Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de gevolgen van een no-deal Brexit, in het bijzonder voor geneesmiddelen, medische technologie en medisch onderzoek (Kamerstuk 23987-297)
Lidmaatschap van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D04688, datum: 2019-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.W. Krijger, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2018Z24578:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-01-15 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-17 15:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-01-23 10:00: Brexit (Algemeen overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-01-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-01-31 14:00: Gevolgen van een no-deal Brexit, in het bijzonder voor geneesmiddelen, medische technologie en medisch onderzoek - 23987-297 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-03-27 12:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-10 12:00: Informele EU-Gezondheidsraad d.d. 15 april 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-04-11 10:00: Informele EU-Gezondheidsraad d.d. 15 april 2019 (Geannuleerd; omgezet naar een schriftelijk overleg 10 april 2019 om 12.00 uur) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-04-24 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-06-12 10:00: EU-Gezondheidsraad d.d. 14 juni 2019 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister voor Medische Zorg over de brief van 20 december 2018 inzake gevolgen van een no deal brexit, in het bijzonder voor geneesmiddelen, medische technologie en medisch onderzoek (Kamerstuk 23 987, nr. 297). De voorzitter van de commissie, Lodders Adjunct-griffier van de commissie, Krijger Inhoudsopgave Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Reactie van de minister voor Medische Zorg Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief waarin de minister de gevolgen van een no deal brexit voor de Nederlandse gezondheidszorg nader uiteenzet. Deze leden delen de zorgen die de minister uit met betrekking tot de mogelijke verstoring van de leveringszekerheid van medische producten. Het is in de eerste plaats aan de fabrikant om voor een adequate registratie te zorgen waardoor medische producten voldoen aan Europese wet- en regelgeving. Een no deal brexit zou er echter toe kunnen leiden dat deze producten van de een op de andere dag niet langer voldoen aan de eisen, waardoor zij niet in Nederland verkocht of gebruikt mogen worden. Niet door een fysieke wijziging van het product, maar door een wijziging in het stelsel van wet- en regelgeving. Deze leden hebben hierover een aantal opmerkingen en vragen. De leden van de VVD-fractie lezen dat medische producten die na de datum van een eventuele no deal brexit niet geregistreerd staan bij een Europese notified body (aangemelde instantie), niet voldoen aan de markttoelatingsvoorwaarden van de Europese Unie (EU). Kan de minister een indicatie geven van de stappen die benodigd zijn om een medisch product uit een derde land toe te laten tot de Europese markt en het tijdspad dat daar gemiddeld mee gepaard gaat? Is de minister voornemens om te bezien of een versnelde toelating van noodzakelijke medische hulpmiddelen die geregistreerd stonden bij een Britse aangemelde instantie mogelijk is? Fabrikanten dienen tijdig te zorgen dat hun producten voldoen aan wet- en regelgeving, bijvoorbeeld door zich te herregistreren bij een aangemelde instantie in de EU. Heeft de minister zicht op de capaciteit bij aangemelde instanties binnen de EU? Zo ja, zijn deze aangemelde instanties voldoende geëquipeerd om een toestroom van aanvragen op korte termijn te verwerken? Welke consequenties heeft het wijzigen van een aangemelde instantie op zaken als etikettering en documentatie? Gelden er andere procedures voor medische producten waarbij wordt gewisseld van aangemelde instantie ten opzichte van producten die een eerste registratie bij een aangemelde instantie indienen? Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister over de gevolgen van een no deal brexit met betrekking tot geneesmiddelen, medische technologie en hulpmiddelen en medisch onderzoek. Deze leden hebben hierbij enkele vragen. Uit antwoorden op eerder gestelde schriftelijke vragen van de leden van de CDA-fractie blijkt dat meer dan de helft van de farmaceutische import uit het Verenigd Koninkrijk meteen weer wordt uitgevoerd naar andere landen. Genoemde leden vragen of Nederland, of in Nederland gevestigde groothandels of andere bedrijven, aansprakelijk gesteld kunnen worden als door de brexit bepaalde producten (tijdelijk) niet geleverd kunnen worden aan andere landen. De leden van de CDA-fractie vragen of de minister een overzicht kan geven van hoe andere Europese landen zich voorbereiden op de brexit met betrekking tot de import van geneesmiddelen. Zijn er EU-landen die verdergaande maatregelen nemen dan Nederland? Zo ja, welke maatregelen worden dan genomen? En zo ja, waarom neemt Nederland deze maatregelen niet? De leden van de CDA-fractie lezen dat de minister schrijft dat nationale autoriteiten in het risico gestuurd toezicht rekening moeten houden met actoren die misbruik proberen te maken van de situatie door bijvoorbeeld niet-goedgekeurde of vervalste geneesmiddelen op de markt te brengen. Genoemde leden vragen de minister op welke wijze Nederland zich hierop voorbereidt. Met hoeveel fulltime-equivalent (fte) wordt bijvoorbeeld de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) uitgebreid met het oog op een no deal brexit? De leden van de CDA-fractie vragen wat de consequenties van een no deal brexit zijn voor (gepensioneerde) Britten die zich in Nederland bevinden en zorg nodig hebben. Klopt het dat de kosten voor zorg die zij nodig hebben in dat geval niet meer gedekt wordt door de National Health Service (NHS)? Wat betekent dit voor Nederlandse zorgverleners, zorgaanbieders en zorgverzekeraars? Voorts vragen deze leden hoe de vergoeding voor zorg geregeld is voor Nederlanders die zich in het Verenigd Koninkrijk bevinden en zorg nodig hebben, waarbij de behandeling na de datum van uittreding wordt gestart. De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de nadere studie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar de productafhankelijkheden van het Verenigd Koninkrijk klaar is. Wanneer worden fabrikanten, groothandels en zorginstellingen hierover uiterlijk geïnformeerd? De leden van de CDA-fractie vragen of de wettelijke instrumenten waarover de minister beschikt om op te treden bij problemen met de levering van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen eerder zijn ingezet. Zo ja, welke ervaringen zijn daarmee opgedaan? Deze leden vragen tevens of deze instrumenten ook ingezet zouden kunnen worden bij tekorten aan geneesmiddelen die niet door een no deal brexit zijn veroorzaakt. De leden van de CDA-fractie vragen of inmiddels meer duidelijkheid is over de wijze waarop de lidstaten van de EU27 omgaan met de regulatoire status van producten met een Conformité Européenne (CE)-certificaat dat is afgegeven in het Verenigd Koninkrijk. Zo niet, wanneer kan deze duidelijkheid wel worden gegeven? Vragen en opmerkingen van de D66-fractie De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het onderzoek naar de gevolgen van de brexit voor medische zorg. Genoemde leden betreuren het ten zeerste dat het Verenigd Koninkrijk gekozen heeft voor het verlaten van de EU. Mocht het Verenigd Koninkrijk dit besluit herzien, dan blijft het Verenigd Koninkrijk wat deze leden betreft een welkome partner binnen de EU. Ondertussen moet Nederland zich voorbereiden op verschillende scenario’s, waarbij een brexit zonder akkoord het meest chaotische scenario lijkt. De leden van de D66-fractie zien dat op alle ministeries grote inspanningen geleverd worden om de gevolgen voor Nederland zoveel mogelijk te beperken, zoals voorliggend onderzoek dat door de minister is uitgevoerd. Genoemde leden zien echter ook dat nog veel onduidelijkheid bestaat over onder meer de leveringszekerheid van geneesmiddelen. Zij willen niet dat patiënten hiervan de dupe worden en hebben daarom vragen aan de minister. De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de beschikbaarheid van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen na de brexit. Zij begrijpen dat er volgens het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) bij 18 soorten medicijnen leveringsproblemen op kunnen treden. Heeft de minister een uitputtende lijst van genees- en hulpmiddelen waarbij leveringsproblemen op zullen treden? Zo nee, wanneer zal de minister een dergelijk totaaloverzicht hebben? Probeert de minister voor elk genees- en hulpmiddel waarbij leveringsproblemen waarschijnlijk lijken, omdat deze uit of via het Verenigd Koninkrijk worden geïmporteerd, een alternatief te vinden? Zijn er genees- of hulpmiddelen bekend waarvan het onwaarschijnlijk is dat er voor de brexit een oplossing is gevonden? Is het mogelijk om voor deze genees- en hulpmiddelen vooraf een grotere voorraad aan te houden zodat na de brexit minder snel knelpunten ontstaan? Kunnen producenten van hulpmiddelen rondom de brexit versneld een CE-certificaat binnen een Europese lidstaat verkrijgen? De leden van de D66-fractie constateren dat het moeten overstappen op een ander medicijn voor patiënten ingrijpend kan zijn en kan leiden tot bijwerkingen. Zijn er situaties in beeld waarbij door leveringsproblemen patiënten moeten overstappen op een middel waarvan zij waarschijnlijk bijwerkingen krijgen? Zijn patiënten hierover geïnformeerd? Is voor die patiënten al een passende oplossing gevonden? Genoemde leden vragen of magistrale bereiding een passende oplossing zou zijn voor die geneesmiddelen waarbij het vinden van een passend alternatief onwaarschijnlijk lijkt. De minister geeft aan, zo lezen de leden van de D66-fractie, dat zorginstellingen en zorgverzekeraars zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen voorbereiding op de brexit. Genoemde leden vragen of de minister hen daarbij begeleidt. Hoe vult de minister zijn regierol hier in? Welke zorgen en knelpunten worden door instellingen en zorgverzekeraars het meest genoemd en hoe helpt de minister hen om deze problemen op te lossen? Hebben alle ziekenhuizen en zorginstellingen hun eigen organisatie doorgelicht en oplossingen gevonden voor mogelijke knelpunten? Heeft de minister de zorginstellingen in beeld die hier nog niet aan begonnen zijn of hiervoor niet de capaciteit hebben? Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de gevolgen van een no deal brexit en hebben hierover nog enkele vragen. De minister geeft aan, zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie, dat wanneer fabrikanten hun producten niet op tijd en op de juiste wijze hebben geregistreerd of aangemeld conform de bestaande EU-wetgeving, productcertificaten ongeldig kunnen zijn omdat zij niet voldoen aan markttoelatingseisen van de EU zoals deze voor derde landen gelden. Er bestaat dan een reëel risico dat geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en/of experimentele medische producten voor (lopend) medisch onderzoek vast komen te staan bij de grens tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Kan de minister aangeven of fabrikanten zich op dit moment al conform de eisen voor derde landen kunnen registreren? Bestaat reeds zicht op het aantal fabrikanten dat zijn producten nog moet aanmelden? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat regulatoire onduidelijkheid kan ontstaan voor het markttoezicht, de geldigheid van certificaten en de geldigheid van reeds afgegeven handelsvergunningen voor medische producten die al op de markt zijn en die uitgegeven zijn in het Verenigd Koninkrijk. Hierbij gaat het specifiek om producten die al op de EU-markt gebracht zijn (geneesmiddelen, hulpmiddelen) die mogelijk niet langer voldoen aan eisen die gesteld worden in EU-wetgeving met betrekking tot onder andere registratie, certificering en toezicht. Kan de minister aangeven of er mogelijkheden zijn dat al voorafgaand aan een mogelijke no deal brexit kan worden vastgesteld om hoeveel medische producten dit gaat en of er procedures zijn om aan de nieuwe markttoelatingseisen te voldoen? De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de brief dat de minister het RIVM heeft gevraagd een nadere studie uit te voeren om de productafhankelijkheden van het Verenigd Koninkrijk binnen deze sector beter in kaart te brengen voor zover dit überhaupt mogelijk is. Wanneer verwacht de minister deze studie naar de Kamer te kunnen sturen? De minister geeft aan, zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie, dat de Geneesmiddelenwet de mogelijkheid biedt om bij leveringsproblemen van geneesmiddelen uit het Verenigd Koninkrijk waarvoor geen geschikt alternatief op de markt is, te besluiten tot gebruik van een apothekersbereiding. Onder welke voorwaarden kunnen apothekers hiervoor in aanmerking komen? Op welke wijze bereidt de minister apothekers voor op dit mogelijke besluit, zo vragen genoemde leden. Staat de minister hierover in contact met apothekersorganisaties? De leden van de GroenLinks-fractie vragen in hoeverre de minister een beeld heeft van het aantal medicijnen dat mogelijk niet meer op de markt wordt gebracht en het aantal patiënten, dat hierbij is betrokken. Kan de minister een schatting geven om hoeveel medicijnen en patiënten dit gaat? Genoemde leden vragen of de minister voornemens is deze patiënten tijdig in te lichten over eventuele tekorten en alternatieven. Waar kunnen patiënten terecht die vragen hebben over een mogelijk tekort? Vragen en opmerkingen van de SP-fractie No deal gevolgen voor andere beleidsterreinen van VWS De leden van de SP-fractie vragen de minister hoe de assessment procedure eruit ziet voor Britse zorgverleners die in Nederland willen werken. Kan de minister verduidelijken hoe deze procedure eruit gaat zien, welke eisen deze procedure stelt en hoe lang deze procedure duurt? Voorts vragen de leden van de SP-fractie de minister of hij aparte afspraken met het Verenigd Koninkrijk maakt over een waarschuwingsmechanisme voor disfunctionerende zorgverleners. Genoemde leden vragen om een uitgebreide toelichting hierop. De leden van de SP-fractie vragen of Nederlandse zorgaanbieders voldoende op de hoogte zijn van het feit dat na het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, Britse burgers niet meer hun rekening bij het Centraal Administratie Kantoor (CAK) kunnen indienen en of maatregelen worden genomen om er zeker van te zijn dat de zorgaanbieders hun patiënten hier voldoende over zullen informeren? Geneesmiddelen (ook experimentele geneesmiddelen) De leden van de SP-fractie vragen hoe wordt beoordeeld en/of geïnventariseerd of er een dreigend tekort is en of er dus voldoende aanleiding is voor de werkgroep Geneesmiddelentekorten om tijdelijk de export via parallelhandel stop te zetten. Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister over de mogelijk gevolgen van een no deal brexit, in het bijzonder voor geneesmiddelen, medische technologie en medisch onderzoek. Genoemde leden maken graag gebruik van de mogelijkheid hierover enkele vragen te stellen. De leden van de SGP-fractie lezen dat er ten gevolge van een no deal een mogelijke verstoring kan optreden in de leveringszekerheid van medische producten. De firma EY en het RIVM hebben een inventarisatie gemaakt van de productafhankelijkheden van het Verenigd Koninkrijk. Genoemde leden vragen of de minister een indicatie kan geven van de hoeveelheid medische producten die in het geding is. Deze leden vragen over welke aantallen en hoeveelheden het precies gaat. Deze leden vragen of er specifieke medicijnen en/of medische producten zijn waarover de minister zich extra zorgen maakt. Vooral voor producten met een korte houdbaarheidsdatum kan een no deal problematisch zijn. De leden van de SGP-fractie vragen of het mogelijk is om medische producten, met name producten met een korte houdbaarheidsdatum en producten die voor patiënten letterlijk van levensbelang zijn, een voorrangsstatus te geven, zodat zo min mogelijk frictie ontstaat rondom het transport van deze producten. Is het mogelijk dat de minister hierover afspraken maakt met douane, IGJ, fabrikanten en importeurs, totdat nadere afspraken zijn gemaakt met het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot import en export van medische producten? De leden van de SGP-fractie lezen dat de minister via diverse kanalen probeert de zorgsector actief te informeren over de stand van zaken betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Genoemde leden hebben waardering voor de inzet van de minister op dit punt. Zij vragen de minister of hij zicht heeft op de voorbereidingen van de zorgsector op de brexit en meer in het bijzonder op een no deal scenario. Is de Nederlandse zorgsector klaar voor de brexit, zo vragen deze leden. Reactie van de minister