[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De doorrekeningen van het Klimaatakkoord

Schriftelijke vragen

Nummer: 2019D11437, datum: 2019-03-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z05471).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z05471:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2019Z05471

Vragen van het lid Van Rooijen (50PLUS) aan de Minister-President en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de doorrekeningen van het Klimaatakkoord (ingezonden 20 maart 2019)

Vraag 1

Bent u bekend met het feit dat er volgens de doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gerekend wordt met een «maatschappelijke discontovoet» van 3%?1

Vraag 2

Klopt het dat de klimaatinvesteringen, zoals omschreven in de doorrekening van het PBL, gebonden zijn aan restricties waardoor deze investeringen veel minder gespreid kunnen worden dan beleggingen door pensioenfondsen?

Vraag 3

Klopt het dat de risico’s bij beleggingen met veel restricties en weinig spreiding doorgaans groter zijn dan bij beleggingen met minder restricties en veel spreiding? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Vraag 4

Kunt u toelichten waarom het volgens u toch logisch is dat er bij klimaatinvesteringen gerekend mag worden met een maatschappelijke discontovoet van 3%, terwijl pensioenfondsen moeten rekenen met een risicovrije discontovoet van om en nabij 1,5%?

Vraag 5

Kunt u cijfermatig toelichten waarom er is gekozen voor een maatschappelijke discontovoet van 3% voor klimaatinvesteringen? Waar is dit getal op gebaseerd?


  1. https://www.youtube.com/watch?v=JOrJjWSpn8c↩︎