Onderzoek naar de rol van de slachtofferadvocatuur
Rechtsbijstand
Brief regering
Nummer: 2019D00342, datum: 2019-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31753-157).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31753 -157 Rechtsbijstand.
Onderdeel van zaak 2019Z00148:
- Indiener: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-01-15 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-24 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-02-13 14:00: Slachtofferbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-02-20 13:15: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
31 753 Rechtsbijstand
33 552 Slachtofferbeleid
Nr. 157 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 januari 2019
Hierbij bied ik u het rapport «Slachtofferadvocatuur. De rol van de advocatuur in de bijstand van slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven» aan1. Dit onderzoek is in opdracht van het Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) uitgevoerd door het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en de sectie Strafrecht en Privaatrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam.
De afgelopen jaren is een stevige impuls gegeven aan de positie van het slachtoffer. Goede juridische ondersteuning door een slachtofferadvocaat is daarbij noodzakelijk. Met het oog daarop hebben mijn voorgangers de afgelopen jaren geïnvesteerd in de slachtofferadvocatuur, in de vorm van steun voor de specialisatieopleiding voor advocaten (getiteld Rechtsbijstand van EGZ-slachtoffers die slachtoffers bijstaan in het strafproces) en de vergoeding door de Raad voor rechtsbijstand. Om te bekijken hoe dit beleid in de praktijk heeft uitgepakt, heb ik dit onderzoek laten uitvoeren.
Het onderzoek geeft daartoe inzicht in de rol van de slachtofferadvocatuur in het kader van vijf slachtofferrechten: (1) het recht op algemene- en zaaksgebonden informatie, (2) het recht op kennisneming van het dossier, (3) het recht op toevoegen van stukken aan het dossier, (4) het recht op het indienen van een vordering tot schadevergoeding en (5) het spreekrecht. Ook gaat het onderzoek in op de mate waarin slachtofferadvocaten in staat worden gesteld om hun taken uit te voeren. Hierbij is onderscheid gemaakt naar de wijze van doorverwijzing, de opleiding en de vergoeding.
Ik kies ervoor mijn beleidsreactie op dit onderzoek te betrekken bij mijn plannen voor een nieuw stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand, waarover ik uw Kamer in een brief van 9 november jl. heb geïnformeerd.2 Daarmee geef ik tevens uitvoering aan de motie die ertoe strekt bij het inrichten van rechtshulppakketten met voorrang aandacht te besteden aan slachtoffers en deze pakketten conform bestaande afspraken kosteloos beschikbaar te stellen aan slachtoffers van ernstige gewelds- en zedendelicten.3 Ik verwacht uw Kamer dit voorjaar hierover nader te berichten.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker