Reactie op verzoek commissie inzake toezending van onderzoeksopzet met betrekking tot de aangenomen motie van het lid Veldman c.s. over het onderzoeken van varianten om de vaccinatiegraad te verhogen (Kamerstuk 32793-359)
Preventief gezondheidsbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D15421, datum: 2019-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32793-373).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 32793 -373 Preventief gezondheidsbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z07542:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-04-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-18 14:30: Medische preventie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-04-24 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-04-24 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 373 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2019
Het lid Veldman (VVD) heeft tijdens het plenair debat «vaccinatie in Nederland» (d.d. 14 februari) een motie ingediend met daarin het verzoek een onderzoek in te stellen naar alternatieve maatregelen om de vaccinatiegraad te doen toenemen.1 Deze motie is op 19 februari jl. door uw Kamer aangenomen (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 23). In de procedurevergadering van 13 maart heeft de Kamercommissie verzocht om de onderzoeksopzet te ontvangen. Met deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.
In mijn brief «Verder met vaccineren» heb ik zes actielijnen benoemd om de vaccinatiebereidheid te verhogen.2 Deze zijn tot stand gekomen in samenspraak met ouders, artsen, verpleegkundigen, belangenorganisaties, communicatie-experts, wetenschappers en beleidsmakers. Zoals ik in het debat heb aangegeven heb ik vertrouwen in de maatregelen die ik heb aangekondigd. Ik heb echter ook gezegd dat ik maatregelen met een meer verplichtend karakter niet uitsluit bij een verdere daling van de vaccinatiegraad. In dit kader heb ik het RIVM gevraagd een ondergrens te adviseren voor de afzonderlijke vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Ook de regionale verschillen in de vaccinatiegraad komen in dit advies aan bod. Zoals ik u overigens eerder per brief heb laten weten heeft het RIVM aangegeven dat de voorlopige cijfers geen verdere afname van de vaccinatiegraad bij jonge kinderen laten zien3.
Onderzoeksopzet
In aanvulling op het advies over een mogelijke ondergrens wil ik conform de motie van het lid Veldman c.s. laten onderzoeken welke maatregelen in de Nederlandse context nuttig kunnen zijn om de vaccinatiegraad te verhogen. Het betreft een aanvulling op de maatregelen die ik al heb ingezet, om ook goed voorbereid te zijn op een situatie waarin de vaccinatiegraad verder daalt. Recent heeft het Sabin Vaccine Institute het vaccinatiebeleid van landen binnen de WHO European Region in kaart gebracht4. Het Sabin Vaccine Institute concludeert in zijn rapport dat de wetgevende maatrelen die binnen de regio worden ingezet sterk uiteenlopen. Er is niet sprake van één effectieve benadering om de vaccinatiegraad te verhogen; dit is bijvoorbeeld ook afhankelijk van de sociale en economische context. Het onderzoek dat ik wil laten uitvoeren moet daarom een aantal van deze maatregelen voor de Nederlandse situatie analyseren en beoordelen. Daarbij is aandacht voor de voor- en nadelen. Ik wil bijvoorbeeld onderzoeken wat de toepasbaarheid is van een verplicht consult, zoals in Duitsland, of een financiële prikkel. Ook zal de uiterste maatregel van een algehele verplichting worden onderzocht.
Beoogd resultaat
Vanzelfsprekend wil ik een goed advies over de te verwachten gevolgen voor de vaccinatiegraad van de in te zetten maatregelen. Ik vind het echter ook belangrijk om heel kritisch te kijken of dergelijke maatregelen uitvoerbaar zijn binnen de Nederlandse context. Toepasbaarheid en het vermijden van ongewenste gevolgen zijn daarbij zwaarwegende criteria.
In het debat is ook gesproken over maatregelen in relatie tot de kinderopvang. De Commissie kinderopvang en vaccinatie buigt zich over dit vraagstuk. Het rapport van de commissie wordt uiterlijk 1 juli verwacht en dient bij het onderzoek naar aanvullende maatregelen te worden betrokken.
Beoogde oplevering
Ik verwacht u in het voorjaar van 2020 te kunnen informeren over de uitkomsten van dit onderzoek. Uiteraard dient de opleverdatum in overleg met de uitvoerder te worden vastgesteld. Mijn streven is om naast het RIVM, ook de andere ambassadeurs uit de vaccinatiealliantie te betrekken bij het proces.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis