Woningmarktontwikkelingen rond het Groningenveld
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2018D61190, datum: 2018-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-549).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -549 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2018Z24526:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-01-15 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-22 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-02-07 13:30: Mijnbouw (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-02-13 15:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2018-2019 |
33 529 Gaswinning
Nr. 549 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2018
Met deze brief bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het rapport «Woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld, eerste kwartaal 1995 tot en met het tweede kwartaal 2018» van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aan1.
Het CBS verricht in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen onderzoek naar de ontwikkeling van de woningmarkt rondom het Groningenveld en publiceert de bevindingen twee keer per jaar. Het onderzoek schetst een beeld van de algemene ontwikkelingen op de woningmarkt rondom het Groningenveld.
Het onderzoek laat zien dat de woningmarkt in het aardbevingsgebied aantrekt. Het aardbevingsrisicogebied met lage schade-intensiteit ontwikkelt zich vergelijkbaar met het referentiegebied, maar gebieden met gemiddelde en hoge schade-intensiteit blijven nog op een aantal verkoopbaarheidsindicatoren achter bij het referentiegebied.
Gebieden met krimp in het aardbevingsrisicogebied ontwikkelen zich over het algemeen niet significant anders dan gebieden met krimp in het referentiegebied. Dit geldt ook voor gebieden zonder krimp. Er zijn wel significante verschillen tussen gebieden met en zonder krimp. Gebieden met krimp blijven op veel verkoopbaarheidsindicatoren significant achter. De bevindingen uit dit onderzoeksrapport zijn in lijn met de eerdere rapporten.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎