[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2019D18672, datum: 2019-05-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili inzake de wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving; ā€™s-Gravenhage, 15 juni 2005 (Trb. 2005, 191), en de briefwisseling houdende een verdrag ter uitbreiding tot Aruba van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili; Santiago, 3 september 2018 (Trb. 2018, 193) (2019D18671)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili
inzake de wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste
toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en
bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving; ā€™s-Gravenhage, 15
juni 2005 (Trb. 2005, 191), en de briefwisseling houdende een verdrag
ter uitbreiding tot Aruba van het Verdrag tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de Republiek Chili; Santiago, 3 september 2018 (Trb.
2018, 193)

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Op 15 juni 2005 is te ā€™s-Gravenhage tot stand gekomen het Verdrag
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili inzake de
wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste
toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en
bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving (Trb. 2005, 191; hierna:
ā€œhet Verdragā€). Het Verdrag is op 20 mei 2006 in de relatie tussen
Europees Nederland en Chili in werking getreden (zie Trb. 2006, 111).
Het Verdrag is op 1 juni 2008, na een briefwisseling die de uitbreiding
regelde, van toepassing geworden op de (toenmalige) Nederlandse Antillen
(Trb. 2008, 91) en is na 10 oktober 2010 gebleven op CuraƧao, Sint
Maarten en Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (Trb.
2013, 166).  

Het Verdrag werd indertijd alleen voor Nederland goedgekeurd (zie
Kamerstukken II 2005-2006, 30442, nr. 1) en in 2008 ook voor de
Nederlandse Antillen (zie Kamerstukken II 2007-2006, 31344 (R 1847), nr.
1). Thans wordt de goedkeuring gevraagd voor Aruba van zowel het Verdrag
van 2005 als van de op 3 september 2018 te Santiago tot stand gekomen
briefwisseling houdende een uitbreidingsverdrag (Trb. 2018, 193). 

Het Verdrag strekt tot het wederzijds verlenen van administratieve
(bestuurlijke) bijstand:

-	ter verzekering van de juiste naleving van de wettelijke bepalingen en
voorschriften inzake de in-, uit-, en doorvoer van goederen;

-	ter voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de hiervoor
bedoelde bepalingen en voorschriften.

Het Verdrag regelt nauwkeurig hoever de samenwerking strekt en beperkt
zich daarbij tot maatregelen die voor een doeltreffende samenwerking
noodzakelijk zijn. Het ziet alleen op de administratieve samenwerking en
bestrijkt niet het terrein van de tussen de gerechtelijke autoriteiten
te verlenen internationale rechtshulp in strafzaken.

Uitbreiding van het Verdrag is wat betreft Aruba een voortzetting van de
beleidslijn om meer met andere douaneadministraties te gaan samenwerken.
Aruba en Chili (hierna: ā€œde partijenā€) onderhouden belangrijke
betrekkingen op handelsgebied; er is een intensief goederen- en
personenverkeer. De partijen hebben er ook belang bij, dat het toezicht
op de naleving van de douanewetgeving zo effectief mogelijk geschiedt.
Dit geldt evenzeer voor de voorkoming, opsporing en bestrijding van
inbreuken op hun douanewetgeving. 

Deze uitbreiding is conform artikel 19, tweede en derde lid, van het
Verdrag, geƫffectueerd door de bovengenoemde briefwisseling terzake
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Chili, die een verdrag in de
zin van de Grondwet vormt. 

In de briefwisseling van 2018 zijn de wijzigingen van het Verdrag
vervat, die in de verdragsrelatie tussen de Republiek Chili en Aruba
zullen gelden. Deze wijzigingen zijn overigens van ondergeschikte aard.
Het betreft dezelfde wijzigingen die opgenomen zijn in de voornoemde
briefwisseling van 2008 inzake de uitbreiding van het Verdrag in de
relatie tussen Chili en de (toenmalige) Nederlandse Antillen en die
thans van toepassing zijn op CuraƧao, Sint Maarten en Caribisch
Nederland.

Puntsgewijze toelichting op het uitbreidingsverdrag

De term ā€œdouaneadministratieā€ heeft in het Verdrag een
gekwalificeerde betekenis. Voor wat betreft Aruba wordt verwezen naar de
centrale bevoegde autoriteiten. Dit is aldus geformuleerd, omdat de
bevoegdheden met betrekking tot de implementatie van de douanewetgeving,
met inbegrip van de heffing en inning van douanerechten aan
verschillende organisatieonderdelen toekomen.

Niet alle bilaterale en multilaterale verdragen zoals bedoeld in het
vijfde lid van artikel 2 van het Verdrag zijn eveneens van toepassing op
Aruba; daarom wordt hier de uitbreiding van het Verdrag beperkt tot de
verdragen die van toepassing zijn verklaard op Aruba. 

In artikel 15 van het Verdrag worden regels gegeven voor de bescherming
van persoonsgegevens, waardoor de in het Verdrag bedoelde beginselen met
betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens worden gewaarborgd.
Voor Aruba geldt de Landsverordening persoonsregistratie (A.B. 2011,
37).

Een ieder verbindende bepalingen

Naar het oordeel van de regering bevat het Verdrag Ć©Ć©n een ieder
verbindende bepaling in de zin van de artikelen 93 en 94 van de
Grondwet, die aan rechtssubjecten rechtstreeks rechten toekennen of
plichten opleggen. Het betreft artikel 2, vierde lid, dat bepaalt dat
door personen geen recht aan het Verdrag kan worden ontleend om
informatie-uitwisseling te beletten.  

Koninkrijkspositie 

De gelding van het Verdrag van 2005 zal worden uitgebreid tot Aruba met
inachtneming van de wijzigingen, vervat in de briefwisseling met Chili,
die een verdrag ten behoeve van Aruba vormt.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 PAGE   1 

 PAGE   \* MERGEFORMAT 2 

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend
luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State).