[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Özütok, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 30 oktober 2018, over de Venezolaanse vluchtelingenproblematiek op Curaçao

Migratiebeleid

Brief regering

Nummer: 2018D59954, datum: 2018-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30573-167).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30573 -167 Migratiebeleid.

Onderdeel van zaak 2018Z23879:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

30 573 Migratiebeleid

Nr. 167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2018

Met deze brief geef ik – mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken – gehoor aan het verzoek van het Kamerlid Ozütok (GroenLinks) in het ordedebat van 30 oktober jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 16, item 12), waarin wordt verzocht om nader per brief te worden geïnformeerd over de Venezolaanse vluchtelingenproblematiek en de Nederlandse rol in de opvang van migranten.

Uw Kamer is door de Minister van Buitenlandse Zaken op gezette tijden nader geïnformeerd over de verslechterde situatie op politiek, economisch en mensenrechtengebied in Venezuela. Het kabinet houdt deze ontwikkelingen nog steeds nauwlettend in de gaten. De crisis in Venezuela heeft niet alleen gevolgen voor Venezuela, maar ook voor de humanitaire situatie en stabiliteit in de regio. Volgens UNHCR hebben de afgelopen jaren ruim 3 miljoen Venezolanen het land verlaten. Het merendeel van de Venezolaanse migranten heeft een onderkomen gezocht in buurlanden Brazilië, Colombia, Peru en Ecuador. Om landen in de regio te ondersteunen bij een humane opvang, heeft het kabinet afgelopen jaar verschillende internationale organisaties gesteund. In totaal is er 5,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor regionale hulpverzoeken van UNHCR, IOM en het Nederlandse Rode Kruis. Ook is het Koninkrijk betrokken bij regionale initiatieven op het gebied van migratie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken was afgelopen maand vertegenwoordigd bij de migratieconferentie in Quito en de UNHCR missie aan Colombia, Ecuador en Peru.

Er zijn op dit moment nog altijd geen aanwijzingen die duiden op een (aanstaande) grote migrantenstroom richting het Caribisch deel van het Koninkrijk. De migrantenstroom loopt zoals hierboven beschreven hoofdzakelijk over land. Dit neemt niet weg dat Aruba en Curaçao zich al geruime tijd geconfronteerd zien met problematiek rond de instroom van (illegale) migranten. De meest recente cijfers van de Kustwacht over het jaar 2018 laten zien dat in totaal 237 personen zijn onderschept.1 Het gaat daarbij om 44 personen bij Aruba, 185 personen bij Curaçao en 8 personen bij Sint Maarten. Over 2017 zijn ter vergelijking in totaal 326 personen aangehouden en over 2016 in totaal 122. Deze gegevens zijn beschikbaar in gepubliceerde jaarverslagen van de Kustwacht.

Zoals het lid Bosman (VVD) en het lid Van den Berg (CDA) terecht opmerkten in het ordedebat van 30 oktober jl. betreft het migratiebeleid, inclusief de toelating, uitzetting en opvang van (illegale) migranten, een autonome aangelegenheid van de landen binnen het Koninkrijk. De landen bieden elkaar – waar nodig en gevraagd – hulp en bijstand op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Zoals u bekend, heeft de regering van Curaçao op basis van het Statuut reeds een tweetal verzoeken om ondersteuning gedaan. Ten aanzien van deze hulpverzoeken en de ondersteuning die Nederland biedt, verwijs ik u graag naar de beantwoording van de vragen van de leden Van Dijk en Van Raak (beiden SP)2, alsmede de antwoorden op de vragen van het lid Bosman (VVD)3.

Tot slot verwijs ik in reactie op de vraag van het lid De Graaf (PVV) of Venezolanen via Curaçao naar Nederland kunnen komen, naar de eerdere beantwoording van de vragen van het lid Bosman (VVD)4.Toegang tot het grondgebied van of toelating tot verblijf in Aruba, Curaçao of Bonaire, is territoriaal beperkt tot die landen, resp. de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Toegang of toelating betekent daarom niet zonder meer ook toegang of toelating tot Europees Nederland. Venezolanen zijn vrijgesteld van de visumplicht kort verblijf (Schengenvisum), op grond van Verordening (EG) 539/2001 van de Raad van de Europese Unie. Zij hebben daarom geen visum nodig voor reizen met kort verblijf naar Europa. Voor verblijf in Europees Nederland langer dan 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, moeten Venezolanen echter vooraf een machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen bij een Nederlandse ambassade of consulaat in het buitenland, dan wel de kabinetten van de Gouverneurs te Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops


  1. Peildatum Kustwacht op 7 december 2018.↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 664.↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nrs. 2147 en 2148.↩︎

  4. Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2148.↩︎