Inbreng verslag schriftelijk overleg over het antwoord op vragen van het lid Omtzigt zoals gesteld tijdens het algemeen overleg inzake de belasting- en sociale zekerheidspositie van grensarbeiders van 26 september 2018 (Kamerstuk 26834-43)
Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D09456, datum: 2019-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D09456).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z00290:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-01-15 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-29 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-02-05 17:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-02-20 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-03-07 14:00: Belasting- en sociale zekerheidspositie van grensarbeiders (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D09456 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 8 maart 2019 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over zijn antwoordbrief van 14 januari 2019 op vragen van het lid Omtzigt zoals gesteld tijdens het algemeen overleg van 26 september 2018 inzake de belasting- en sociale zekerheidspositie van grensarbeiders. (Kamerstuk 26 834, nr. 43).
De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over de belasting- en sociale zekerheidspositie van grensarbeiders.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wat hij ervan vindt dat verzekeraars buitenlandse werkgevers die een Nederlandse verzuimverzekering willen vanwege hun doorbetalingsverplichtingen bij ziekte in Nederland kunnen weigeren. Is dit toegestaan onder de Europese vrijheid van vestiging of vrijheid van dienstverlening? De buitenlandse werkgever waarvan de werknemer grotendeels in Nederland werkzaam is, is namelijk vergelijkbaar met een Nederlandse werkgever. Zijn er goede gronden voor verzekeraars om deze buitenlandse werkgevers te weigeren? Kunnen deze werkgevers geholpen worden aan verzekeraars die wel buitenlandse werkgevers accepteren? De leden van de CDA-fractie vrezen namelijk dat als buitenlandse werkgevers zich niet of nauwelijks kunnen verzekeren zij kunnen besluiten om minder activiteiten in Nederland uit te voeren.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of zij uit onderhavige brief moeten opmaken dat er geen oplossing zal komen bij de heronderhandeling van Verordening 883/2004 voor het probleem van de dubbel (of juist te weinig) betaalde zorgpremies wanneer het woonland de zorgpremie uit de algemene middelen betaalt en het (voormalige) werkland de zorgpremies deels financieren met een premie of juist andersom. Kan de Minister aangeven wat hij hiervan vindt? Is hij bereid om op Europees niveau te blijven streven naar een oplossing voor dit probleem? Zijn er mogelijkheden om met de woonlandfactor deze dubbele betaling van zorgkosten (via premie en belastingen) te mitigeren?
De leden van de CDA-fractie hebben ook nog een andere vraag over de fiscale en sociale gevolgen voor grensarbeiders. Omdat sociale zekerheidsstelsels in elk land verschillen, kan het enorme financiële gevolgen hebben als een inwoner over de grens gaat werken. Deze leden wijzen daarbij op de volgende situatie: een alleenstaande moeder, inwoner van Nederland, gaat in Duitsland werken en verdient daar € 20.000. Daardoor ontvangt de Nederlandse moeder geen kinderbijslag en kindgebonden budget meer, maar Duits Kindergeld. Kan de Minister aangeven wat de financiële gevolgen hiervan zijn wanneer de moeder één, twee, drie dan wel vier kinderen heeft? Hoe verhoudt dit zich tot de financiële gevolgen voor eenzelfde Nederlandse inwoner die wel een toeslagpartner heeft?