De rol van het CBS in het licht van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2019D17929, datum: 2019-04-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-XIII-81).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 XIII-81 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2019Z08807:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-21 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-06-04 15:00: De rol van het CBS in het licht van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen (TK 35000-XIII-81) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-10-08 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-11-26 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-12-18 11:15: VSO Uitgangspunten voor de rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen (35000-XIII-84) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019
Nr. 81 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2019
De afgelopen periode is bekeken of de wettelijke en beleidsmatige kaders waarbinnen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) opereert nog aansluiten op de huidige technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit traject heb ik aangekondigd tijdens het Voortgezet Schriftelijk Overleg op 5 juni 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 89, item 30). Tijdens dit VSO is door de leden Van den Berg en Veldman in een motie (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 140) verzocht om hierbij als uitgangspunt te nemen dat het CBS bij het leveren van diensten aan private partijen en overheden niet op oneerlijke wijze concurreert met private partijen. In deze brief doe ik verslag van mijn bevindingen en kondig ik vervolgstappen aan.
Werkwijze
In dit traject is met bedrijven, het CBS en andere overheidsinstellingen (belangrijke gebruikers van de statistieken van het CBS) gesproken om beter inzicht te krijgen in de relevante ontwikkelingen en hoe zij daarmee omgaan. Ik heb in de tussentijd ook van meerdere bedrijven signalen ontvangen over activiteiten van het CBS die zij ervaren als marktverstoring.
In een brief aan uw Kamer op 18 oktober 2018 (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 7) heb ik actoren met relevante informatie opgeroepen om zich te melden. Ten eerste is er gesproken met bedrijven over de relevante ontwikkelingen die zij zien en de mate waarin zij concurrentie van het CBS ervaren. Ten tweede is er met het CBS gesproken over de relevante ontwikkelingen en mogelijke oplossingen. Ten derde is er gesproken met andere overheidsinstellingen, zowel met afnemers van de data van het CBS (zoals met collega’s bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) als met overheidsinstellingen, die met dezelfde vraagstukken te maken hebben. Tijdens het VSO op 5 juni 2018 suggereerde de heer Paternotte om te kijken naar de door OCW ingevoerde dienstentoets, deze suggestie heb ik ter harte genomen (Handelingen II 2017/18, nr. 89, item 30).
Eerste inzichten en verkenning
Er is veel veranderd sinds de totstandkoming van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in 2003 (hierna: CBS-wet). De hoeveelheid beschikbare data is enorm toegenomen en blijft toenemen, evenals het gebruik daarvan bij het maken van beleid. De gevolgen van deze maatschappelijke en technologische ontwikkelingen wil ik toetsen aan de hand van twee publieke belangen: een goede statistiekvoorziening en goed functionerende markten. De vraag die voorligt, is of aanpassing van de wettelijke en beleidsmatige kaders van het CBS noodzakelijk is om beide publieke belangen te borgen.
Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat een verdere verkenning nodig is om een goede afweging te kunnen maken. Ik noem kort de eerste conclusie die uit de gesprekken getrokken kan worden en vat de overwegingen die tot deze conclusie hebben geleid samen. Vervolgens zal ik uitgebreider in gaan op de analyse en overwegingen.
Zowel het CBS als marktpartijen bieden toegevoegde waarde op de markt voor statistische dienstverlening. In samenspraak met CBS en marktpartijen zal een eventuele herijking van de rolverdeling tussen beide worden verkend ten aanzien van de statistische diensten in opdracht.1 Mede afhankelijk van de uitkomst van de verkenning zal bezien worden hoe die rolverdeling kan worden vastgelegd.
Het CBS heeft een betere samenwerking met bedrijven tot prioriteit benoemd, onder andere door te werken aan een data-ecosysteem. Het doel van de samenwerking is om gezamenlijk te voorzien in de behoefte van overheidsorganisaties naar statistische informatie en datadiensten. Ik verwelkom deze inzet van het CBS. Dit past ook in het model van een samenwerking tussen overheid, wetenschap en bedrijfsleven om samen data over maatschappelijke vraagstukken te kunnen leveren en inzichtelijk te maken ten behoeve van het beleid en de uitvoering.
Onderdeel van de verkenning is in ieder geval een aantal gesprekken tussen het CBS en betrokken bedrijven. Bij beide is daar ook bereidheid toe. Alle actoren die hier behoefte aan hebben moeten gehoord worden.
Vervolgstappen: verkenning
• Ik zal de komende tijd gesprekken faciliteren tussen het CBS, marktpartijen en data-afnemers om te komen tot heldere uitgangspunten voor het CBS bij statistisch onderzoek op aanvraag van overheidsorganisaties enerzijds en private partijen anderzijds. Daarbij zal rekening gehouden worden met de belangen van overheden, wetenschap en bedrijfsleven, zowel vanuit de vraagkant naar statistisch onderzoek als vanuit het oogpunt van goed functionerende markten. Het is een belangrijk uitgangspunt dat er hierbij rekening wordt gehouden met alle hierboven geschetste belangen; dus zowel voldoende ruimte voor marktpartijen als dat overheden, wetenschap en bedrijfsleven toegang hebben tot hoogwaardige statistische informatie.
• Ik zal de heer Noé van Hulst, een ervaren topambtenaar en voormalige Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de OESO, vragen dit proces te begeleiden en een advies te formuleren op basis van een goede afweging van alle belangen.
• De resultaten van dit proces zullen worden vastgelegd, bijvoorbeeld in beleidsregels of in de wet. Ik heb vertrouwen dat dit proces tot een goed resultaat zal leiden, bij voorkeur met een breed draagvlak. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomst van deze gesprekken.
Overwegingen en analyse rolverdeling CBS en marktpartijen
Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot dynamiek
We zitten in een tijdperk waarin steeds meer data worden gegenereerd, bijvoorbeeld doordat de technologie het mogelijk maakt om in vrijwel elk elektronisch apparaat een sensor te plaatsen. Deze data bieden kansen om nieuwe statistieken te maken en bestaande statistieken betrouwbaarder of actueler. Het CBS is hier intensief mee bezig. In de digitale economie zijn er ook steeds meer ondernemingen die beschikken over veel data (Kamerstuk 24 036, nr. 418) en/of hun brood verdienen met kwalitatief hoogwaardige statistische dienstverlening.
Met het grotere aanbod van data en statistische dienstverlening kan goed worden ingespeeld op de behoefte van lokale, regionale en nationale overheden en private partijen naar meer objectieve en kwalitatief hoogwaardige statistische informatie, waarmee zij beter gefundeerde keuzes kunnen maken. Zowel de Nederlandse overheid als de Europese Unie hebben grote ambities in het kader van de digitale overheid.
Bedrijven spelen grotere rol
Met het grotere aanbod van statistische diensten door marktpartijen worden overheden steeds beter voorzien in hun behoefte aan statistieken. Marktpartijen hebben toegang tot data waar het CBS niet altijd toegang toe heeft en kunnen en mogen activiteiten ontplooien die buiten de wettelijke taakopdracht van het CBS vallen. Daarnaast kunnen bedrijven ook statistische diensten leveren die het CBS ook levert of kan leveren. Tegelijkertijd heeft het CBS vanuit zijn rol als datahub van de overheid juist unieke toegang tot veel data. Bedrijven werken vaak samen met het CBS, bijvoorbeeld om nieuwe diensten te ontwikkelen of door toegang tot geanonimiseerde microdata bij het CBS. Deze ontwikkelingen zorgen dat statistieken steeds meer toegankelijk worden.
Uitgangspunten: twee publieke belangen
De gevolgen van de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen voor het wettelijk en beleidsmatig kader worden getoetst aan twee publieke belangen. Het eerste belang is dat van een goede statistiekvoorziening. Dit belang is toegelicht in de memorie van toelichting van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek (hierna: CBS-wet) uit 2003 (Kamerstuk 28 277, nr. 3): «Statistieken van hoge kwaliteit en betrouwbaarheid zijn van vitaal belang voor het functioneren van zowel de democratie als de economie. Goede en betrouwbare statistieken geven een objectief inzicht in de maatschappelijke en economische werkelijkheid. Dit inzicht is in gelijke mate aanwezig voor alle actoren. Als de onderhandelings- en besluitvormingsprocessen in de politiek en in de economie gefaciliteerd worden door onbetwiste gegevens, wordt voorkomen dat actoren een informatieachterstand hebben.»
Bij een goede statistiekvoorziening hoort ook het borgen van privacy en geheimhouding, betrouwbaarheid, toegankelijkheid, vergelijkbaarheid2 en vindbaarheid.
Het tweede publieke belang waaraan ik de ontwikkelingen toets, is dat van goed functionerende markten. Het CBS kan met zijn activiteiten invloed hebben op het functioneren van markten. De bestaande wettelijke kaders bieden marktpartijen ruimte om activiteiten te ontplooien en diensten aan te bieden. Echter, de dynamiek in het aanbod van het CBS en bedrijven vraagt om een duidelijkere rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen. Hierbij is het allereerst van belang dat hoogwaardige statistische dienstverlening beschikbaar blijft. Ten tweede kan verdere verbetering van de statische dienstverlening gefaciliteerd en gestimuleerd worden door ruimte en stimulans te bieden voor creativiteit en innovatie.
Tot slot
Een steeds verder digitaliserende samenleving heeft op veel aspecten van onze instituties grote invloed en vraagt soms om aanpassing van wettelijke en beleidsmatige kaders. De digitalisering zien we ook terug in de groeiende vraag naar de statistische informatie, de grotere rol van bedrijven bij het leveren van statistische informatie en de groei en verschuiving van relevante databronnen en de locatie daarvan.
Ik heb in deze brief mijn eerste bevindingen geschetst en de vervolgstappen die genomen zullen worden om te bepalen hoe de rolverdeling tussen het CBS en private partijen zich te midden van deze grote transitie van digitalisering moet ontwikkelen. Ik nodig alle belangstellende marktpartijen en statistiekafnemers uit om input te geven in de gesprekken met CBS onder begeleiding van de heer Noé van Hulst.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Dus niet zijnde het uitvoeren van Europese en nationale statistische verplichtingen of overige statistiekproductie die gefinancierd wordt uit de lumpsum subsidie die het CBS van het Ministerie van EZK ontvangt (de vrije ruimte van het CBS).↩︎
Dit zorgt ervoor dat fenomenen op verschillende tijdstippen of op verschillende plaatsen met elkaar vergeleken kunnen worden omdat dezelfde definities gehanteerd worden.↩︎