Voorkomen van stapeling en ophoging van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premies
Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Brief regering
Nummer: 2019D06040, datum: 2019-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24515-466).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24515 -466 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting.
Onderdeel van zaak 2019Z02803:
- Indiener: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-02-14 13:00: Armoede- en schuldenbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-02-19 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-06 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-03-07 14:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 466 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2019
Een maatregel uit het regeerakkoord, en onderdeel van de zogeheten Brede Schuldenaanpak1, is het maximeren van de stapeling van boetes vanwege te laat betalen en het maximeren van bestuursrechtelijke premies. Op 3 juli 2018 is de tijdens het VAO Brede Schuldenaanpak en Armoede ingediende motie van het lid Bruins c.s. aangenomen.2 In deze motie wordt de regering verzocht om zich in te spannen om de stapeling en ophoging van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premies zoveel mogelijk te voorkomen en hierbij ook kritisch naar haar eigen rol te kijken. Op 5 december 2018 heeft de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzocht om hierover voor het overleg Armoede- en Schuldenbeleid in februari 2019 te worden geïnformeerd. Met deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.
Deze brief stuur ik mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ik ga hieronder in op de volgende onderwerpen:
– Verhogingen bij boetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv);
– Maximering bestuursrechtelijke premie CAK (Verbeteringen wanbetalersregeling);
– «Stapeling» boetes op andere terreinen;
– Rol kabinet in het bestrijden van de schuldenproblematiek.
Verhogingen bij Wahv boetes3
Bij niet of te laat betalen worden de verkeersboetes op grond van de Wahv verhoogd. Het uitgangspunt is dat een sanctie daadwerkelijk moet worden ondergaan. Het doel van de verhogingen is om de overtreder aan te zetten om te gaan betalen.
Verkeersboetes kunnen worden voorkomen als men zich aan de wet houdt. Naast het tijdig betalen van boetes, kunnen verhogingen worden voorkomen door gebruik te maken van de mogelijkheid om de boete in termijnen te betalen, wanneer betaling in één keer niet mogelijk is. Zoals aangekondigd in de brief over Brede Schuldenaanpak zijn de mogelijkheden hiertoe voor verkeersboetes met ingang van 1 januari 2019 verder verruimd, in die zin dat voor bedragen vanaf 75 euro een betalingsregeling mogelijk is.
Op 25 juni 2018 ontving uw Kamer naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van het lid Raemakers (D66) gegevens over de effectiviteit van de verhogingen bij Wahv-boetes.4 In deze brief kondigt de Minister voor Rechtsbescherming verder een verdiepend onderzoek aan naar de effectiviteit van de verhogingen en de (dwang)middelen die worden ingezet bij het innen van verkeersboetes op grond van de Wahv. Het onderzoek kost meer tijd dan is voorzien. De Minister voor Rechtsbescherming verwacht uw Kamer dit najaar te kunnen informeren over de resultaten. Tegelijkertijd laat de Minister voor Rechtsbescherming een onderzoek uitvoeren naar het versturen van een tussentijdse betalingsherinnering. Daarmee zouden burgers die hun boete mogelijk vergeten te betalen tijdig een attendering krijgen, zonder dat direct een verhoging wordt opgelegd. In het onderzoek worden haalbaarheidscriteria, zoals kostenaspecten en mogelijk andere innovatieve oplossingen in kaart gebracht. De uitkomsten van dit onderzoek zullen indien mogelijk samen met eerdergenoemd onderzoek naar verhogingen met uw Kamer worden gedeeld.
Maximering bestuursrechtelijke premie CAK (Verbeteringen wanbetalersregeling)
Verzekerden met een betalingsachterstand ter hoogte van zes maanden zorgpremie kunnen door hun zorgverzekeraar worden aangemeld bij het CAK voor het bestuursrechtelijke premieregime. Deze personen blijven verzekerd bij hun zorgverzekeraar, maar betalen in plaats van de zorgpremie aan de verzekeraar voortaan een hogere bestuursrechtelijke zorgpremie aan het CAK (€ 138,50 per persoon, per maand). Het aantal wanbetalers is gedaald van circa 325.000 eind 2014 naar circa 223.000 op 1 januari 2019, doordat zorgverzekeraars op grote schaal betalingsregelingen hebben getroffen met verzekerden. Soms met gedeeltelijke kwijtschelding. Op het moment dat een betalingsregeling wordt getroffen met de zorgverzekeraar wordt direct weer de normale premie betaald.
Aanvullend op deze (en andere) maatregelen, wordt vanaf 1 augustus 2018 de eindafrekening bestuursrechtelijke premie kwijtgescholden. Dit houdt in dat voor iedere wanbetaler die zijn schuld bij de zorgverzekeraar heeft voldaan eventuele openstaande bestuursrechtelijke premie wordt kwijtgescholden. In de praktijk leidde de eindafrekening regelmatig tot nieuwe betalingsproblemen en recidive en was het incassopercentage van de eindafrekeningen beperkt. Het kwijtschelden van de eindafrekening biedt een positief vooruitzicht voor schuldenaren die in actie komen. Dit is met name belangrijk om de wanbetalers die tot het granieten bestand behoren en niet in beweging komen, aan te zetten tot actie. Om deze groep te bereiken is ook persoonlijk contact van belang. Om die reden hebben het Ministerie van VWS en SZW het CAK en de Ombudsman Amsterdam een subsidie verstrekt om wanbetalers thuis te bezoeken en onderzoek te doen naar de te leren lessen.
In 2019 zal deze maatregel meegenomen worden in de evaluatie van de Wet «verbetering wanbetalersmaatregelen» in de praktijk).5 Uw Kamer ontvangt in het najaar van 2019 het eindrapport van deze evaluatie van de Minister voor Medische Zorg en Sport.
Het CAK is tevens verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling voor onverzekerden. Het CAK (in samenwerking met de SVB) spoort onverzekerde verzekeringsplichtigen op. Als een onverzekerde verzekeringsplichtige geen actie onderneemt (zich verzekert dan wel aantoont dat er geen verzekeringsplicht bestaat) volgt na drie maanden een boete van € 402,24. Dit bedrag komt overeen met drie maanden zorgpremie die betaald had moeten worden. Is vervolgens wederom na drie maanden tijd geen verzekering afgesloten dan volgt een tweede boete, gelijk aan nogmaals drie maanden zorgpremie. Hierna volgt een ambtshalve verzekering. In 2017 is in totaal € 12,6 miljoen aan boetes opgelegd. Voor een deel betreft dit seizoenarbeiders en buitenlandse studenten.
De stapeling is beperkt tot tweemaal een boete ter waarde van driemaal de standaardpremie, die pas volgt na aanschrijving door het CAK en een periode van twee keer 3 maanden. In de evaluatie van de regeling in 2014 is geconstateerd dat «de regeling onomwonden effectief en efficiënt is in het reduceren van het aantal onverzekerden». De Minister voor Medische Zorg en Sport voorziet dan ook geen aanpassingen in deze regeling.
«Stapeling» boetes op andere terreinen
Conform de wens van de indieners van de motie Bruins c.s. heb ik ook de stapeling van boetes op andere terreinen verkend. Het onderzoek van Atos Consulting naar wet- en regelgeving en uitvoeringsbeleid op het gebied van het invorderen van schulden door rijksoverheidsorganisaties, eerder aan u aangeboden op 28 juni 2018, laat zien dat stapeling van boetes in de zin van verhogingen bij te laat betalen zoals bij het CAK en CJIB zich niet op andere terreinen voordoet.6 Bij de andere bestuursorganen volgt op boetes die niet tijdig betaald worden, al dan niet voorafgegaan door een betalingsherinnering, een aanmaning tegen wettelijk vastgestelde aanmaningskosten van € 7 of € 16 afhankelijk van de hoogte van de schuld.7
Eigen rol overheid
De indieners van de motie Bruins c.s. vragen het kabinet bij het bestrijden van de schuldenproblematiek niet alleen naar private partijen te kijken, maar ook kritisch naar de eigen rol van de overheid. Het kabinet realiseert zich terdege dat het aanpakken van de schuldenproblematiek zich niet beperkt tot private partijen maar dat een brede, gezamenlijke aanpak noodzakelijk is. De overheidspartijen maken daar onverkort deel van uit. Met de rijksincassovisie8 is daarvoor het fundament gelegd. Overheidspartijen moeten meer oog hebben voor de positie van de schuldenaar. Het maken van een onderscheid tussen mensen die niet kunnen betalen («niet-kunners») en mensen die niet willen betalen («niet-willers») kan hen daarbij helpen. Hoewel deze ontwikkeling door partijen is ingezet, blijkt uit de praktijk dat hier echt nog winst kan worden behaald. Het kwadrantenmodel dat is ontwikkeld door het CJIB om (beter) onderscheid te maken tussen verschillende typen debiteuren en hun (betaal)gedrag (niet kunnen of niet willen betalen), kan hieraan een bijdragen leveren. Zoals uit het Actieplan Brede Schuldenaanpak9 blijkt, hecht het kabinet veel belang aan het bevorderen van een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso, niet in de laatste plaats door de overheid. Dit is dan ook de derde actielijn van de Brede Schuldenaanpak. Deze actielijn bevat een stevig pakket aan maatregelen gericht op het voorkomen van onnodige ophoging van schulden en een betere bescherming van het bestaansminimum. De voorbereiding van de daarvoor noodzakelijke wetgeving is in gang gezet en aan de implementatie van gerealiseerde wetgeving wordt onverminderd en met prioriteit gewerkt. Uw Kamer wordt in het voorjaar van 2019 geïnformeerd over de voortgang van de maatregelen uit de Brede Schuldenaanpak.
Om te komen tot een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso is, zoals hierboven reeds genoemd, de Rijksincassovisie opgesteld. Deze heeft als doel overheidsinstanties meer samen te laten werken, zodat beter rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en omstandigheden van de schuldenaar en onnodige ophoging van vorderingen wordt voorkomen. Uw Kamer is op 14 januari jl. geïnformeerd over de stappen die tot dan toe zijn gezet om te komen tot een meer zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso.10
Tot slot
In het geval van de zorgverzekeringpremies en de verkeersboetes zijn verbetermaatregelen om onnodige kostenophogingen tegen te gaan ingezet. Het CAK verstuurt geen eindafrekeningen meer en scheldt vorderingen op nog openstaande eindafrekeningen kwijt. Betalen in termijnen van verkeersboetes is met ingang van 1 januari 2019 verder verruimd en een onderzoek naar de hoogte en effectiviteit van verhogingen van verkeersboetes loopt volop.
Met de uitvoering van de Brede Schuldenaanpak blijven we uiteraard onverkort met alle betrokken partijen inzetten op het voorkomen van problematische schulden dan wel het oplossen daarvan en kijken we hierbij kritisch naar de rol van de overheid.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Kamerstuk 24 515, nr. 431↩︎
Kamerstuk 24 515, nr. 434↩︎
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften↩︎
Kamerstuk 29 279, nr. 445↩︎
Artikel Ib van de Wet verbetering wanbetalersmaatregelen↩︎
Kamerstuk 24 515, nr. 446↩︎
Buiten beschouwing zijn gelaten de opslagkosten die een alimentatieplichtige aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen moet betalen indien betaling van achterstallige alimentatie achterwege blijft. Deze opslagkosten bedragen 15% over de achterstand met een minimum van € 19,–. Tevens wordt over de lopende alimentatiebijdrage een opslag van 15% berekend met een minimum van € 19,–.↩︎
Kamerstuk 24 515, bijlage bij nr. 336↩︎
Kamerstuk 24 515, nr. 431↩︎
Kamerstuk 24 515, nr. 457↩︎