[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Buitenweg, Diks en Van Ojik over het bericht 'AIVD en MI5 gestopt met samenwerking met Oostenrijkse diensten'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D19288, datum: 2019-05-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2671).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z07722:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2671

Vragen van de leden Buitenweg, Diks en Van Ojik (allen GroenLinks) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het bericht «AIVD en MI5 gestopt met samenwerking met Oostenrijkse diensten» (ingezonden 15 april 2019).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie (ontvangen 15 mei 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «AIVD en MI5 gestopt met samenwerking met Oostenrijkse diensten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de AIVD is gestopt met het delen van alle informatie met de Oostenrijkse binnenlandse veiligheidsdienst BVT? Zo nee, begrijpt u de bezorgdheid in de Kamer en in de samenleving over de inhoud van deze berichtgeving? Hoe is de huidige stand van zaken in de samenwerking tussen beide diensten?

Antwoord 2

Conform art. 88 lid 2 Wiv 2017 dienen de AIVD en de MIVD voorafgaand aan het aangaan van een samenwerkingsrelatie met een buitenlandse dienst vast te stellen of de eventuele samenwerking tot risico’s kan leiden. Deze risicoinschatting wordt uitgevoerd in de vorm van een weging, op basis van de vijf samenwerkingscriteria2 die in art. 88 lid 3 Wiv 2017 zijn beschreven. Op basis van deze weging wordt de aard en intensiteit van de samenwerkingsrelatie met de buitenlandse dienst bepaald.

Het belang van samenwerking met een buitenlandse dienst wordt gewogen tegen de mogelijke risico’s die op basis van de weging zijn geconstateerd. Welke mate van risico acceptabel is, hangt onder meer af van het nationale veiligheidsbelang dat wordt gediend met de samenwerking en de mogelijkheden die bestaan om risico’s te mitigeren. De constatering dat samenwerking met een buitenlandse dienst gepaard kan gaan met risico’s, betekent dus niet dat samenwerking in bi-of multilateraal verband is uitgesloten.

Wegingsnotities zijn geen statische documenten. Artikel 88 lid 5 Wiv 2017 stelt dat, als omstandigheden daartoe aanleiding geven, de aard en intensiteit van de samenwerkingsrelatie met een buitenlandse dienst opnieuw moet worden gewogen. Zowel positieve als negatieve ontwikkelingen rondom een buitenlandse dienst of het desbetreffende land kunnen aanleiding geven tot een herziening van de wegingsnotitie. De AIVD en MIVD dragen zorg voor het monitoren van dergelijke ontwikkelingen.

De AIVD en MIVD doen in het openbaar geen uitspraken over de precieze invulling van de samenwerking met inlichtingen- of veiligheidsdiensten (hierna: buitenlandse diensten).

Vraag 3

Is de samenwerking tussen de MIVD en de Oostenrijkse militaire inlichtingendienst ook veranderd? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor andere samenwerkingsverbanden met Oostenrijk, ook in EU-verband?

Antwoord 4

De bilaterale relatie tussen Nederland en Oostenrijk is onverminderd goed. Ook in EU-verband is de samenwerking uitstekend.

Vraag 5

Is het waar dat de BVT al sinds november 2018 niet meer meedoet aan de Club van Bern, een informeel forum voor het delen van inlichtingen tussen de 28 EU-lidstaten, Noorwegen en Zwitserland? Zo ja, wat is de reden hiervoor? Gaat het om een vrijwillige terugtrekking of is de BVT eruit gezet? Kan de Oostenrijkse dienst zomaar weer terug aan tafel komen bij de Club van Bern of kan een andere deelnemer dat, vanwege zorgen over bijvoorbeeld de banden met Rusland, beletten? Wie bepaalt of een dienst nog lid kan zijn van de Club van Bern?

Antwoord 5

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 6

Hebben de zorgen van de AIVD over de BVT ook gevolgen voor deelname van de Oostenrijkse veiligheidsdienst aan de Counter Terrorism Group (CTG)? Betekent de terugtrekking van de BVT uit de Club van Bern dat zij ook automatisch niet langer deel uitmaakt van de CTG?

Antwoord 6

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 7

Hebben de zorgen van de AIVD (en MIVD) over de BVT (en de Oostenrijkse militaire inlichtingendienst) ook gevolgen voor militaire samenwerking met Oostenrijk, bijvoorbeeld in The Permanent Structured Cooperation in the area of security and defence policy (PESCO) of de EU-Battlegroups, waar volgens het stand-by-rooster Nederland in de tweede helft van 2020 de «German-Czech-Austrian» Battlegroup zal vormen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

In algemene zin kan worden gesteld dat de bilaterale defensiesamenwerking tussen Nederland en Oostenrijk zich tot niches beperkt, zoals trainingen in bergachtig gebied en ontwikkeling van doctrines en standaardisatie op het gebied van bergtrainingen. In het kader van Permanent gestructureerde samenwerking (PESCO) nemen Nederland en Oostenrijk aan twee van de in totaal 34 projecten beiden deel. Dat betreffen de projecten Militaire Mobiliteit en Competentiecentrum voor opleidingsmissies van de Europese Unie. Zowel de bilaterale samenwerking als de samenwerking in PESCO-verband wordt op de huidige wijze gecontinueerd.

Duitsland leidt als Framework Nation de EU Battlegroup in de tweede helft van 2020 en daar werkt Nederland mee samen. Zowel Nederland als Oostenrijk leveren op de aanvraag van Duitsland eenheden. Nederland ziet geen gevolgen voor de samenwerking met de EU Battlegroup.

Vraag 8

Bestaan er ook zorgen over de inlichtingendiensten van andere EU-lidstaten? Zo ja, welke diensten betreft dit en wat betekent dat concreet voor de samenwerking?

Antwoord 8

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 9

Wat betekent het wanneer onze diensten de samenwerking met een partnerdienst in de EU (deels) opzeggen omdat een bondgenoot nauwe banden onderhoudt met (politieke partijen in) landen waarmee de relatie onder druk staat? En wat zijn in zo’n geval de gevolgen voor bijvoorbeeld de Europese samenwerking in de Counter Terrorism Group?

Antwoord 9

Zie de antwoorden op vraag 2.

Vraag 10

Deelt u de mening dat het feit dat, wanneer politieke partijen in een Europese partnerland nauwe banden onderhouden met (politieke partijen in) landen waarmee de relatie onder druk staat, zo’n land niet de juiste plek zou zijn om het satellietgrondstation, dat nu in Burum staat, naartoe te verplaatsen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

De ministeries van Defensie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn de mogelijkheden van verplaatsing van een deel van de activiteiten die in Burum worden uitgevoerd aan het onderzoeken. Daarbij worden vanzelfsprekend ook de risico’s voor de nationale veiligheid en geopolitieke en juridische implicaties meegenomen.

Vraag 11

Erkent u de realiteit dat ook een land waar op dit moment van wordt uitgegaan dat dit land een betrouwbare partner is, op korte termijn nauwe banden kan aangaan met (politieke partijen in) landen waarmee de relatie onder druk staat? Hoe wordt een veilige Nederlandse informatiepositie in zo’n geval gegarandeerd? Wordt bij de keuze van het verplaatsen van het satellietgrondstation in Burum dit aspect nadrukkelijk meegewogen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Zie antwoord op vraag 10.

Vraag 12

Deelt u de zorgen over de nauwe banden tussen een regeringspartij in Oostenrijk en de grootste partij in de Russische Federatie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12

Oostenrijk heeft een democratisch gekozen regering. Het is niet aan de Nederlandse regering om zich te mengen in de contacten die een Oostenrijk regeringspartij onderhoudt met derde landen.

Vraag 13

Zijn er nog andere politieke of diplomatieke gevolgen van het feit dat een Oostenrijkse regeringspartij nauwe banden onderhoudt met (een politieke partij in) de Russische Federatie? Zo ja, welke? Zo nee, hoe wordt gegarandeerd dat er geen gevoelige (diplomatieke) informatie via Oostenrijk gedeeld wordt met (politieke partijen in) de Russische Federatie?

Antwoord 13

Ook Nederland onderhoudt bilaterale contacten met Russische Federatie. Zie verder het antwoord op vraag 12.

Vraag 14

Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?

Antwoord 14

Ja.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kuiken (PvdA), ingezonden 11 april 2019 (vraagnummer 2019Z07466).


  1. https://nos.nl/artikel/2279763-aivd-en-mi5-gestopt-met-samenwerking-met-oostenrijkse-diensten.html↩︎

  2. Bij de weging worden op basis van art. 88 lid 3 Wiv 2017 in ieder geval de volgende criteria betrokken: (a) democratische inbedding van de dienst in het desbetreffende land, (b) de eerbiediging van de mensenrechten door het desbetreffende land, (c) de professionaliteit en de betrouwbaarheid van de desbetreffende dienst, (d) de wettelijke bevoegdheden en mogelijkheden van de dienst in het desbetreffende land, (e) het door de desbetreffende dienst geboden niveau van gegevensbescherming.↩︎