Position paper Gemeente Edam-Volendam t.b.v. hoorzitting/rondetafelgesprek Boa's d.d. 7 maart 2019
Position paper
Nummer: 2019D08301, datum: 2019-02-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlagen:Onderdeel van zaak 2019Z03910:
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-03-07 10:00: Boa's (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-03-13 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (š origineel)
Position Paper Lieke Sievers t.b.v. Rondetafelgesprek in de Kamer over de BOAās 7 maart 2019
Noties over BOAās, politie en de samenwerking, 27 februari 2019
Vooraf
In de bijdragen van Martine Meijers namens de VNG, van Pieter Winsemius als voorzitter van het BOA-platform, en van Michele van Donge van Capelle aan de IJssel, wordt een groot aantal aspecten over BOAās, politie en de samenwerking al aangeroerd en verduidelijkt. Aanvullend daarop hieronder een meer fundamentele insteek: het debat over bevoegdheden, geweldsmiddelen, informatie-uitwisseling en rol/taakverdeling in handhaving zou moeten bijdragen aan het vertrouwen van de samenleving in de overheid en de rechtsstaat.
(De bijna kamerbreed aangenomen Motie Den Boer van 27 november 2018 om in samenspraak met de WRR en in samenspraak met burgers een visie te ontwikkelen op de toekomst van de politiefunctie in Nederland en de samenwerking van de politie met verschillende veiligheidsorganisaties, rekening houdende met de rol van het bedrijfsleven en de bijzondere opsporingsambtenaren (BOA's), biedt in dit verband kansen).
Vertrouwen van samenleving in overheid en rechtsstaat
In een netwerkende, geĆÆndividualiseerde, polariserende samenleving wordt een overheidsoptreden verlangd waaruit synergie, gedeelde kennis en informatie, en het gezamenlijk doel blijkt: zo bouwt een overheid aan vertrouwen.
In een verzorgingsstaat die aan het schuiven is, en een maatschappij die aan het veranderen is (Kim Putters, āVeenbrandā 2019) is het vertrouwen van burgers in hun overheid cruciaal. Het sociaal contract tussen burgers en overheid gaat uit van de betrouwbaarheid van die overheid, van een overheid die levert waar het gaat om taken die per definitie bij de overheid horen, en veiligheid is dat bij uitstek.
De kracht van de rechtsstaat ten aanzien van veiligheid, hangt samen met de maatvoering en de effectiviteit van het regulerende, handhavende optreden, met het vermogen om onregelmatigheden te voorkomen, om kleine dingen klein te houden, om tijdig en proportioneel in te grijpen wanneer nodig, om doortastend, onverschrokken en toch beheerst te acteren wanneer de situatie dat vergt. Dat de kracht van de rechtsstaat in even sterke mate samenhangt met de wijze waarop de overheid de burger faciliteert bij de inspanning om de leefomgeving veilig en leefbaar te houden, licht ik hierna toe.
Uitgaande van deze gedachtenlijn, is samenwerking tussen overheidsorganisaties en met overheidstaak belaste functionarissen, geen keuze of mogelijkheid, maar een onverbiddelijke verplichting. Niet (goed) samenwerken is geen optie, omdat die ene overheid de onverdeelde plicht heeft te voorzien in een adequaat, samenhangend optreden. Het hogere doel van een betrouwbare overheid als ruggengraat van de rechtsstaat, vereist goed samenwerken.
2. Versterken van veiligheid voorop, dan bestrijden onveiligheid (bijlage: Inventarisatie AIV als voorbeeld van een lokale aanpak)
Veiligheid ontstaat bottom up, vanuit de kracht van de samenleving, en dat zou een wenselijke omkering zijn van denken ten opzichte van de nu vooral top-down gehanteerde redenering vanuit bestrijden van onveiligheid.
Vanwege allerlei ontwikkelingen (focus media, politieke druk, reorganisaties, sociale media etc) is de aandacht voor veiligheid verworden tot vooral het bestrijden van onveiligheid. Daarmee is een belangrijke maatschappelijke kracht, nl die van de burgers/inwoners zelf, volledig buiten beeld geraakt. Tegelijkertijd wordt vaak het woord zelfredzaamheid gebruikt; zelfregelend vermogen van burgers. In het veiligheidsvraagstuk van nu is het van belang dat de hele samenleving weer ervaart dat de overheid actief de zelfredzame burger waar nodig ondersteunt bij het eigen aandeel in een veilige, plezierige leefwereld. Of, in andere woorden, de positieve maatschappelijke dynamiek te faciliteren (Hans Boutellier, 2016).
Burgers kunnen veel zelf en doen dat ook. Er is enorm veel eigen initiatief op het vlak van leefbaarheid en veiligheid; de whats-app-groepen bv schieten als paddenstoelen uit de grond, en ook informele buurt-apps en andere vormen van wijksamenwerking komen vaak voor.
De rol van de handhaver (zowel BOA als politie) volgt op de rol van de samenleving zelf, zoals de heer Winsemius beschrijft in zijn bijdrage, waarbij die rol in eerste aanleg die van āsterkmakerā is (uitwerking van ongeveer deze aanpak verwoordt Michele van Donge in haar notitie).
Dan gaat het erom dat burgers gehoord en gezien worden, onpartijdig en ongekleurd, door een onafhankelijke overheid; dat burgers zowel aangesproken als gesteund worden in het nemen van het eigen aandeel in een rechtvaardige, open en veilige samenleving. En dat burgers vervolgens mogen verwachten dat een overheid optreedt, als je als burger niet meer kan of mag ingrijpen.
Op dat moment gaat het om bestrijden van onveiligheid, waarbij de BOA weer moet kunnen rekenen op een alert en snel steun biedende politie. In termen van Boutellier: daar begrenst de overheid de negatieve maatschappelijke dynamiek. En daarmee is er tevens echt sprake van āNiet naast maar met elkaarā (Bron Politie) van politie en BOAās, maar ook van positieve en actieve burgers en de handhaving: dat maakt ook de samenleving sterk.
(Voor de groene BOAās moet voor wat betreft de mogelijkheden van snelle back up door de politie geen illusie worden gemaakt; in het vrije veld en onbegaanbaar terrein is back up praktisch onmogelijk. Gezien de zich ontwikkelende situatie daar, zal in maatwerk voor adequate oplossingen gezorgd moeten worden. Onderdeel van die oplossingen zullen ook afspraken over financiering en informatie-uitwisseling moeten zijn, wanneer de BOAās in particuliere dienst zijn; ze vervullen in dat buitengebied immers een voor de samenleving en overheid belangrijke handhavingstaak
3. Informatiedeling en innovatie: ontwikkeling van Osint
Voor het adequaat optreden van een toezichthoudende en handhavende overheid, al dan niet in samenwerking met particuliere BOAās en bv horecaportiers, beveiligers etc., kan de ontwikkeling van Osint samenwerking vergemakkelijken en veel effectiever maken.
Wet- en regelgeving (AVG, WPG) kan informatie-deling en samen briefen of werk voorbereiden ingewikkeld maken, als er niets aanvullends eerst is geregeld. Het maakt het ook nog steeds makkelijk om zich te verschuilen achter dit type regelgeving, als men niet voelt voor gelijkwaardigheid in samenwerking. Vanzelfsprekend is dit niet wenselijk, en vraagt gelijkwaardigheid om het delen van relevante informatie, al was het alleen al om voor alle betrokkenen veilig te kunnen werken.
De ontwikkeling van Osint, Open Source Intelligence, kan een belangrijke katalysator zijn in samenwerking. In diverse gemeenten wordt daar al mee geĆ«xperimenteerd. Het is daarbij gebleken (onderzoek Brandy de Vries e.a.) dat voor gericht handhavend werken eigenlijk politie-informatie nauwelijks nodig is; 95 % van de informatie die nodig is om gericht te kunnen handhaven, inclusief eventueel informatie over bepaalde personen, is beschikbaar uit open bronnen. Hiermee kunnen BOAās en gemeenten een groot potentieel aan informatie genereren, waarmee de gelijkwaardigheid in samenwerking wordt ondersteund; immers de focus op en afhankelijkheid van beschikbaarheid van politie-informatie neemt af. De wenselijkheid van samenwerking blijft echter even groot, omdat de kwaliteiten van alle partijen nodig zijn voor een plezierige, leefbare en veilige openbare ruimte en openbare orde.
Lieke Sievers,
Edam-Volendam