[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Structuurvisie Buisleidingen; Tracé Laarbeek-Echt-Susteren via Helmond

Bijlage

Nummer: 2019D14042, datum: 2019-04-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Antwoord op vragen van de leden Smeulders, Van Eijs en Ronnes over antwoorden op eerdere vragen inzake het tracé van buizen voor ondergronds transport van gevaarlijke stoffen (2019D14041)

Preview document (🔗 origineel)


Geachte heer,

Op 16 december 2018 ontving ik van de Commissie Binnenlandse Zaken uw brief van 6 november 2018 over het indicatieve tracé Laarbeek-Echt/Susteren.
In uw brief gaat u in op de antwoorden dd. 22 oktober 2018 op de Kamervragen van het lid Smeulders. In deze brief geeft u uw reacties op deze antwoorden en neemt u vragen op aan de minister.

Uw reacties op deze antwoorden heb ik met aandacht gelezen. Mede op basis daarvan is gekozen voor zorgvuldige vervolgstappen en heeft de minister een beslissing over de indicatieve tracés kunnen nemen.

In de bijgaande brief aan de Tweede Kamer (zie bijlage) is aangegeven dat de lopende procedure voor de indicatieve tracés uit de Structuurvisie Buisleidingen, wordt beëindigd. Dat besluit is genomen op basis van de beoordeling van de aanwezige beslisinformatie en contact met enkele betrokken en belanghebbende partijen.

In uw brief van 6 november stelt u specifieke vragen over het indicatieve tracé Laarbeek-Echt/Susteren. In het onderstaande zal ik die onder verwijzing naar de brief (zie bijlage) beantwoorden.

Vraag 1
Is de Minister bekend met de rijksdoelstelling waarin hetWaarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving; een veilige, leefbare woonomgeving en duurzame verstedelijking een basisvoorwaarde is voor burgers? Kan de Minister aangeven hoe een risicodragend buisleidingentracé, wetende dat er al een tracé is vastgesteld buiten verstedelijkt gebied, past binnen deze rijksdoelstelling?

Antwoord 1
Het waarborgen van de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving rondom een vast te stellen buisleidingtracé vergt een grondige analyse van de milieueffecten. Over de milieustudie voor de indicatieve tracés is geoordeeld dat die onvoldoende beslisinformatie bevatten om een tracé te kunnen vaststellen.

Vraag 2
Het argument van het bedrijfsleven om de afsnijroute op te nemen in de structuurvisie is dat deze korter, en daarmee goedkoper is om aan te leggen. Aangezien de route Laarbeek-Echt-Susteren een aantal complexe passages kent, kan dit uitgangspunt niet als vanzelfsprekend worden aangenomen. Gaat de Minister het bedrijfsleven verzoeken hun argument, waarbij het indicatieve tracé wordt afgezet tegen de in 2012 vastgestelde route, te onderbouwen?

Antwoord 2
De nieuwe opgaven voor het energiesysteem zijn richtinggevend voor de verdere uitvoering van de Structuurvisie Buisleidingen en de indicatieve tracés. In het ontwerp Klimaatakkoord is met de netbeheerders voor buisleidingen afgesproken dat zij medio 2019 zullen inventariseren welke knelpunten zij zien in de beschikbaarheid van infrastructuur om de plannen van de industrie uit te kunnen voeren.

Vraag 3
In 2012 is het hoofdnetwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen middels buisleidingen vastgesteld. Hierin is voorzien in de gewenste belangrijke verbinding tussen Rijnmond en Chemelot. Is de Minister het met ons eens dat de afsnijroute Laarbeek-Echt-Susteren niet per definitie onderdeel uitmaakt van de in 2012 vastgestelde hoofdstructuur?

Antwoord 3
Het indicatieve tracé Laarbeek-Echt/Susteren als ‘verbinding’ blijft deel uit maken van het hoofdnetwerk van buisleidingen zoals in de Structuurvisie Buisleidingen is aangegeven. De procedure voor het definitief maken van de indicatieve tracés wordt beëindigd. De indicatieve tracés worden niet doorvertaald naar definitieve juridisch bindende tracés die concreet op de kaart van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) worden aangegeven.

Vraag 4
Zoals aangegeven in afbeelding 1 (pagina 5) exploiteert PPS, als bedrijf onderdeel van Chemelot, al een aantal buisleidingenstroken. In 2012 is de verbinding via regio Venlo hieraan toegevoegd. Deze verbinding tussen Rijnmond en het Ruhrgebied is van (inter)nationaal belang. Deze buisleidingenstrook is al ontwikkeld en biedt ruimte tot het leggen van extra leidingen. Een verbinding vanuit dit oost-west tracé met Chemelot heeft een lengte van 29 kilometer. De verbinding vanuit hetzelfde oost-west tracé via Helmond heeft een lengte van 64 kilometer en is daarmee 35 kilometer langer. Op welke wijze past deze vorm van extra ruimtebeslag en overprogrammering bij nationaal belang 4;Efficiënt gebruik van de ondergrond?

Antwoord 4
Het indicatieve tracé Laarbeek-Echt/Susteren is als verbinding tussen Chemelot en de Mainport Rotterdam in de Structuurvisie opgenomen. In de Structuurvisie is afgewogen dat deze verbinding van belang is naast de andere buisleidingstroken die (ook) andere verbindingen dienen. Efficient ruimtegebruik door middel van bundeling is ook in de Structuurvisie een belangrijk uitgangspunt. Het indicatieve tracé Laarbeek-Echt/Susteren is zoveel mogelijk gebundeld met de reeds bestaande gasleiding.

Vraag 5
In februari 2018 hebben we de minister gewezen op de schijn van belangenverstrengeling waarbij de aannemer/exploitant van het tracé, welke tevens 100% dochter is van een belanghebbend Chemelot bedrijf, het overheidsbeleid beïnvloedt en adviserend is aan het 'onafhankelijke' onderzoeksbureau Arcadis (zie bijlage 1). Uit het antwoord blijkt dat dit gezien kan worden als de normale gang van zaken bij de overheid (zie bijlage 2). Kunnen we het ook als de normale gang van zaken beschouwen dat de milieurapportages waarop het overheidsbeleid gebaseerd wordt, zoveel tekortkomingen bevatten dat er niet langer sprake is van een objectieve beeld- en besluitvorming?

Antwoord 5
Uw punt van belangenverstrengeling is beantwoord in de brief van 10 april 2018 van de directeur Ruimtelijke Ordening van het ministerie. De beoordeling van de milieustudies zijn aangegeven in de bijgaande brief aan de Kamer.

Vraag 6
Zes jaar na opname van het indicatieve tracé Laarbeek-Echt-Susteren in de Structuurvisie Buisleidingen wordt nog steeds een strook grond van circa 70 meter breed en een lengte van 64 kilometer belemmerd, zonder dat er duidelijkheid is ten aanzien van nut en noodzaak van het tracé via Helmond. Hoe staat de Minister ertegenover om alvorens het te actualiseren plan ter inzage te leggen, nut en noodzaak met betrekking tot dit tracé te onderzoeken?

Antwoord 6
Voor het onderzoeken van nut en noodzaak verwijs ik naar het Nationaal Programma Energiesysteem. Daarvoor zal een verkenning starten naar de scope van dat programma.

Vraag 7
Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten staat bekend als Nationaal belang 11. Is de Minister het met ons eens dat vooral in de nabijheid van grote verstedelijkte gebieden, waaronder de Brainport regio waar Helmond onder valt, deze EHS bosgebieden de milieukwaliteit verbeteren, en een extra kwaliteit aan de verstedelijkte leefomgeving toevoegen?

Antwoord 7
Inderdaad in de regio Eindhoven Helmond is waardevolle natuur aanwezig die om die reden de status en bescherming van EHS/Natuurnetwerk Nederland heeft.

Vraag 8
Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten is in de Structuurvisie infrastructuur en Ruimte (maart 2012) opgenomen als Nationaal belang 13. Is de Minister bereid om burgers, verenigd in Buizen Brandevoort, als belanghebbende partij te erkennen, met hen in overleg te gaan en een uitnodiging aan te nemen op locatie te bekijken wat de bezwaren zijn ten aanzien van het indicatieve buisleidingentracé in de regio Helmond?

Antwoord 8
Het Bewonerteam is één van de belanghebbende partijen in de destijds gestarte procedure van het definitief maken van het indicatieve tracé. In die procedure is enkele malen met leden van het Bewonersteam contact geweest. In de brief aan de Tweede Kamer is aangegeven dat deze procedure wordt beëindigd. In de brief wordt aangegeven wat die status inhoudt. Daarbij wordt erkend dat de status tot onduidelijkheid kan leiden in relatie tot plannen die dit tracé kunnen raken en dat daarover contact nodig is.

Hierbij bied ik u aan dat u bij eventuele onduidelijkheid contact op te nemen met het ministerie, zoals in het briefhoofd vermeld. Daarbij hecht ik eraan dat de gemeente Helmond als eerste bevoegd gezag nauw bij dit contact wordt betrokken. De gemeente heeft ook afschrift gehad van de brief aan de Kamer. Daarbij heb ik de gemeente ook gevraagd om bij onduidelijkheden over lokale plannen die het indicatieve tracé raken, contact op te nemen.

Gaarne zeg ik u dank voor uw betrokkenheid bij en aandacht voor de besluitvorming van het indicatieve tracé.

Hoogachtend,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

namens deze,

Erik Jan van Kempen

Programma directeur-generaal Omgevingswet