[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES)

Nader rapport

Nummer: 2018D60545, datum: 2018-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35109-4).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35109 -4 Regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES).

Onderdeel van zaak 2018Z24152:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 109 Regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES)

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 12 december 2018, aangeboden aan de Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 juni 2018, nr. 2018001136, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 september 2018, nr. W04.18.0160/I, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De redactionele opmerking van de Afdeling advisering van de Raad van State met betrekking tot artikel 68 van het wetsvoorstel is overgenomen. Het voorstel van wet en de memorie van toelichting zijn hierop aangepast.

Naar aanleiding van de redactionele opmerking met betrekking tot de term «privéschip» in artikel 2, eerste lid, is de begripsomschrijving aangepast, zodat deze inhoudelijk overeenkomt met de begripsomschrijving zoals in de Wet openbare registers BES is opgenomen voor «schip». De term «privéschip» is noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen privéschepen en commerciële schepen. Om deze reden is niet gekozen voor de term «pleziervaartuig».

Niet overgenomen zijn de redactionele opmerkingen met betrekking tot:

– het overbrengen van artikel 60 naar hoofdstuk 11 (Overgangsbepalingen): artikel 60 bevat maar ten dele overgangsrecht. Artikel 60 geeft aan de Dienst de bevoegdheid om te bepalen of en in welke gevallen van beschikkingen inzake bijhouding een kennisgeving wordt verstuurd aan belanghebbenden. Wel is de memorie van toelichting hierop aangepast;

– de verwijzing naar de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius: de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius is niet van toepassing. Een verwijzing daarnaar in de memorie van toelichting is daarom niet nodig.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om twee artikelen aan het wetsvoorstel toe te voegen. In het voorgestelde artikel 80 wordt het recht om inzage uit artikel 27 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES uitgezonderd, aangezien voorliggend wetsvoorstel een uitputtende specifieke uitwerking van dat recht bevat. Het voorgestelde artikel 81 bevat de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur beperkingen te stellen ten aanzien van het verstrekken van inlichtingen met betrekking tot een aangewezen soort of aangewezen soorten persoonsgegevens. Deze bepalingen waren wel voorzien, maar ontbraken per abuis in het wetsvoorstel.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 11, vierde lid, een redactionele wijziging ter verduidelijking door te voeren en enkele redactionele verbeteringen. Daarnaast is op enkele plekken de memorie van toelichting verduidelijkt.

Ik moge U verzoeken, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.↩︎