De veiligheid van religieuze instellingen in Nederland
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2019D11508, datum: 2019-03-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28684-553).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -553 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2019Z05521:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-03-21 14:00: Terrorisme/extremisme (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-03-26 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-28 11:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 553 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2019
Afgelopen vrijdag werd Nieuw-Zeeland opgeschrikt door de aanslagen op twee moskeeën in Christchurch. Door de aanslag van afgelopen maandag in Utrecht bleek het geweld nog dichterbij dan we dachten. De verbinding tussen Utrecht en Christchurch, Nederland en Nieuw-Zeeland, is er één van verdriet door zinloos geweld. Maar ook één van vertrouwen in een veerkrachtige samenleving en de overtuiging dat we niet zullen zwichten voor haat en geweld.
Ik begrijp dat aanslagen, met welk motief dan ook gepleegd, niet alleen breed in de samenleving, maar ook specifiek bij religieuze instellingen, zoals synagogen, moskeeën en kerken, gevoelens van onveiligheid en onrust met zich meebrengen. Zij hebben immers ook in Nederland regelmatig te maken met incidenten in de vorm van intimidatie, bedreiging, bezettingen, vernielingen en/of vandalisme. Wanneer dit gebeurt is dat natuurlijk onacceptabel en kan dit een grote impact hebben op het gevoel van (on)veiligheid. Vanuit de autoriteiten wordt de dreiging – en de mogelijke escalatie daarvan – scherp in de gaten gehouden. De vrijheid van religie is een groot goed in ons land, dat niet door extremisten of terroristen mag worden aangetast.
Uw Kamer heeft op 19 maart 2019 verzocht om een brief over de veiligheid van moskeeën naar aanleiding van het bericht «49 doden bij terreuraanslag op twee moskeeën Nieuw-Zeeland» (Handelingen II 2018/19, nr. 64, Regeling van Werkzaamheden). Hierbij voldoe ik aan dat verzoek.
Veiligheidspartners monitoren de dreiging richting islamitische instellingen nauwlettend. Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen dat de dreiging naar aanleiding van de aanslagen in Nieuw-Zeeland richting islamitische instellingen is verhoogd. Na de gebeurtenissen in Nieuw-Zeeland is vanuit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) direct contact opgenomen met lokale autoriteiten, onder wier verantwoordelijkheid de veiligheid van moskeeën valt. Lokale gezagen staan in contact met moskeeën in hun verzorgingsgebied. Er zijn lokaal beveiligingsmaatregelen getroffen en door een aantal burgemeesters is een bezoek gebracht aan de moskeeën in hun gemeente. Ook heeft de NCTV contact gehad met de islamitische koepels waar regelmatig mee wordt overlegd. Op korte termijn zal er, samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), ook over de impact van deze aanslag gesproken worden met deze organisaties.
Er is al langere tijd aandacht voor de veiligheidssituatie van islamitische instellingen, zowel op lokaal als op rijksniveau. In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 491 wordt naast de jihadistische dreiging ook die van rechts-extremisme benoemd en ingeschat. Daarin wordt geconstateerd dat de opleving van rechts-extremisme in Nederland zich vooral online uit in agressiever taalgebruik. De geweldsbereidheid bij de gekende groepen is echter laag. Er bestaat wel een voorstelbaar geweldsrisico dat uitgaat van de «lone actor». Door het gepolariseerde maatschappelijke debat kunnen deze «lone actors» sneller overgaan tot (gewelddadige) acties. Vanzelfsprekend worden recente gebeurtenissen, zoals die van afgelopen maandag in Utrecht, meegenomen in de monitoring van de dreiging.
Door religieuze instellingen wordt zelf actie ondernomen als dat nodig blijkt te zijn. Meerdere gemeenten zijn samen met de instellingen actief om de veiligheid en weerbaarheid van gebedshuizen en andere religieuze instellingen en hun bezoekers te vergroten. Het Rijk ondersteunt deze lokale aanpak waar nodig. Op landelijk niveau worden kennisproducten ontwikkeld om religieuze instellingen, waaronder islamitische instellingen, en lokale overheden te ondersteunen. Een voorbeeld daarvan is de handreiking «Veilige Moskee». Deze handreiking is tot stand gekomen in overleg met vertegenwoordiging vanuit de moslimgemeenschap, SZW, NCTV, enkele gemeenten en de politie. De handreiking bevat kennis, aanbevelingen en goede voorbeelden voor moskeeën, gemeenten en politie hoe gezamenlijk om te gaan met concrete spanningen en incidenten rondom moskeeën. Recent is in aanvulling hierop het handboek «Veiligheid Religieuze Instellingen» ontwikkeld. In dit handboek staan concrete aanbevelingen die religieuze instellingen zelf kunnen doorvoeren en draagt bij aan het verhogen van de weerbaarheid van de instelling. Ook staan de NCTV, SZW en politie in nauw contact met vertegenwoordigers van de religieuze gemeenschappen, waaronder moskeebestuurders, Joodse organisaties en kerkgenootschappen, om de veiligheidssituatie te bespreken en ervaringen te delen. Als sluitstuk kunnen er onder de verantwoordelijkheid van het lokaal bevoegd gezag aanvullende beveiligingsmaatregelen genomen worden, als dreiging en risico daartoe aanleiding geven.
Het kabinet is er alles aan gelegen dat alle vormen van gewelddadig extremisme worden aangepakt. Op 6 november 2018 heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd over de beleidsinzet op de aanpak van rechts-extremisme2. Samen met de religieuze gemeenschappen werken we aan een samenleving waar ieder zijn godsdienst in vrijheid en veiligheid kan uitoefenen. We hebben in Nederland een samenleving waarin we verdraagzaam zijn en waarin we met elkaar optrekken. Dat moeten we ook blijven doen, juist in tijden van verdriet.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus