[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eerste voortgangsrapportage Wereldbank en wederopbouw Sint Maarten

Gevolgen van de orkaan Irma

Brief regering

Nummer: 2018D60530, datum: 2018-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34773-17).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34773 -17 Gevolgen van de orkaan Irma.

Onderdeel van zaak 2018Z24144:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

34 773 Gevolgen van de orkaan Irma

Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2018

Zoals tijdens de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties van 10 oktober jl. door mij werd toegezegd (Handelingen II 2018/19, nr. 11, item 7), bied ik uw Kamer hierbij de eerste voortgangsrapportage van de Wereldbank over de wederopbouw van Sint Maarten aan1. De rapportage geeft een goed overzicht van de voortgang van de verschillende wederopbouwprojecten die momenteel worden geïmplementeerd. Van de projecten die niet onder de regie van de Wereldbank worden uitgevoerd zal ik in deze brief een huidige stand van zaken schetsen. De wederopbouw is, zoals eerder met uw Kamer gewisseld, een langdurig en complex proces waar veel Nederlands belastinggeld mee is gemoeid. Intussen zien we dat er huizen zijn gerepareerd, dat het oude ziekenhuis wordt hersteld, dat er weer cruiseschepen in de haven liggen en dat het toerisme weer op gang komt. De samenwerking met de Wereldbank en de samenwerking met Sint Maarten en de Wereldbank in de stuurgroep van het trustfonds is goed op gang gekomen. Ondertussen heeft Nederland al twee tranches in het trustfonds voor de wederopbouw gestort, van respectievelijk € 112 mln. en € 150 mln.

Eerste voortgangsrapportage trustfonds Wereldbank

Er is veel gebeurd sinds september 2017, toen orkaan Irma over het eiland raasde. Onmiddellijk na Irma stond het Koninkrijk klaar om de bewoners van Sint Maarten te voorzien in hun basisbehoeften en hielp het met de handhaving van de openbare orde. Ook werden hulpgoederen geleverd en werd de meest vitale infrastructuur, waaronder daken, aangepakt.

Na de noodhulpfase voor de Bovenwindse Eilanden, waarvoor Nederland € 55 mln. beschikbaar heeft gesteld, en in aanloop naar het operationeel worden van het trustfonds bij de Wereldbank verleende Nederland € 7 mln. aan steun voor zogeheten «early recovery»-projecten, voornamelijk uitgevoerd door lokale niet-gouvernementele organisaties. Deze projecten richtten zich vooral op directe en zichtbare effecten voor de Sint Maartenaren. Zo zijn in januari 2018 verdere projecten gestart om daken te herstellen, werden op basisscholen dagelijks schoolmaaltijden uitgedeeld en is psychosociale steun aan kinderen geboden. Dit alles zodat de wederopbouw op geen enkel moment stil zou vallen. Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) heeft nog een «early recovery»-project in uitvoering op het gebied van dakenherstel. Naar verwachting zal UNDP voor eind januari 2019 in totaal 75 daken hebben hersteld.

Voor de wederopbouw op de middellange en lange termijn is voor de Wereldbank gekozen. Dit vanwege de grote expertise van de Wereldbank met vergelijkbare wederopbouwprojecten en met «small island states» en vanwege de zorgvuldige en transparante procedures die door de Wereldbank worden gehanteerd. Daarnaast beschikken zowel Sint Maarten als Nederland, in tegenstelling tot de Wereldbank, niet over de benodigde direct inzetbare capaciteit voor een wederopbouwprogramma van dergelijke omvang. Van de € 550 mln. die Nederland heeft vrijgemaakt voor de wederopbouw zal maximaal € 470 mln. via het trustfonds worden besteed.

Het Internationaal Monetair Fonds schat dat Sint Maarten pas in 2025 volledig hersteld zal zijn van de schade die werd veroorzaakt door Irma. Daarom zal het trustfonds tot 2025 actief zijn. Desalniettemin wordt, zoals uiteengezet in de voortgangsrapportage, sinds het operationeel worden van het trustfonds op 16 april 2018, inmiddels voor $ 102,7 mln. (ca € 90 mln.) aan projecten uitgevoerd. Het betreft hier onder meer de nieuwbouw van een orkaanbestendig ziekenhuis, reparaties aan publieke voorzieningen, het ruimen van puin en de aanpak op de korte termijn van de afvalberg die regelmatig in brand staat. Tegelijkertijd wordt met het door Nederland in het fonds gestorte geld voor $ 145 mln. (ca € 127 mln.) aan projecten voorbereid. Hiervan zal op korte termijn de uitvoering starten. Er wordt onder andere gewerkt aan de voorbereiding van een structurele oplossing voor de afvalproblematiek, financiering van het midden- en kleinbedrijf en aan het herstel van de luchthaventerminal. Hiermee is inmiddels vrijwel de helft van de beschikbare middelen voor het trustfonds voor specifieke projecten geoormerkt.

Afvalproblematiek

Van meet af aan heeft Nederland bij de regering van Sint Maarten en bij de Wereldbank aandacht gevraagd voor de afvalproblematiek. Daarom is de aanpak van de vuilstort als één van de prioriteiten benoemd bij de besteding van de Nederlandse wederopbouwmiddelen. Met betrekking tot de branden op de afvalberg heb ik de regering van Sint Maarten, naast de projecten die via het trustfonds lopen, op haar verzoek ondersteuning aangeboden bij het verrichten van metingen naar de luchtkwaliteit en heb ik aangeboden dit te bekostigen. Sint Maarten heeft dit aanbod geaccepteerd en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu bereidt momenteel in overleg met het Sint Maartense Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu & Infrastructuur en mijn ministerie de metingen voor. Naar verwachting kunnen de metingen in de tweede helft van januari 2019 starten.

Princess Juliana Airport Sint Maarten

De recente ontwikkelingen rond het herstel van de luchthaventerminal baren mij zorgen. Daarvoor ligt een kant-en-klaar plan gereed, dat op 5 november jl. door de leden van de stuurgroep van het trustfonds onder voorwaarden werd goedgekeurd. Deze voorwaarden behelzen de integriteit van en posities in het management en de raad van toezicht van de luchthaven. Internationale expertise is hiervoor nodig. De Royal Schiphol Group heeft Sint Maarten laten weten hierover het gesprek te willen voeren. Voor het plan is $ 100 mln. beschikbaar. De helft in de vorm van een lening door de Europese Investeringsbank en de andere helft in de vorm van een schenking uit het trustfonds aan de regering van Sint Maarten. De Sint Maartense regering zal het totale bedrag op haar beurt weer doorlenen aan de luchthaven voor het herstel van de beschadigde terminal.

De regering van Sint Maarten lijkt vooralsnog niet volledig aan deze oplossing mee te werken en voert intussen gesprekken met andere geïnteresseerde financiers. Financiers die hoge rentes zullen eisen en die de wederopbouw van Sint Maarten niet als hun eerste belang zien. Gesprekken over de financiering van het herstel van de luchthaventerminal duren nu al maanden. Ik heb daarom op 7 december jl. de Minister-President van Sint Maarten in een brief gevraagd welke redenen er kunnen zijn om niet te kiezen voor de financieringsoplossing die door Nederland, de Wereldbank en Sint Maarten gezamenlijk in de stuurgroep van het trustfonds werd ontwikkeld.

Liquiditeitssteun

Over het eerste kwartaal van 2018 heeft Nederland een liquiditeitslening van € 15,3 mln. verstrekt. Dit bedrag is ten laste gegaan van de € 550 mln. voor de wederopbouw van Sint Maarten. In de storting van de tweede tranche voor het trustfonds heeft Nederland € 30 mln. geoormerkt ten behoeve van begrotingssteun in combinatie met een zogeheten «Development Policy Operation» (DPO) bij de Wereldbank. Op 6 juli 2018 heeft de Rijksministerraad op mijn voorstel besloten dat toekomstige liquiditeitssteun aan Sint Maarten aan een dergelijk DPO-programma wordt verbonden, waarin te nemen beleidshervormingen de voorwaarden zullen vormen voor het verkrijgen van toekomstige Nederlandse liquiditeitsleningen. Centraal daarin zullen duurzamere overheidsfinanciën staan. Het is de inzet om voor toekomstige liquiditeitssteun geen aanspraak meer te doen op de € 550 mln.

Technische assistentie

Als autonoom land binnen het Koninkrijk is Sint Maarten verantwoordelijk voor zijn eigen wederopbouw. Sint Maarten is echter een kleine eilandstaat met een beperkte absorptiecapaciteit; daarom is het juist in de fase van wederopbouw van belang dat we Sint Maarten de benodigde expertise en kennis bieden en daarnaast de capaciteit op het eiland helpen opbouwen en versterken. Nederland heeft op het gebied van technische assistentie tot op heden elf verzoeken van Sint Maarten ingewilligd. Zo is onder andere een onderzoek verricht bij de belastingdienst en is er een expert ingezet om de overheid van Sint Maarten te helpen bij de aanpak van de afvalproblematiek. Het kabinet is bereid om ook in de toekomst Sint Maarten tijdens de wederopbouw technische assistentie te blijven verlenen. Daarnaast verleent de Wereldbank bij vrijwel ieder project dat wordt uitgevoerd ook technische assistentie. Het grootste deel van de vergoeding die naar de Wereldbank gaat is dan ook bestemd voor het inzetten van experts en het maken van gerichte analyses die Sint Maarten ondersteunen bij de wederopbouw.

Directe steun

Van de € 550 mln. die het kabinet heeft gereserveerd voor de wederopbouw van Sint Maarten, wordt ongeveer € 80 mln. niet via het trustfonds, maar als «directe steun» verstrekt. Hieronder valt de bijdrage aan de twee politieke voorwaarden die Nederland verbond aan het beschikbaar stellen van de € 550 mln.: de inrichting van de Integriteitskamer en de versterking van het grenstoezicht. Verder wordt met de directe steun onder andere de versterking van de rechtshandhaving (detentie en Korps Politie Sint Maarten), technische assistentie (onder andere rond de afvalproblematiek) en het betrekken van bedrijven uit het Koninkrijk bij de wederopbouw gefinancierd.

Integriteitskamer

Per 28 december 2018 zal naar alle waarschijnlijkheid de Landsverordening Integriteitskamer van kracht worden. Daarmee wordt gevolg gegeven aan de bestuurlijke afspraak tussen Sint Maarten en Nederland om een zelfstandig bestuursorgaan op te richten dat, onafhankelijk van de regering van Sint Maarten, de overheid en bestuursorganen van Sint Maarten adviseert of voorstellen doet over het beleid om integriteit te bevorderen. In de periode april 2018 tot en met december 2018 is het wetstraject waarmee de Integriteitskamer in werking wordt gesteld afgerond. In die periode hebben de kwartiermakers van Sint Maarten en Nederland voorbereidingen getroffen die betrekking hebben op de samenstelling en organisatie, de financiering en bedrijfsvoering, het vinden van geschikte kantoorruimte en op de werving en selectie van personeel. Na de inwerkingstelling van de Integriteitskamer zal in 2019 de benoeming van de leden en voorzitter van zowel de Integriteitskamer als van de Raad van Toezicht plaatsvinden en het secretariaat worden gevormd. De planning is dat de Integriteitskamer medio 2019 operationeel is.

Versterking grenstoezicht

Ter versterking van het grenstoezicht is een onderlinge regeling opgesteld tussen Nederland en Sint Maarten. Op basis van de regeling is met alle betrokken diensten en ministeries op Sint Maarten en Nederland een plan van aanpak opgesteld (april 2018) en is er op basis van een bestedingsplan geld beschikbaar. Het plan van aanpak zet in op versterking voor een periode van twee jaar waarbij structurele resultaten worden bereikt. De focus ligt op opleiding, «twinning», leer- werktrajecten, kennisoverdracht en verbetering van de samenwerking in de hele keten van het grenstoezicht, met optimaal gebruik van lokaal arbeidspotentieel. Met deze tijdelijke versterking wordt de kwaliteit van de betrokken diensten naar een hoger niveau gebracht. De samenwerking tussen het Korps Politie Sint Maarten en de Koninklijke Marechaussee (KMar) verloopt goed. De KMar neemt deel aan het managementteam en heeft daarmee invloed op strategische, tactische en operationele beslissingen. Er zijn nieuwe samenwerkingsverbanden opgezet waaraan alle bij het grenstoezicht betrokken organisaties deelnemen, er is goede samenwerking met de Franse operationele diensten en er is zowel op de luchthaven als in de haven een «alphateam» (samenwerking Korps Politie Sint Maarten, Immigratiedienst, Koninklijke Marechaussee en Douane) actief. Er zijn in het derde kwartaal 2018 veertien nieuwe lokale grensbewakers geworven en de KMar verzorgt opleidingen voor zowel nieuw als bestaand personeel. De Douane Nederland heeft sinds mei 2018 zes fte bijstand geleverd. De bijstand bestaat naast operationele versterking eveneens uit «twinning», het verzorgen van opleidingen, het opzetten en implementeren van werkprocessen en risicogerichte controles en het bevorderen van samenwerking met de andere diensten. Daarnaast is nieuw materiaal aangeschaft zoals voertuigen, scanners, informatiesystemen en veiligheidsmateriaal. De Kustwacht treft de nodige voorbereidingen met betrekking tot de aanschaf van twee mobiele walradars (verwachte in gebruik name in het eerste kwartaal van 2019) en het ophogen van de vlieg- en vaaruren. Al deze maatregelen dragen bij aan de verbetering en versterking van het grenstoezicht ten opzichte van de situatie vóór het verlenen van bijstand door Nederland.

Versterking rechtshandhaving (detentie en Korps Politie Sint Maarten)

In de noodhulpfase, direct na orkaan Irma, is bijstand verleend ten behoeve van de rechtshandhaving. Sinds het aflopen van de noodhulpfase, heb ik in samenwerking met de Minister van Justitie en de Minister voor Rechtsbescherming, de bijstand op het terrein van detentie en ten behoeve van verbetering van het Korps Politie Sint Maarten een vervolg gegeven via directe steun. Gezien de autonome verantwoordelijkheden van het land Sint Maarten, is het niet wenselijk dat deze bijstand een structureel en vrijblijvend karakter heeft. Daarom heb ik voorwaarden verbonden aan het verlenen en verlengen van deze bijstand.

Detentie

De door de overheid van Sint Maarten slecht onderhouden gevangenis Pointe Blanche is door orkaan Irma beschadigd geraakt. Tot het moment dat de gaten in de buitenmuur van de gevangenis door de overheid van Sint Maarten waren hersteld, heeft Nederlands personeel daarom de buitenring van de gevangenis bewaakt. Voor dit en overig urgent herstel aan de gevangenis is bijstand verleend, gefinancierd als directe steun. Nederlandse experts van de Dienst Justitiële Inrichtingen hebben Sint Maarten daarnaast geholpen met het opstellen van een plan van aanpak om de sanctie-uitvoering op korte en (middel)lange termijn te verbeteren. Aan deze bijstand waren afspraken omtrent het opknappen van de gevangenis verbonden. Ik heb het afgelopen jaar meerdere malen bij Sint Maarten aangedrongen op het nakomen van deze afspraken. Helaas moet ik vaststellen dat Sint Maarten onze gezamenlijk overeengekomen afspraken niet, dan wel niet volledig, en niet binnen de gestelde termijn nakwam. Met de Minister van Justitie van Sint Maarten hebben de Minister voor Rechtsbescherming en ik afgesproken dat Sint Maarten op korte termijn een serie van maatregelen zal doorvoeren om de gevangenis significant te verbeteren. Sint Maarten heeft aangegeven ruimte op de begroting te reserveren om de betreffende verbetermaatregelen te bekostigen. Het is aan Sint Maarten om deze afspraken om te zetten in aantoonbare acties en daarvan verslag te doen. Dit is voorwaardelijk voor eventuele verdere Nederlandse technische assistentie.

Ondersteuning Korps Politie Sint Maarten

Het Korps Politie Sint Maarten wordt sinds orkaan Irma materieel en personeel ondersteund. Het politiekorps heeft politievoertuigen en uniformen aangeschaft en een nieuwe meldkamer betrokken. Deze meldkamer zal medio december 2018 officieel worden geopend, is orkaanbestendig en biedt voor het eerst gezamenlijke huisvesting aan de drie hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance). Ook levert de Nationale Politie tijdelijk 34 fte aan personele bijstand en opleiders aan het Korps Politie Sint Maarten. Door de bijstand van Nederlandse politieagenten heeft het korps gelegenheid het eigen (nieuwe) personeel op te leiden. Tegelijkertijd werken Nederlandse en Sint Maartense politieagenten op de werkvloer samen («twinning»), waardoor kennis tussen de beide korpsen continu wordt gedeeld.

Betrekken bedrijfsleven Koninkrijk

Ik heb uw Kamer op 23 maart jl. laten weten dat het Koninkrijksbrede bedrijfsleven gedurende de wederopbouw van Sint Maarten wordt geïnformeerd over de werkwijze en aanbestedingsrichtlijnen van de Wereldbank (Kamerstuk 34 773, nr. 10). Hiermee wordt deze bedrijven de mogelijkheid geboden een bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Sint Maarten. Ik heb hieraan onder meer invulling gegeven door op 28 september jl. in samenwerking met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en NLinBusiness een informatiesessie te organiseren voor het Nederlandse bedrijfsleven. Experts van de Wereldbank hebben toegelicht welke wederopbouwprojecten er in de pijplijn zitten en op welke wijze het bedrijfsleven hieraan kan bijdragen. Onder meer de gevolmachtigde Minister en de Kamer van Koophandel van Sint Maarten waren aanwezig. Meer dan 200 geïnteresseerden hebben deze dag bijgewoond. Ook op Aruba en Curaçao zullen dergelijke bijeenkomsten worden georganiseerd, in samenwerking met de eilandelijke Kamers van Koophandel.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎