Het rapport ‘Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief’ van de Nationale ombudsman
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D06113, datum: 2019-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z02807).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Raemakers, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z02807:
- Gericht aan: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: R. Raemakers, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z02807
Vragen van het lid Raemakers (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het rapport «Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief» van de Nationale ombudsman (ingezonden 13 februari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Behoorlijk invorderen vanuit het burgerperspectief» van de Nationale ombudsman?1
Vraag 2
Herinnert u zich dat de Kamer in juli 2018 de motie van de leden Bruins (CU), Raemakers (D66), Peters (CDA), De Lange (VVD) en Van Dijk (SP) met unanieme stemmen aannam, waarin de regering wordt opgeroepen «de Kamer op zo kort mogelijke termijn te informeren over de stand van zaken en de aanpak om de stapeling en ophoging van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premies te maximeren»?2
Vraag 3
Waarom is de Kamer tot op heden nog steeds niet geïnformeerd over deze aanpak? Welke acties heeft u in de tussentijd al wel ondernomen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het sturen van een kosteloze betalingsherinnering een manier kan zijn om de stapeling en ophoging van boetes en premies te voorkomen?
Vraag 5
Klopt het, zoals de Ombudsman in zijn rapport stelt, dat de overheid vaak geen kosteloze betalingsherinnering stuurt als mensen te laat betalen?
Vraag 6
Klopt het, zoals de Ombudsman in zijn rapport stelt, dat organisaties als het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) ook helemaal geen betalingsherinneringen hoeven te versturen? Betekent dit ook dat bijvoorbeeld het CJIB nooit betalingsherinneringen verstuurt?
Vraag 7
Welke overheidsinstanties sturen niet (altijd) een betalingsherinnering? Zijn er overheidsinstanties die hier wel structureel gebruik van maken? Zo ja, waarom kiezen overheidsinstanties voor verschillende werkwijzen teneinde hiermee om te gaan?
Vraag 8
Klopt het dat de rijksoverheid in de brochure «Gedragstechnieken voor brieven en e-mails» verschillende opties beschrijft waarmee betalingsherinneringen tot positief gedrag kunnen leiden? Waarom brengen overheidsinstanties deze technieken niet altijd zelf in de praktijk?
Vraag 9
Wat vindt u van de aanbeveling van de Ombudsman, in zijn rapport, om als overheidsinstantie eerst altijd een kosteloze betalingsherinnering te sturen?
Vraag 10
Wat is er bekend over de voordelen van het versturen van betalingsherinneringen?
Vraag 11
Hoe past nu (vaak) het niet versturen van betalingsherinneringen bij het feit dat u de aanbeveling van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderschrijft om bij de ontwikkeling van beleid en wetgeving uit te gaan van een realistisch perspectief van redzaamheid van mensen en daarbij gebruik te maken van gedragswetenschappelijke inzichten?
Vraag 12
Zou het versturen van betalingsherinneringen mensen, waaronder die met minder doenvermogen, kunnen helpen om niet in problematische schulden te komen, dan wel om problematische schulden terug te dringen?
Vraag 13
Overweegt u in het kader van de brede schuldenaanpak om overheidsinstanties te verplichten of te prikkelen om betalingsherinneringen te sturen?