[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Kwint en Westerveld over peperdure zesweekse schoolreizen van vierduizend euro

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D07951, datum: 2019-02-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1710).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z01487:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1710

Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over peperdure zesweekse schoolreizen van vierduizend euro (ingezonden 29 januari 2019).

Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 26 februari 2019).

Vraag 1

Wat vindt u van het bericht «Vader woedend over schoolreisje van 4.000 euro: «Dit bedrag is ons totale vakantiebudget»»?1

Antwoord 1

Ik heb met gemengde gevoelens kennisgenomen van dit bericht.

Vraag 2

Mogen scholen hun onderwijs meerdere weken uitbesteden aan organisaties zoals ’t Wylde Leren? Acht u het wenselijk dat scholen hiervan gebruik maken? Kunt u uw antwoorden toelichten?

Antwoord 2

Ik zie hier een onderscheid in wat toegestaan is, en wat wenselijk is. Onder voorwaarden is het mogelijk om een deel van het onderwijs buiten de school te (laten) organiseren. Scholen hebben veel ruimte om zelf, met instemming van de medezeggenschapraad invulling te geven aan de onderwijstijd. Scholen hebben daarbij ook de mogelijkheid om een aangepast programma te bieden aan leerlingen, als dat in het belang van deze leerlingen is. Voor de invulling van onderwijstijd gelden de volgende voorwaarden:

het onderwijs moet worden gegeven onder verantwoordelijkheid van de school waar de leerling is ingeschreven,

het programma wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van een docent van die school of door iemand anders die op grond van de wet met het verzorgen van onderwijs belast mag worden, en

de medezeggenschapsraad van de school moet ermee hebben ingestemd dat een deel van de onderwijstijd op deze manier wordt ingevuld.

Als een onderwijsactiviteit aan deze voorwaarden voldoet, is het in beginsel toegestaan. Een buitenlandse reis kan een verrijkende en leerzame ervaring zijn en daarmee een waardevolle invulling van een deel van de onderwijstijd.

In het kader van kansengelijkheid zie ik echter een groot nadeel van een project als ’t Wylde Leren. Er treedt ongelijkheid op tussen leerlingen die meegaan en leerlingen die niet meegaan, zeker wanneer daar financiële redenen aan ten grondslag liggen. Bij dit project is sprake van zeer hoge kosten en zal dit zeker het geval zijn. Hoewel het initiatief strikt genomen binnen de kaders van de wet lijkt te kunnen vallen, op basis van de informatie die ik nu heb, zie ik dus ook potentiële nadelen van dergelijke reizen. Daarom vind ik het van groot belang dat scholen terughoudend omgaan met dergelijke initiatieven en een zorgvuldige afweging maken bij het beoordelen van deelname, in het belang van de ontwikkeling van alle leerlingen. Daarnaast moeten besturen duidelijk kunnen maken hoe de kwaliteit van het onderwijs is geborgd bij activiteiten zoals deze.

Vraag 3, 4, 5, 6

Hoeveel en welke organisaties zijn er in Nederland die leerreizen van meerdere weken aanbieden aan scholen en leerlingen? Hoeveel organisaties bieden schoolreisjes aan? Hoe ontwikkelden deze aantallen zich in de afgelopen jaren?

Zijn de begeleiders op deze leerreizen altijd bevoegde docenten?

Heeft u zicht op het aantal scholen dat hun leerlingen toestemming geeft om deel te nemen aan langdurige leerreizen? Zo ja, hoeveel scholen zijn dit jaarlijks? Zo nee, bent u bereid om dit te inventariseren per schoolsoort?

Heeft u zicht op het aantal leerlingen dat jaarlijks deelneemt aan langdurige leerreizen? Zo ja, hoeveel leerlingen zijn dit jaarlijks? Zo nee, bent u bereid om dit te inventariseren?

Antwoord 3, 4, 5, 6

Ik heb geen zicht op het aantal organisaties dat leerreizen aanbiedt en de invulling van deze leerreizen. ’t Wylde Leren schrijft op haar website dat er bevoegde docenten mee op reis gaan. Ik zie op dit moment nog geen aanleiding voor verdere inventarisatie. Wel wil ik bij de VO-raad informeren of zij zicht hebben op dergelijke activiteiten bij hun leden en welke ontwikkeling zij zien (zie ook het antwoord op vraag2.

Vraag 7

Klopt het dat toestemming van de leerplichtambtenaar niet aan de orde is voor deze reizen, omdat die niet gaat over het onderwijsprogramma van scholen? Kunt uw antwoord toelichten?3

Antwoord 7

Ja, dat klopt. Als een dergelijke reis onderdeel is van het onderwijsprogramma van een school en voldoet aan de eisen die daarvoor zijn gesteld, voldoen deelnemende leerlingen aan de leerplicht. De leerplichtambtenaar heeft dan geen rol.

Vraag 8

Klopt het dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) tot nu toe negatief geoordeeld heeft over de leerreizen of buitenschools leren, omdat er nog geen kwaliteitstoetsing voor is, maar dit niet betekent dat dit soort reizen niet georganiseerd mogen worden? Zo ja, hoe wordt de onderwijskwaliteit gecontroleerd van deze leerreis?

Antwoord 8

Het ministerie oordeelt niet in algemene zin negatief over leerreizen of buitenschools leren. Zo zijn beroepsgerichte stages in het vmbo een essentieel onderdeel van het curriculum, is een reis naar een Europese stad al sinds jaar en dag een gebruikelijk onderdeel van het programma van bovenbouw-leerlingen en lopen leerlingen op veel scholen snuffelstages, bijvoorbeeld in het kader van loopbaanontwikkeling. Wel heeft het ministerie in het verleden negatief geoordeeld over buitenlandse reizen van lange duur, die niet onder de (toen geldende) regels voor onderwijstijd vielen. Inmiddels is binnen onderwijstijd meer maatwerk mogelijk. Vanzelfsprekend moeten scholen bij de organisatie van leerreizen voldoen aan de regelgeving.

Het bevoegd gezag van de scholen wiens leerlingen deelnemen aan de leerreis is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs tijdens de reis. De inspectie kan, als zij daar aanleiding toe ziet, de besturen bevragen op de wijze waarop het onderwijs en de kwaliteit daarvan gewaarborgd zijn.

Vraag 9

Moeten organisaties die langdurige leerreizen organiseren een curriculum aanleveren bij bijvoorbeeld de Inspectie van het Onderwijs, zodat duidelijk is wat deze leerlingen in die weken aan leerstof krijgen en moeten kennen en kunnen bij terugkomst?

Antwoord 9

Nee. Niet de aanbieder van de leerreis is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, maar de school die de leerreizen als onderdeel van hun onderwijsprogramma aanbiedt. De medezeggenschapsraad moet instemmen met de invulling van het onderwijsprogramma en het bevoegd gezag is aanspreekbaar op de kwaliteit van het programma.

Vraag 10

Klopt het dat wanneer langdurige leerreizen onderdeel uitmaken van het onderwijsprogramma van de school en de school volledig achter de deelname van de leerling staat, er geen sprake is van ongeoorloofd verzuim? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 10

Ja, dat klopt. Er is sprake van ongeoorloofd verzuim als een leerling zonder geldige reden niet is ingeschreven op een school en/of zonder geldige reden verzuimt om de lessen te bezoeken. Als een leerling deelneemt aan een leerreis met toestemming van en onder verantwoordelijkheid van de school, is er geen sprake van ongeoorloofd verzuim. Zie ook het antwoord op vraag 7.

Vraag 11

Klopt het dat als langdurige leerreizen onderdeel uitmaken van het onderwijsprogramma van de school, ouders niet verplicht kunnen worden de financiële bijdrage hiervoor te betalen en leerlingen niet mogen worden uitgesloten van deelname? Gebeurt dit ook in praktijk?

Antwoord 11

Nee. Als een langdurige leerreis onderdeel zou zijn van het verplichte onderwijsprogramma, zouden ouders niet verplicht kunnen worden de financiële bijdrage hiervoor te betalen. De school mag leerlingen nooit het reguliere onderwijs onthouden omdat ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen.

Als scholen leerlingen uitsluiten van extra (niet-verplichte) activiteiten, zoals excursies of schoolreizen, is dat niet verboden. Ik vind dit echter wel onwenselijk.

Daarom ben ik blij dat de leden van de VO-raad tijdens hun ALV afgelopen november duidelijk hebben uitgesproken dat excursies en reizen die een school organiseert, voor alle leerlingen toegankelijk moeten zijn.

In de herziening van de Code Goed Onderwijsbestuur onderwijs neemt de VO-raad mee dat leerlingen altijd mee moeten kunnen doen bij alle activiteiten die een school organiseert.

Vraag 12

Leveren scholen die hun leerlingen laten deelnemen aan langdurige leerreizen ook een deel van de ontvangen lumpsum in, aangezien ze zelf enkele weken geen zorgdragen voor het onderwijs aan deze leerlingen? Wat vindt u ervan dat scholen die hun leerlingen laten deelnemen aan door ouders bekostigde leerreizen een lumpsumvergoeding ontvangen?

Antwoord 12

Nee. De lumpsumfinanciering wordt gebaseerd op de telling van het aantal leerlingen op 1 oktober van dat schooljaar. Het is niet in lijn met de filosofie van lumpsum-bekostiging om de financiering per leerling af te stemmen op het gevolgde onderwijsprogramma.


  1. https://www.ad.nl/zoetermeer/vader-woedend-over-schoolreisje-van-4000-euro-dit-bedrag-is-ons-totale-vakantiebudget~abe712d8/↩︎

  2. https://www.ad.nl/zoetermeer/vader-woedend-over-schoolreisje-van-4000-euro-dit-bedrag-is-ons-totale-vakantiebudget~abe712d8/↩︎

  3. http://www.wyldeleren.eu/waarom/voor-scholen/toestemming-onder-schooltijd/↩︎