Overzicht relevante moties en verzoeken in relatie tot problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering
Bijlage
Nummer: 2019D05740, datum: 2019-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Integrale aanpak problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering van maatschappelijke en religieuze instellingen (2019D05738)
Preview document (š origineel)
Bijlage: Overzicht relevante moties en verzoeken in relatie tot problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering Nummer Motie Verantwoordelijk departement Verwachte afronding Kamerstukken II, 2018, 29614, 93nr. 82 Sjoerdsma/Segers over een nieuw onafhankelijk onderzoek naar buitenlandse financiering BZ Interdepartementaal is onder coƶrdinatie van BZ met deelname van SZW, BZK, JenV en FIN een programma van eisen opgesteld waarna het onderzoek via het WODC is uitgezet. Op grond van een door het WODC geschreven startnotitie wordt het onderzoek begin 2019 aanbesteed. Oplevering van het onderzoek staat gepland voor het najaar van 2019. Kamerstukken II, 2018, 29614, nr. 86 Becker over een centraal informatiepunt SZW Zie voor beantwoording de Kamerbrief Integrale aanpak Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering. Kamerstukken II, 2018, 29614, nr. 87 Becker/Segers over geen subsidie voor organisaties die integratie tegenwerken SZW Subsidieverstrekking is in principe een autonome bevoegdheid van gemeenten. De Algemene wet bestuursrecht (titel 4.2) biedt het kader, maar de gemeente gaat zelf over de vraag waaraan zij subsidie verleent; het college van B&W heeft zich hierover aan de Raad te verantwoorden. Dat neemt overigens niet weg dat het Rijk met gemeenten hierover bestuursafspraken zou kunnen maken, bijv. in het kader van de bestrijding van radicalisering, maar die zijn in beginsel niet in rechte afdwingbaar. Met de oprichting van de Taskforce Problematisch gedrag & ongewenste buitenlandse financiering wordt de ondersteuning en advisering vanuit het Rijk aan gemeenten geĆÆntensiveerd. In deze advisering wordt meegenomen dat de keuze om geen subsidie te verstrekken aan een organisatie een interventiemogelijkheid is binnen de Driesporenaanpak. Kamerstukken II, 2017-2018, 29614, nr. 92 Van der Staaij/Hiddema over het verkennen en uitwerken van nieuwe voorstellen om de ongewenste financiering van moskeeĆ«n aan te pakken niet in de weg mag staan aan het benutten van de bestaande mogelijkheden om misstanden aan te pakken JenV Het benutten van bestaande civielrechtelijke en strafrechtelijke mogelijkheden is begin oktober jl. besproken tijdens het reguliere overleg van de minister van Justitie en Veiligheid met het College van procureurs-generaal. Tijdens dit overleg is vanuit het College van procureurs-generaal aangegeven, dat het Openbaar Ministerie actief gebruik maakt van alle strafrechtelijke mogelijkheden in het geval er strafrechtelijke gedragingen worden geconstateerd. Ten aanzien van een civielrechtelijk organisatieverbod heeft het College aangegeven dat deze weg, mede in het licht van de vrijheid van godsdienst, lastiger begaanbaar is. In dit verband is de voorgenomen aanscherping van artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek relevant; zie de Kamerbrief Problematisch Gedrag & Ongewenste Buitenlandse Financiering voor nadere toelichting. Met het bespreken van het benutten van de civielrechtelijke en strafrechtelijke mogelijkheden tijdens de Overlegvergadering van MinJenV met het College van procureurs-generaal kan de motie als afgedaan worden beschouwd. Kamerstukken II, 2017-2018, 29614, nr.93 Heerma/Segers over gemeenten ondersteunen bij de aanpak van onwenselijke buitenlandse beĆÆnvloeding JenV Naar aanleiding van de motie van de leden Pieter Heerma en Segers over ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van onwenselijke buitenlandse beĆÆnvloeding is ook nader gekeken of de Wet Bibob een aanvullende rol kan vervullen. Voor de toepassing van Bibob zijn twee aspecten van belang: er dient sprake te zijn van een overheidshandeling, bijvoorbeeld een vergunning of vastgoedtransactie met de overheid, en er moet het ernstig gevaar bestaan dat de vergunning of vastgoedtransactie met de overheid (mede) wordt gebruikt om strafbare feiten te plegen of om financieel voordeel uit strafbare feiten te benutten. Voor het ontvangen van financiering uit het buitenland is geen vergunning vereist. Er is dus geen sprake van een overheidshandeling waarop Bibob kan worden toegepast. Het ontvangen van geld kan dus niet onder de toepassing van Bibob worden gebracht. Denkbaar is dat het ontvangen geld wordt gebruikt voor een vergunningplichtige activiteit of een vastgoedtransactie met de overheid. Op die vergunningaanvraag of de vastgoedtransactie kan dan de Wet Bibob van toepassing zijn. Van belang is dan of sprake is van ernstige vrees dat de vergunning of de vastgoedtransactie gebruikt wordt voor het plegen van strafbare feiten of om financieel voordeel uit strafbare feiten te benutten. Het feit dat de financiering afkomstig is van een bepaalde (onwenselijke) bron, bekent uiteraard niet automatisch dat met de vergunning (bijv. een gebruiksvergunning) strafbare feiten zullen worden gepleegd. 29 614, 88Kamerstukken II, 2018, 29614, nr.99 Karabulut/Segers over het zo tijdig mogelijk delen van informatie over buitenlandse financiering met gemeenten JenV Zie voor beantwoording de Kamerbrief Integrale aanpak Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering. 5497 Rutte / Becker - het bericht āIS-gangers welkom in El Tawheed-moskeeā SZW Op 27 maart 2018 heeft lid De Graaf het verzoek gedaan om de Kamer een brief te doen toekomen naar aanleiding van een artikel uit de TPO. Deze ging op grote lijnen in op het algemene radicaliseringsbeleid in Amsterdam en de toenemende religieuze dawaa aldaar door al dan niet problematische of zelfs extremistische sprekers, sommigen expliciet bij naam genoemd. Ten aanzien van de preventieve aanpak in gemeente Amsterdam is in de Kamerbrief Preventie radicalisering (dd 26 april 2018) al kort ingegaan op het rapport van de Taskforce over de bedrijfsvoering en integriteitsvraagstukken en de Quickscan over de aanpak van gemeente Amsterdam. Het verzoek van lid De Graaf is als aangegeven in het stenogram breder bedoeld dan zich alleen toespitsend op de problematiek van radicalisering. Ten aanzien van de integrale aanpak van extremistische sprekers verwijs ik dan ook naar de kamerbrief die door de minister van Justitie en Veiligheid op 28 mei 2018 naar uw Kamer is gestuurd met daarin een overzicht van de maatregelen die worden genomen tegen extremistische sprekers en de verspreiding van radicaal gedachtengoed door individuen of organisaties. 34775-VI, nr. 109 (27 juni 2018) Motie Rutte/Van der Staaij inzake motie over een actief vervolgingsbeleid bij uitingsdelicten extremistische predikers. JenV De motie is een bevestiging van staand beleid. Verzoek om brief en debat, ingediend tijdens Regeling van Werkzaamheden dd 04-09-2018 SZW Naar aanleiding van de publicatie van het promotieonderzoek van Mohammad Nazar Soroush heeft de Telegraaf op 4 september 2018 een artikel geplaatst waarin gesproken werd over āeen groeiende groep jonge salafisten op wie de politiek geen greep gaat krijgenā. Het ministerie van SZW heeft naar aanleiding van het verzoek van lid Heerma contact gehad met Tilburg University. Op dit moment wordt intern onderzoek verricht naar het promotieonderzoek, omdat deze mogelijk niet van voldoende kwaliteit zou zijn. Indien de uitkomsten van dit onderzoek daartoe aanleiding geven, zal het ministerie van SZW de Kamer een inhoudelijke reactie doen toekomen. Kamerstukken II 2017/18, 29614, nr. 93. De minister voor Rechtsbescherming heeft tijdens het betreffende debat reeds enkele kanttekeningen geplaatst. Bron: Handelingen II 2017/18, nr. 87, item 3, p. 33ā34 en 43.