Publicatie aanpassing gedelegeerde verordening solvabiliteit II
Wijziging van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II en de Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I ter implementatie van de richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EU en 2009/138/EG alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr.1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PbEU 2014, L 153) (Wet implementatie Omnibus II-richtlijn)
Brief regering
Nummer: 2019D14856, datum: 2019-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34100-16).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z07285:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-04-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-24 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 100 Wijziging van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II en de Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I ter implementatie van de richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EU en 2009/138/EG alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr.1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PbEU 2014, L 153) (Wet implementatie Omnibus II-richtlijn)
Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 april 2019
Aan uw Kamer is toegezegd, u nader te informeren indien er wijzigingen worden aangebracht in de gedelegeerde regelgeving op het gebied van verzekeraars en herverzekeraars1. Op 8 maart jl. heeft de Europese Commissie de gedelegeerde verordening2 gepubliceerd die de gedelegeerde verordening solvabiliteit II aanpast, als resultaat van de in 2018 uitgevoerde evaluatie van de kapitaalvereisten voor verzekeraars en herverzekeraars. Onderstaand vindt u een korte toelichting op de voornaamste aanpassingen.
De door de Europese Commissie voorgestelde aanpassingen zijn gebaseerd op het door de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) verstrekte technische advies. De Europese Commissie beoogt met de aanpassingen onder meer, conform het actieplan voor de opbouw van de kapitaalmarktunie van 30 september 2015, meer investeringen te ontsluiten en kapitaal in Europa te kanaliseren richting het bedrijfsleven, en het midden- en kleinbedrijf in het bijzonder, door ongerechtvaardigde belemmeringen zoveel mogelijk op te heffen. In 2016 maakten bijvoorbeeld de niet-beursgenoteerde aandelen slechts 3% en beursgenoteerde aandelen 5,9% van de totale beleggingen van verzekeraars uit3.
Toelichting op de voornaamste aanpassingen
Om ongerechtvaardigde beperkingen voor de financiering van de economie op te heffen, worden prudentiële criteria ingevoerd, waardoor de kapitaalsvereisten in de standaardmodule kunnen worden verminderd voor beleggingen van verzekeraars in onder andere aandelen.
Ook heeft EIOPA op basis van nieuwe data, over verdiende premies en uitbetaalde schaden in de voorbije jaren, een aantal parameters geactualiseerd, waaronder die voor het reserverisico en het catastroferisico4 voor zorgverzekeringen. De nieuwe parameter voor het reserverisico zal in Nederland alleen worden toegepast op de aanvullende verzekering. DNB heeft de bevoegdheid om EIOPA, op basis van statistische data, te adviseren over de hoogte van het premie- en reserverisico in de basisverzekering. DNB heeft naar aanleiding van nieuwe data over verdiende premies en uitbetaalde zorgkosten geconcludeerd dat het afziet om voor het boekjaar 2020 EIOPA te adviseren om deze parameters te herzien. Hiermee is er geen effect voor de basisverzekering.
Daarnaast is een omissie in het goedkeuringsproces van aanpassingen door EIOPA in de gebruikte methoden en technieken voor de relevante risicovrije rentetermijnstructuur hersteld. In beginsel heeft de Europese Commissie op elk terrein waarover EIOPA adviseert de bevoegdheid om dit advies naast zich neer te leggen. Dit was nog niet geregeld voor aanpassingen in de door EIOPA te gebruiken techniek van vaststellen van de ultimate forward rate (UFR) en het laatste liquide punt. Dit zijn twee belangrijke parameters voor het vaststellen van de risicovrije rentetermijnstructuur, namelijk de disconteringscurve waarmee verzekeraars hun verplichtingen jegens polishouders contant maken om de voorzieningen voor polishouders te berekenen.
Met name voor de kleinere verzekeraars wordt een uitzondering geboden voor het gebruik van meerdere externe ratingbureaus voor het vaststellen van de externe rating van een lening om het kapitaalsvereiste te bepalen. Dit maakt de verplichte toepassing van solvabiliteit II een stuk minder prijzig voor die verzekeraars.
Een aantal nieuwe vereenvoudigde berekeningen van ondermodules van het kapitaalsvereiste zijn toegevoegd, zoals de berekening van het verzekerd bedrag voor natuurramprisico’s en het kapitaalsvereiste voor brandrisico.
Enkele inconsistenties tussen de verschillende onderdelen van de financiële regelgeving van de EU worden weggenomen. Zo is nu geregeld dat de NHG, net als in het bancaire prudentiële toezicht, het kapitaalsvereiste op een verstrekte woninghypotheek verlicht. Daarnaast is de behandeling van derivaten aangepast na de aanneming van de Verordening Europese marktinfrastructuur (EMIR).
De convergentie in de toepassing van de gedelegeerde verordening wordt verbeterd door te verhelderen in hoeverre toekomstige winsten fiscale verliezen kunnen compenseren in de berekening van het kapitaalsvereiste.
Beoordelingen aanpassingen en krachtenveld
Nederland heeft een positieve houding t.a.v. de door de Europese Commissie voorgestelde aanpassingen in de gedelegeerde handelingen solvabiliteit II. Gezien het belang van verzekeraars en herverzekeraars voor het functioneren van zowel de onderhandse als openbare financiële markten is het van belang dat ongerechtvaardigde belemmeringen worden weggenomen. Ik heb mij er samen met mijn Franse collega-minister Le Maire voor ingezet om met name de onrechtvaardige belemmeringen in het beleggen in aandelen ongedaan te maken. Enerzijds vanwege bovengenoemde rol van verzekeraars als institutionele beleggers en anderzijds om de druk op het waarderingsbeginsel van marktwaardewaardering te beperken. Zoals ik ook in de agenda financiële sector heb aangegeven, is het waarderen op marktwaarde een belangrijk beginsel waar ik aan vast wil houden.
De Raad van Ministers en het Europees parlement zijn over de voorgestelde aanpassing geïnformeerd en kunnen binnen drie maanden na publicatie bezwaar maken bij gekwalificeerde meerderheid. De verwachting is dat het voorstel op volledige steun van lidstaten en het EP kan rekenen.
De Europese Commissie verwacht dat deze verordening rond 1 juli 2019 van kracht zal zijn voor de verzekeraars die de richtlijn solvabiliteit II toepassen.
Voor verzekeraars met beperkte risico-omvang zullen de gewijzigde bepalingen in deze verordening die voor hen relevant zijn ook van toepassing zijn, omdat in de Nederlandse regelgeving daarnaar via dynamische verwijzingen wordt verwezen. Er is daardoor geen aanpassing van de regelgeving nodig. In de toegezegde evaluatie5 van het regime van verzekeraars met beperkte risico-omvang zal deze aanpassing van de regelgeving worden meegenomen.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Zie Kamerstuk 34 100, nr. 15.↩︎
Gedelegeerde verordening van de Commissie van 8.3.2019 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/35 van de Commissie tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), te vinden via https://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/3/2019/NL/C-2019-1900-F1-NL-MAIN-PART-1.PDF↩︎
EIOPA investment behaviour report van 16.11.2017, te vinden via https://eiopa.europa.eu/publications/reports/investment_behaviour_report.pdf.↩︎
Als gevolg van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 17 november 2015, kenmerk 370991-120804-Z, tot wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het opnemen van bepalingen omtrent de berekening, de administratie en de wijze van betaling van extra bijdragen in geval van catastrofes (Stcrt. 2015, nr. 41997), heeft het veranderen van parameters in het catastroferisico doorgaans geen effect op de kapitaalspositie van zorgverzekeraars.↩︎
VAO Toekomst van de Verzekeringssector d.d. 9 december 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 35, item 5).↩︎