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen. Die brede blik valt toe te juichen omdat sinds de decentralisaties in het sociale domein de taken en daarbij horende middelen van de gemeenten sterk zijn toegenomen. Ook worden taken regionaal en in samenwerking met andere overheden en organisaties uitgevoerd. Decentrale overheden experimenteren met nieuwe vormen van democratie en burgerbetrokkenheid. De roep klinkt om meer ruimte te krijgen voor lokaal maatwerk en experimenteermogelijkheden. De Thorbeckeleerstoel is bij uitstek de plek waar deze ontwikkelingen in wetenschappelijke zin geduid kunnen worden.
De belangrijkste aanbevelingen uit de evaluatie zijn om:
• De mogelijkheid te onderzoeken om de subsidie uit te breiden zodat er ook (meer) onderwijs gegeven kan worden.
• De leeropdracht te verbreden naar alle decentrale overheden, nu dit in de praktijk al gebeurt.
• Bij de start van de nieuwe leerstoelhouder duidelijke afspraken te maken over wensen en verwachtingen.
• De statutaire bepalingen over het stichtingsbestuur aan passen aan de gegroeide praktijk.
• Meer te focussen op wetenschappelijke verdieping.
Deze aanbevelingen worden door alle betrokkenen herkend en zijn gezamenlijk opgepakt. De leeropdracht is in de gewijzigde regeling verbreed van gemeenten naar decentrale overheden. De stichting past haar statuten aan.
Op 30 november jl. heeft prof. mr. M.J. Cohen zijn afscheidsrede gehouden als leerstoelhouder van de Thorbeckeleerstoel. Graag wil ik mijn grote dank en waardering uitspreken voor de wijze waarop hij de leerstoel gedurende de afgelopen vier jaren invulling heeft gegeven. Met bijgaande gewijzigde subsidieregeling2 voor de stichting prof. mr. J.R. Thorbeckeleerstoel beoog ik de Thorbeckeleerstoel optimaal toe rusten om op de positieve ontwikkelingen die de afgelopen periode zijn ingezet voort te bouwen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren