Stand van zaken asbestdakensanering
Problematiek rondom asbest
Brief regering
Nummer: 2019D01833, datum: 2019-01-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25834-154).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25834 -154 Problematiek rondom asbest.
Onderdeel van zaak 2019Z00820:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-01-23 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-01-23 14:30: Externe veiligheid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-01-24 13:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-30 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
25 834 Problematiek rondom asbest
34 675 Wijziging van de Wet milieubeheer (verwijdering asbest en asbesthoudende producten)
Nr. 154 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2019
In het debat over het wetsvoorstel in de Tweede Kamer op 10 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 11, item 6) heb ik toegezegd u te informeren over de voortgang van de asbestdakensanering en de ingediende moties. In deze brief ga ik in op de moties en een aantal acties in het kader van stand van zaken van de programmatische aanpak versnelling saneren asbestdaken.
Versnellen van de sanering en financiële ondersteuning
Uw Kamer heeft vorig jaar in grote meerderheid ingestemd met de wijziging van de wet Milieubeheer om te komen tot een asbestdakenverbod dat per 31 december 2024 zal ingaan. De eerstverantwoordelijke voor de sanering van een dak is de eigenaar.
Subsidieregeling verwijderen asbestdaken
Om het proces tot sanering van asbestdaken te versnellen is in 2016 de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken opengesteld met een totaalbedrag van € 75 miljoen. In 2019 zal voor 8 miljoen euro aan subsidie worden uitgekeerd. Inmiddels is het maximale bedrag aan aanvragen bereikt en kunnen er geen subsidieaanvragen meer worden ingediend.
De subsidieregeling verwijderen asbestdaken had als doel om het saneren van de asbestdaken te versnellen. Dat is goed gelukt. De verwachting, op basis van de 9,6 mln. vierkante meter die in de eerste drie kwartalen gesaneerd zijn, is dat deze versnelling in 2018 verder doorgezet is en dat de totale sanering boven de 12 miljoen vierkante meter uitkomt. Dit is een ruime verdubbeling ten aanzien van 5 jaar geleden.
Nieuwe aanpak sanering en financiële ondersteuning
Om de versnelling van de sanering van asbestdaken te blijven steunen, werken het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, provincies, gemeenten en IenW samen aan een fonds om deze versnelling door te zetten. Daarmee wordt de omslag van subsidiëring naar financiering gemaakt. Daarnaast zijn er diverse initiatieven op de markt om deze opgave te koppelen aan andere kansen zoals bijvoorbeeld duurzaamheid. Het gaat bijvoorbeeld om de meekoppelkansen voor zonnepanelen die worden opgepakt door energiebedrijven en LTO. Deze bieden echter niet voor iedereen een oplossing.
Asbestfonds
De motie van de leden Von Martels en Ziengs1 vraagt de regering een extra inspanning te doen om in overleg met decentrale overheden en SVn te komen tot een landelijk asbestfonds voor eigenaren van asbestdaken die sanering niet kunnen financieren. Daarmee kan de financiële ondersteuning gericht worden ingezet.
Mede naar aanleiding van deze motie wordt in overleg met banken, decentrale overheden door het stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) een plan van aanpak opgesteld.
Conform de motie is de inzet dat het voorziene fonds zich specifiek zal richten op minder draagkrachtige eigenaren en het mogelijk zal maken om de sanering van hun dak te financieren, waarbij gewerkt kan worden met trekkingsrechten. Dit betekent dat op basis van het aantal vierkante meters asbest dak in een provincie aanspraak gemaakt kan worden op het fonds. Zowel de rijksoverheid, als decentrale overheden als banken dragen bij aan het fonds om zodoende te komen tot een multiplier ten opzichte van de beschikbare publieke middelen. Wanneer de betrokken overheden daarbij een deel van het risico op zich nemen, wordt het mogelijk voor private partijen zoals banken om het overgrote deel van de middelen in te brengen om de sanering te financieren. Op die wijze kan met een beperkte inzet van publieke middelen zoveel mogelijk resultaat worden geboekt om de saneringsopgave ook voor minder draagkrachtigen mogelijk te maken. Uiteraard vergt dit een gedegen analyse van de risico’s en de financiële gevolgen. Daarbij zijn goede afspraken en maatwerk uiteraard van groot belang om te komen tot een goede uitvoering. Het SVn heeft hier veel ervaring mee opgedaan in het kader haar bestaande activiteiten rondom funderingsherstel. Tot slot zou het fonds de mogelijkheid kunnen voorzien om lokale beleidsprioriteiten aan te brengen, bijv. verduurzaming of sloop in combinatie met asbestdakensanering.
Ik richt mij de komende maand op het maken van bestuurlijke afspraken met alle partijen. Het streven is naar inwerkingtreding van het fonds in 2019. Ik informeer u hier voor het zomerreces nader over.
De afvalstoffenheffing
Het amendement van het lid Stoffer2 ziet op het uitzonderen van asbest en asbesthoudende producten die toegepast zijn geweest als dakbedekking. Dit amendement is uitgevoerd en vastgelegd in het uitvoeringsbesluit belastingen op Milieugrondslag3.
De algemene maatregel van bestuur is toegespitst op dakbedekking en voor de vrijstelling is dekking gevonden door de afvalstoffenheffing voor ander afval te verhogen. Hiermee zijn de praktische bezwaren die kleefden aan een vrijstelling ondervangen. Met deze vrijstelling wordt ook een kostenreductie gerealiseerd voor de eigenaren die tussen nu en 2024 aan de slag gaan met de sanering van asbestdaken.
Stand van zaken moties wetgeving
Hieronder ga ik in op de moties die zijn aangenomen tijdens het wetgevingsdebat en een aantal acties in het kader van de programmatische aanpak. In de bijlage vindt u de stand van zaken van de programmatische aanpak4.
Motie van het lid Laçin c.s.5 inzake een landelijk overzicht
Deze motie vraagt om met alle provincies samen een landelijk overzicht op te stellen met het totaal aantal vierkante meters aan te saneren daken en dit te specificeren per gemeente. In het kader van de programmatische aanpak wordt gewerkt aan een kaart met daarop waar inventarisaties hebben plaatsgevonden. Deze kaart wordt gepubliceerd op de website van de programmatische aanpak en zal periodiek worden geactualiseerd. Daarnaast is, zoals hierboven aangegeven, het in beeld hebben van het aantal te saneren asbestdaken nodig om aanspraak te kunnen maken op het fonds. Ik zal u hierover nader informeren voor het zomerreces.
Motie van het lid Laçin c.s.6 inzake handhaving van het asbestdakenverbod
Deze motie verzoekt de regering om samen met VNG te komen tot een uitvoerbaar plan om handhaving na 1 januari 2024 te waarborgen. Ik ben in overleg met VNG hierover en zal u hierover nader informeren voor het zomerreces.
Motie van de leden Kröger en Von Martels7 inzake duurzame meekoppelkansen
Deze motie verzoekt de regering te onderzoeken hoe duurzame meekoppelkansen gestimuleerd kunnen worden. Marktpartijen zoals bijvoorbeeld Friesland Campina en Essent hebben initiatief genomen om daken te saneren en via een lease-constructie zonnepanelen te laten plaatsen. In Friesland is een pilot gestart waarbij eigenaren van asbestdaken samen met energiecoöperaties gebruik kunnen maken van de nieuwe provinciale subsidieregeling «Asbest eraf, Postcoderoos erop». Hierbij wordt samengewerkt met LTO Noord.
Inmiddels blijkt dat het verplicht stellen van het plaatsen van zonnepanelen na het saneren van een asbest dak niet zinvol is. Niet voor ieder dak is het plaatsen van zonnepanelen rendabel. Initiatieven die dit oppakken waar het wèl mogelijk is juich ik toe. In het kader van de programmatische aanpak worden deze initiatieven gedeeld als goede voorbeelden en wordt onderzocht of er ondersteuning nodig is.
Motie van het lid Kröger c.s.8 inzake dumping
Deze motie verzoekt de regering om in te zetten op de effectieve bestrijding door de bevoegde gezagen van het illegaal storten van asbest, daarbij de relevante partijen zoals natuurbeheerders te laten betrekken en het Landelijk Asbestvolgsysteem te benutten. In overleg met omgevingsdiensten en terreinbeheerders uit Noord-Brabant en Drenthe en wordt eerst onderzocht welk asbesthoudend materiaal feitelijk wordt gedumpt. Aan de hand van dit onderzoek, zal ik bezien of en zo ja welke maatregelen nodig zijn.
Motie van de leden Von Martels en ziengs9 inzake asbestleien
Deze motie vraagt kort samengevat om te onderzoeken hoe de aanpak van asbestleiendaken kosteneffectiever kan en of er mogelijkheden zijn om bewoners daarbij te ontzorgen.
De sanering van asbestleien is duurder omdat het gaat om ambachtelijk werk dat niet heel vaak voorkomt. In opdracht van mijn ministerie wordt een afwegingsmodel en een stappenplan voor asbestleien ontwikkeld. Met het afwegingsmodel kunnen eigenaren en andere betrokken partijen bepalen welke saneringsoplossingen en financieringsmogelijkheden, collectief of anderszins, het meest effectief en haalbaar zijn in specifieke situaties. Op basis van het afwegingsmodel wordt een stappenplan opgesteld gericht op de sanering en renovatie, dat op basis van de opgedane ervaringen van A tot Z de verwachte stappen en afwegingen benoemt die specifiek spelen bij de sanering en dakrenovatie gericht op leiendaken. Hiermee geef ik invulling aan deze motie.
Daarnaast is tijdens het wetgevingsdebat gevraagd of het zo is dat kleine hoeveelheden asbest gratis aangeboden kunnen worden aan Milieustraten. VNG heeft op de website een poll geplaatst. Hieruit blijkt dat bij circa 80% van de milieustraten kleine hoeveelheden asbest gratis aangeleverd kunnen worden. In het overleg met de betrokken medeoverheden zal ik dit aankaarten.
Motie van het Van Eijs (Kamerstuk 34 675, nr. 28) inzake alternatieve verwerking
Deze motie verzoekt de regering te onderzoeken hoe zoveel mogelijk asbest verwerkt kan worden tot een nuttige grondstof.
Op 17 juli 2018 heb ik uw Kamer een actueel en zo volledig mogelijk overzicht gestuurd van de beschikbare en in ontwikkeling zijnde verwerkingstechnieken (Kamerstuk 25 834, nr. 148). Het is aan de ondernemers om deze kansen te pakken en uiteindelijk uit te werken tot daadwerkelijk beschikbare verwerkingstechnologieën. De overheid biedt de kaders die deze realisatie mogelijk maken.
Voor verwerking van asbesthoudend staalschroot start de bouw van een fabriek dit jaar en volgens de initiatiefnemer zal deze medio 2020 in bedrijf worden genomen.
Voor de verwerking van asbestcement is het beeld genuanceerder. Het thermisch verwerken van asbest kost veel energie en dat leidt tot een hoge kostprijs. Het thermisch verwerken van een ton asbesthoudend afval wordt daardoor substantieel duurder dan het storten. Een daaruit voortvloeiende verhoging van tarieven is onwenselijk, gelet op de door uw Kamer geuite zorgen over de hoge kostprijs van sanering. Tijdens de behandeling van de fiscale vergroeningsmaatregelen heeft uw Kamer bij amendement deze tarieven juist verlaagd door de afgifte van asbesthoudende dakbedekking vrij te stellen van afvalstoffenbelasting10.
In november 2018 is de eerste pilot gestart van de installatie, waarin asbest met behulp van industriële afvalzuren wordt vernietigd. Deze pilot zal ons meer leren over de mogelijkheden dit proces vervolgens op grotere schaal in te voeren.
Ik blijf deze ontwikkelingen van nabij volgen en waar nodig en mogelijk steunen. Een eerste initiatief voor onderzoek naar de wijze waarop zo veel mogelijk asbest verwerkt kan worden tot een nuttige grondstof, is binnen het ministerie gestart. Daaruit blijkt dat er niet alleen naar de kosten, maar ook naar de potentiële afzetmark voor de gerecycled, asbestvrije grondstof en naar de juridische mogelijkheden om het asbesthoudend afval voor langere tijd op te slaan moet worden gekeken. De kosten zullen waarschijnlijk hoog zijn en over de aanwezigheid van een afzetmarkt bestaat nog onvoldoende zekerheid. Tot slot stellen Europese regels eisen aan tijdelijke opslag van afval.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer