[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid De Groot over het artikel ‘Bij sterft sneller door verdelger’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2018D60127, datum: 2018-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-970).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2018Z16881:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

970

Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het artikel «Bij sterft sneller door verdelger» (ingezonden 26 september 2018).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 162.

Vraag 1

Kent u het artikel «Bij sterft sneller door verdelger»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u de studie die bijensterfte verklaart vanuit het gebruik van glyfosaat waaraan in het artikel wordt gerefereerd?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u deze studie?

Antwoord 3

Ik heb het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) gevraagd een advies op te stellen over het onderzoek dat is uitgevoerd door Motta e.a. getiteld «Glyphosate perturbs the gut microbiota of honey bees» en over het onderzoek dat is uitgevoerd door Dai e.a. getiteld «The herbicide glyphosate negatively affects midgut bacterial communities and survival of honey bee during larvae reared in vitro».

Het Ctgb komt in dit advies – zie bijlage2 – tot de constatering dat de opzet van beide onderzoeken tekortkomingen vertoont. Enkele voorbeelden hiervan zijn: de grootte van de steekproef, de hoeveelheid voedsel voor de bijen en de doseringen glyfosaat waaraan de bijen werden blootgesteld. Het Ctgb beoordeelt beide onderzoeken als onvoldoende betrouwbaar en de resultaten als niet eenduidig. Bovendien constateert het Ctgb dat de bevindingen in het onderzoek van Motta e.a. niet in overeenstemming zijn met de bevindingen in het onderzoek van Dai e.a.

Het Ctgb ziet in deze onderzoeken geen bewijs voor het beweerde negatieve effect op bijen bij gebruik van glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddelen volgens de voorschriften. Deze onderzoeken zijn daarom voor het Ctgb geen grond voor ingrijpen in de toelating van deze middelen in Nederland.

Vraag 4

Eerder was al aangetoond dat bodembacteriën last kunnen krijgen van glyfosaat; hoe ziet u deze bevinding in het licht van uw visie op kringlooplandbouw, waarin een vitale, gezonde bodem vitaal is voor de landbouwproductie?

Antwoord 4

Ik heb uw Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de analyse van het Ctgb van het onderzoek van Silva e.a. (2017) naar de concentraties van werkzame stof glyfosaat in Europese landbouwgronden. Uit deze analyse bleek dat de gerapporteerde bodemgehalten ruim binnen de concentraties vallen, waarmee gerekend wordt in het dossier van werkzame stof glyfosaat en zijn metaboliet AMPA. Hiervoor geldt dat ze veilig zijn voor mens, dier en milieu (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 523). Het verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die veilig zijn voor mens, dier en milieu past in mijn visie «Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden».

Vraag 5

Geven de resultaten van de studie aanleiding tot het indienen van een verzoek aan de Europese Commissie om de European Food Safety Authority (EFSA) te vragen haar advies ten aanzien van glyfosaat te herzien?

Antwoord 5

De resultaten van beide onderzoeken geven geen aanleiding om een verzoek in te dienen bij de EFSA om haar advies over de werkzame stof glyfosaat te herzien.

Vraag 6

Geeft de studie aanleiding om in Nederland het gebruik van glyfosaathoudende middelen in de landbouw verder aan banden te leggen?

Antwoord 6

Nee, deze onderzoeken geven daartoe geen aanleiding.

Vraag 7

Hoe staat het met de uitvoering van de motie van het lid De Groot die ertoe strekt bepaalde toepassingen van glyfosaat in de landbouw te beperken?3

Antwoord 7

Het lid De Groot heeft tijdens het VSO Commissievoorstellen om restricties op te leggen aan het gebruik van drie neonicotinoïden op 26 april jl. een motie ingediend om glyfosaathoudende middelen voor gebruik buiten geïntegreerde gewasbescherming te verbieden. Ik heb uw Kamer in reactie daarop aangegeven dat het Ctgb bezig is met het herbeoordelen van alle in Nederland toegelaten gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof glyfosaat en dat ik niet vooruit ga lopen op de uitkomst daarvan. Het Ctgb verwacht dat deze herbeoordeling eind 2019 zal zijn afgerond.

Ik zal uw Kamer separaat informeren over de uitvoering van de motie De Groot als de resultaten van de herbeoordeling van het Ctgb beschikbaar zijn.


  1. Volkskrant van 25 september 2018, p. 25↩︎

  2. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎

  3. Kamerstuk 27 858, nr. 426↩︎