Tweede monitorrapportage van de heer Hoekstra
Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)
Brief regering
Nummer: 2019D16338, datum: 2019-04-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32399-90).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 32399 -90 Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg).
Onderdeel van zaak 2019Z08046:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-23 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-24 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-05-22 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-13 14:00: DNA-onderzoek naar aanleiding van de uitkomsten van de commissie Hoekstra (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-14 13:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 399 Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2019
Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuur ik u hierbij de tweede monitorrapportage die de heer Hoekstra vandaag heeft aangeboden1.
Zoals ik in mijn brief van 19 maart jl. met betrekking tot de evaluaties van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en de regeling over het DNA-verwantschapsonderzoek in het Wetboek van Strafvordering heb vermeld (Kamerstuk 31 415, nr. 23), zal ik een integrale beleidsreactie opstellen vanwege de onderlinge samenhang tussen de verschillende rapporten die op het DNA-onderzoek betrekking hebben. Ook de tweede monitorrapportage van de heer Hoekstra maakt daar onderdeel van uit. In die beleidsreactie zal ik onder andere ingaan op de stand van zaken van de punten zoals benoemd in mijn eerdere beleidsreactie op de rapportage van de Inspectie van Justitie en Veiligheid van juni 2018 (Kamerstuk 29 279, nr. 446) en het Tussenrapport van de heer Hoekstra (Kamerstuk 32 399, nr. 88).
Het naar verwachting voor 1 juni a.s. door de Inspectie van Justitie en Veiligheid nog uit te brengen rapport ten aanzien van de stand van zaken van de verbetermaatregelen bij de afname van celmateriaal in de penitentiaire inrichtingen, zal ik daarin ook betrekken. Ik zal de integrale beleidsreactie in juni 2019 naar uw Kamer toezenden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎