Reactie op het Deltaplan Biodiversiteitsherstel
Biodiversiteit
Brief regering
Nummer: 2019D05742, datum: 2019-02-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26407-114).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 26407 -114 Biodiversiteit.
Onderdeel van zaak 2019Z02621:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-02-13 15:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-20 11:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-03-14 10:15: Debat over insectensterfte (Plenair debat (debat)), TK
- 2019-03-21 14:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
26 407 Biodiversiteit
33 576 Natuurbeleid
Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2019
Op 19 december jl. presenteerde een brede maatschappelijke beweging het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. In deze brief licht ik de hoofdpunten van het Deltaplan toe en geef ik mijn reactie, zoals door u gevraagd (in de brief van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het verzoek van het lid Grashoff, Handelingen II 2017/18, nr. 80, item 15). Hiermee geef ik gelijktijdig invulling aan de gewijzigde motie met Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 53 om het Deltaplan Biodiversiteitsherstel inhoudelijk te ondersteunen.
Deltaplan Biodiversiteitsherstel
Aanleiding voor het Deltaplan is de sterke afname van de rijkdom aan planten en dieren in Nederland. Herstel van de variëteit aan soorten, ecosystemen en landschappen is van belang voor een rijkere natuur en is ook de basis voor ons welzijn en onze welvaart. Een levende en gevarieerde bodem en voldoende bestuivende insecten vormen de basis voor een gezonde en toekomstbestendige voedselproductie1.
Om deze afname in biodiversiteit te keren, hebben 18 leiders uit de land- en tuinbouw, retail, agroindustrie, wetenschap en natuur- en milieuorganisaties in de Verklaring van Driebergen vastgelegd hier gezamenlijk aan te willen gaan werken. Daartoe hebben zij uit hun midden een aantal kwartiermakers gekozen om een vernieuwende aanpak uit te werken.
Dit heeft geleid tot een gezamenlijk droombeeld van de betrokken organisaties en een aanpak gebaseerd op een brede samenwerking van boeren, terreinbeheerders, particulieren, onderzoekers en overheden op gebiedsniveau.
De kern van die aanpak is om individuele grondgebruikers te belonen voor hun bijdrage aan het creëren van gunstige omstandigheden voor biodiversiteit. Er zijn vijf kritische succesfactoren gedefinieerd die het voor grondgebruikers aantrekkelijk maken een bijdrage te leveren aan herstel van biodiversiteit. Deze succesfactoren zijn: 1) draagvlak en gedeelde waarden, 2) het realiseren van nieuwe verdienmodellen, 3) stimulerende en coherente wet- en regelgeving, 4) nieuwe kennis en innovatie en 5) gebiedsgerichte samenwerking tussen alle grondgebruikers in een regio. Doordat iedereen een positieve bijdrage kan leveren aan deze succesfactoren wordt het herstel van biodiversiteit een verantwoordelijkheid van allemaal.
Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel beschrijft drie werkroutes die samen 90% van het Nederlandse landoppervlak beslaan: natuurgebieden, het landbouwareaal en de openbare ruimte. Daarnaast bevat het een aanpak voor monitoring om prestaties te optimaliseren en daarmee de effectiviteit van alle inspanningen te verbeteren. Biodiversiteitsherstel staat niet op zichzelf en is volgens de opstellers verbonden met uitdagingen zoals klimaatverandering, het bieden van toekomstperspectief aan boeren, het creëren van een aantrekkelijk landelijk gebied om te wonen, werken en recreëren, de landschappelijke inpassing van de energietransitie en het voldoen aan verschillende internationale verplichtingen op het gebied van natuur, milieu en de kwaliteit van bodem, water en lucht.
Werkroute landbouw
De landbouw kan als een van de grootste grondgebruikers en drukfactor op biodiversiteit een belangrijke rol spelen in herstel. Hierbij is van belang dat boeren voldoende beloond worden voor de inspanningen die zij leveren. Centraal in deze werkroute staat het vergroten van de functionele agrobiodiversiteit met een levende en weerbare bodem als uitgangspunt, en een inzet van bestuivers en natuurlijke plaagbestrijding die bijdraagt aan gezonde en duurzame teelten. Bovendien kan landbouw gunstige biotopen produceren voor wilde dieren en planten en nutriënten- en biomassa kringlopen zoveel mogelijk sluitend maken.
Werkroute natuur
De aanpak voor deze werkroute is het bevorderen van de biodiversiteit in de natuurgebieden door een combinatie van gebiedsgerichte samenwerking rondom de natuurgebieden. Hierbij moet de verbinding met natuurgebieden verbeteren door een ander beheer van landbouwgrond en openbare ruimte. Ook een grotere waardering voor de inspanningen van natuurbeheerders zal leiden tot een verbetering van de biodiversiteit.
Werkroute openbare ruimte
Na de landbouw is de openbare ruimte de grootste grondgebruiker van Nederland, waarbij het gaat over de inrichting, het beheer en onderhoud van infrastructuur als wegbermen, spoorbermen, dijken en dergelijke) De inrichting, de bouw en het beheer van de openbare ruime draagt nu nog onvoldoende bij aan biodiversiteit. Binnen deze werkroute wordt gekeken of de uitbreidingen van bebouwing en infrastructuur in de openbare ruimte de natuur in het omliggende landelijke gebied versterkt en stadsnatuur verrijkt.
Tot slot heeft dit proces geleid tot committeringen van alle betrokken partijen en hun achterban wat zij zelf gaan bijdragen aan deze aanpak.
De komende tijd gaan betrokken organisaties concreter aangeven wat het vraagt om tot resultaten te komen en gaan zij de monitoring en de governance praktisch inrichten. Daartoe betrekken zij ook partijen die nog niet aan tafel zitten – waaronder overheden – om zo de kans op succes te vergroten.
Mijn reactie
Algemeen
Ik heb grote waardering voor de samenwerking die deze partijen hebben opgezocht en gevonden. De samenstelling en achterban van deze partijen is groot en zeer divers en weerspiegelt een belangrijk deel van de samenleving.
Dat al deze partijen zich inzetten voor onze natuur, de basis voor ons welzijn en welvaart, verdient steun. Ik vind het sterk dat naast wetenschap en natuurorganisaties ook boerenorganisaties en commerciële partijen onderdeel zijn van deze coalitie. Dit is belangrijk voor het slagen van het initiatief en maakt de gebiedsgerichte aanpak van het Deltaplan ook een ketengerichte aanpak. Dit sluit ook goed aan bij uitgangspunten van de Rijksnatuurvisie van 2014 (Kamerstuk 33 576, nr. 14).
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld, bijvoorbeeld in mijn reactie op het Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds (Kamerstuk 33 576, nr. 141) en naar aanleiding van de achteruitgang van de insecten (Kamerstuk 33 576, nr. 130), acht ik het van groot belang dat we verkennen hoe we, bovenop onze bestaande inzet in binnen- en buitenland, verder kunnen bijdragen aan het versterken van de biodiversiteit. Samen met andere overheden en maatschappelijke partners werk ik hier aan, bijvoorbeeld via het Interbestuurlijk Programma (IBP), onderdeel Vitaal Platteland. Het breed gedragen Deltaplan Biodiversiteitsherstel biedt mogelijkheden om hierin extra stappen te zetten.
Droombeeld en succesfactoren
Het droombeeld en de doelen van het Deltaplan komen tegemoet aan onze inzet vanuit het Regeerakkoord:
• De aanpak van de werkroute landbouw past bij de ontwikkeling van de agrofoodsectoren die bijdragen aan een duurzame voedselvoorziening;
• Het verbeteren van de biodiversiteit in natuurgebieden door juist daaromheen de milieudruk te verminderen en biodiversiteit te versterken is de kern van het Deltaplan;
• Ruimte voor ondernemers en het versterken van innovatiekracht is een belangrijk element in de aanpak van het Deltaplan;
• Bij de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur nemen we maatregelen om de belasting voor het klimaat, de luchtkwaliteit en de leefomgeving te beperken;
• De aanpak voor de Regio Deals en het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland laten parallellen zien met de aanpak in het Deltaplan Biodiversiteitsherstel: gezamenlijk en gebiedsgericht integrale oplossingen uitdenken en uitvoeren voor complexe opgaven rond klimaat, waterkwaliteit, natuur en leefbaarheid.
Werkroute landbouw
Er zijn veel overeenkomsten tussen de doelen van het Deltaplan en van mijn visie «Landbouw, Natuur en Voedsel: waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 72) op het gebied van biodiversiteit. We werken allebei toe naar een landbouw met minder emissies naar de omgeving, een vergroting van de biodiversiteit en betere verdienmodellen. We volgen daarbij een vergelijkbare aanpak via succesfactoren en de noodzakelijke samenwerking met alle relevante partijen.
Ik wil mijn werkzaamheden voor het realiseren van de visie daarom laten samenlopen met de activiteiten van het Deltaplan op het gebied van de biodiversiteit. Dit om ervoor te zorgen dat we concrete stappen gaan zetten in het kader van de realisatie van mijn visie.
Specifiek wil ik met de kwartiermakers afspraken maken over de meerjarige Rijksinzet die nodig is om het Deltaplan te doen slagen, de mogelijkheden verkennen voor verdienmodellen voor kringlooplandbouw in combinatie met biodiversiteitsherstel, en hun praktijkkennis en ideeën betrekken bij de heroverweging van wet- en regelgeving. Ook wil ik de ideeën vanuit het Deltaplan Biodiversiteitsherstel over onder andere de biodiversiteitsmonitor en landschapselementen betrekken bij de GLB-pilots (Kamerstuk 33 576, nr. 135) en het Nationaal Strategisch Plan. De GLB pilots zijn ontworpen om een nieuw GLB-model te ontwerpen, te testen en te verbeteren. In de pilots wordt getoetst hoe de landbouw in evenwicht kan komen met klimaatverandering en hoe dit samen kan gaan met het behoud van het boerenlandschap en versterking van de biodiversiteit. Ik zal u hierover verder informeren in mijn brief met het realisatieplan van de LNV-visie.
Werkroute natuur
Ik onderschrijf de hoofdlijn van de werkroute natuur. In mijn brief (Kamerstuk 33 576, nr. 118) over de evaluatie van het Natuurpact heb ik omschreven dat voor het bereiken van onze internationale doelen, aanvullende maatregelen nodig zijn en wat de vervolgacties zijn. Ik betrek hierbij, in samenspraak met de provincies, de kennis en ideeën van de kwartiermakers.
Werkroute openbare ruimte
Het is terecht dat het Deltaplan veel aandacht besteedt aan de openbare ruimte, zoals (de omgeving van) infrastructuur en bedrijventerreinen. Vanwege de omvang hiervan en het grote aantal betrokken grondeigenaren en anderszins belanghebbenden is dit een belangrijke categorie. Het zwaartepunt van deze werkroute ligt bij de Minister van I&W. Ik werk veel met de Minister van I&W samen op het gebied van biodiversiteit, zoals bijvoorbeeld in de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Daar werken we ook met andere overheden en private partijen samen aan toekomstbestendige grote wateren waar hoogwaardige natuur goed combineert met krachtige economie. Ik betrek de praktijkkennis en ideeën van de kwartiermakers op dit gebied bij mijn samenwerking met het Ministerie van I&W en andere partijen.
Monitoring
Uiteraard zal de uitvoering van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel door hen worden gevolgd. De voorgestelde monitoringsaanpak hierbij biedt perspectief voor het nog op te stellen monitoringssysteem voor de kringlooplandbouw zoals in de LNV-visie aangekondigd. Ik herken het belang en de uitdaging om het monitoren van inspanningen en van biodiversiteit op een landelijk, een regionaal en een gebiedsniveau te verbinden en wil eraan bijdragen om dit zo goed mogelijk met elkaar te combineren. Voor de monitoring van biodiversiteit op gebieds- en landelijk niveau moet de aanpak verder uitgewerkt worden. Ik ga deze uitwerking financieel ondersteunen en verken momenteel de mogelijkheden voor de monitoring van insecten in het agrarisch gebied.
Governance
Waar nodig of gewenst ondersteunt het Ministerie van LNV dit initiatief. Ik vind het echter belangrijk dat de regie blijft waar deze nu ligt: bij de organisaties zelf. Een governance voor een effectieve uitvoering die dit borgt juich ik toe. Verder heb ik mijn hulp aangeboden om dit gezamenlijk uit te denken en ga ik de kwartiermakers hiervoor met een financiële bijdrage ondersteunen.
Voor het slagen van dit plan is het belangrijk dat ook andere overheden mee gaan denken en dat wil ik faciliteren door een gesprek met relevante departementen en de kwartiermakers te organiseren.
De komende tijd wordt al (los van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel) op meerdere manieren integrale gebiedsgerichte innovatie opgepakt en te combineren met de opgaven op andere verduurzamingsterreinen, zoals bijvoorbeeld klimaatmitigatie en -adaptatie. Voorbeelden daarvan zijn de Regio Deals en IBP Vitaal Platteland.
Ik wil kijken of we tot goede koppelingen kunnen komen tussen de innovatie die al wordt opgepakt en de ideeën van het Deltaplan. Het is daarom goed om, samen met de andere betrokkenen, te bekijken of en hoe de innovatie die al wordt opgepakt en het oppakken van de ideeën in het Deltaplan elkaar kunnen versterken.
Vervolg
Ik kijk uit naar de samenwerking met de kwartiermakers en naar het bundelen van onze energie. En ik ga graag met de Kamer in gesprek over uw ideeën om dit maatschappelijke initiatief tot een succes te maken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Het volledige Deltaplan Biodiversiteitsherstel kunt u vinden via: https://www.samenvoorbiodiversiteit.nl/.↩︎