[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het commentaar 'Analyse: Curaçao staat voor kantelpunt'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D17004, datum: 2019-04-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2383).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z06730:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2383

Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het commentaar «Analyse: Curaçao staat voor kantelpunt» (ingezonden 4 april 2019).

Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 24 april 2019).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het commentaar «Analyse: Curaçao staat voor kantelpunt»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de regering van Curaçao een brief heeft gezonden aan de Rijksministerraad, waarin gevraagd wordt om toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft)? Indien dit waar is, bent u dan bereid deze brief ter kennis van de Tweede Kamer te brengen?

Antwoord 2

Door de regering van Curaçao is een brief gezonden aan de Rijksministerraad over dit onderwerp. Deze brief maakt onderdeel uit van de beraadslaging over toepassing van art 25 Rft. Ik ben bereid na behandeling in de Rijksministerraad de brief aan uw Kamer te zenden.

Vraag 3

Welke mogelijkheden heeft de Rijksministerraad naast het geven van een aanwijzing (artikel 13 Rft) en het verlenen van een tijdelijke ontheffing van de begrotingsnormen in verband met het herstel van schade veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen (artikel 25 Rft) om de begroting van een van de landen van het Koninkrijk financieel te beïnvloeden, op orde te brengen?

Antwoord 3

De Rijkswet financieel toezicht voorziet in de mogelijkheid voor de raad van Ministers van het Koninkrijk om op aanbeveling van het College financieel toezicht (Cft) een aanwijzing te geven als er ondanks signaleren en adviseren naar het oordeel van het Cft sprake blijft van een afwijking van de normen in artikel 15. Dit kan op het gebied van geldleningen (artikel 16), uitvoering van beleidsvoornemens (artikel 17), de verantwoordingsinformatie (artikel 18) en als gevolg van ontwikkelingen in de collectieve sector (artikel 24).

Vraag 4

Welke procedure volgt de Rijksministerraad voor de behandeling van een verzoek om toepassing van artikel 25 Rft en op welke termijn zal de Rijksministerraad over dit verzoek een uitspraak doen? Beperken de overwegingen in de Rijksministerraad zich enkel tot het door Curaçaos gedane verzoek of zal tijdens die behandeling ook gekeken worden naar andere opties, zoals het geven van een aanwijzing ex artikel 13 Rft?

Antwoord 4

De Rijksministerraad dient nu het verzoek om toepassing van artikel 25 Rft in behandeling te nemen en zal bij de besluitvorming alle relevante informatie betrekken. Ik kan niet op deze besluitvorming vooruitlopen.

Vraag 5

Bent u bereid de Kamer te informeren over het besluit van de Rijksministerraad op het verzoek van de regering van Curaçao?

Antwoord 5

Ik zal uw Kamer informeren wanneer de beraadslaging is afgerond. Op dit moment kan ik echter nog niet voorzien op welke termijn dit zal zijn.


  1. https://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/commentaar-ad/19287-analyse-curacao-staat-voor-kantelpunt↩︎