De verschillen in onderzoekstijd tussen vrouwelijke en mannelijke wetenschappers met kinderen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D11641, datum: 2019-03-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z05550).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z05550:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z05550
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verschillen in onderzoekstijd tussen vrouwelijke en mannelijke wetenschappers met kinderen (ingezonden 21 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Vrouwen in wetenschap krijgen minder onderzoekstijd»?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de uitkomsten van dit onderzoek, zeker op de lange termijn, zorgelijk zijn voor de inclusiviteit en representativiteit van de Nederlandse wetenschap? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Vraag 3
Deelt u de aanname van onderzoekers Van Veelen en Derks dat de aangehaalde momenteel relatief kleine sekseverschillen op termijn tot grote verschillen kunnen leiden? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om deze verschillen te verkleinen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u bereid in kaart te brengen of vrouwelijke wetenschappers daadwerkelijk minder onderzoeksmiddelen, reisbudget en assistentie hebben dan hun mannelijke collega’s?
Vraag 5
Klopt het dat vrouwelijke wetenschappers 3 procent minder kans hebben op een eigen kantoor? Zo ja, wat is hiervoor volgens u de verklaring?
NRC, «Vrouwen in wetenschap krijgen minder onderzoekstijd» 18 maart 2019, https://www.nrc.nl/nieuws/2019/03/18/24106997-a3953657↩︎