[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie inzake nadere informatie voortgang renovatie Binnenhof

Renovatie Binnenhof

Brief regering

Nummer: 2019D20908, datum: 2019-05-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34293-78).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34293 -78 Renovatie Binnenhof.

Onderdeel van zaak 2019Z10139:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

34 293 Renovatie Binnenhof

Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2019

In uw brief van 25 april jl. verzoekt u om:

1. Het opheffen van de geheimhoudingsplicht die rust op het project;

2. Inzicht in het renovatiebudget;

3. Inzicht in het contract met OMA;

4. Inzicht in de laatste stand van het ontwerp.

Om zorg te dragen voor een goede beantwoording heb ik de stemmingen over de moties in de Tweede Kamer afgewacht. Nu op 14 mei 2019 is gestemd kan ik u volledig antwoorden (Handelingen II 2018/19, nr. 81, item 8), rekening houdend met de aangenomen moties over de renovatie van het Binnenhof. Onderstaand ga ik nader in op uw vragen.

1. Opheffen geheimhouding: openbaar, tenzij

Voor het delen van informatie geldt dat ik, in overeenstemming met de motie van het lid Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 67), het beleid drastisch zal aanpassen. Het uitgangspunt wordt «openbaar tenzij», waardoor alle informatie op tafel kan komen. Het «tenzij» betreft nu nog slechts drie redenen die openbaarmaking niet mogelijk maken, te weten veiligheid, commerciële vertrouwelijkheid en bescherming van personen. In alle andere gevallen wil ik in alle openheid informatie delen. Ik zal de in overleg met de gebruikers van het Binnenhof vastgestelde zogenaamde rubriceringslijsten, die aangeven welke mate van vertrouwelijkheid van toepassing is voor de verschillende onderwerpen, hiervoor aanpassen. Dit zal het proces naar mijn verwachting beter stroomlijnen.

Ten aanzien van het geheim verklaren van de opdrachten aan het bedrijfsleven deel ik de nadrukkelijke wens van de Tweede Kamer voor meer transparantie, maar zie ik helaas geen mogelijkheden om het eerder ingezette beleid aan te passen. Mede op verzoek van alle gebruikers van het Binnenhof zelf, zoals vastgelegd in de Intentieovereenkomst d.d. 28 oktober 20101, heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst de opdrachten die in verband met het project Renovatie Binnenhof worden verstrekt als geheim gekwalificeerd (Kamerstuk 34 293, nr. 31). Het nu aanpassen van dit beleid zou betekenen dat het project vertraagt omdat het selectieproces om tot een keuze voor de aannemers te komen opnieuw moet starten. Voor de goede orde merk ik op dat het hier gaat om een geheimverklaring van opdrachten in de zin van de Aanbestedingswet, gericht op beperking van het aantal marktpartijen dat kennis draagt van gevoelige informatie van het Binnenhof. Dit laat onverlet dat de Kamer ruimte heeft om met mij te spreken over inhoud en uitvoering van die opdrachten.

MKB-bedrijven worden reeds op meerdere plekken ingeschakeld bij de renovatie. Dit zal ook het geval zijn bij de uitvoering van de renovatie op het Binnenhof, hetzij rechtstreeks in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf vanwege bepaalde kennis of capaciteit, hetzij door onderaanneming. Ik zal dit blijven bevorderen en geef daarmee uitvoering aan de motie van het lid Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 68).

2. Inzicht in het renovatiebudget

Het is mijn opdracht om de Renovatie van het Binnenhof uit te voeren binnen het daarvoor beschikbare budget van € 475 mln. (prijspeil 2015). Dit budget wijzigt niet, behoudens de eerder genoemde disclaimers te weten: indexatie, extra eisen duurzaamheid, extra eisen veiligheid en technische uitvoeringsrisico’s. De noodzakelijke werkzaamheden kunnen worden opgestart. Zo is de tweede fase van het contract voor de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer op de Bezuidenhoutseweg 67 ondertekend en is de bouw inmiddels in volle gang.

Om te voorkomen dat de doelstelling binnen tijd en beschikbaar budget niet gehaald wordt, zal ik sturen op een strakke planning.

Ik ben graag bereid inzicht te geven in de financiën van de renovatie en zal het gewenste inzicht verschaffen in de voortgangsrapportage die twee maal per jaar verschijnt. Hiermee kom ik tegemoet aan de motie van de leden Middendorp en Van Eijs (Kamerstuk 34 293, nr. 66).

Een specifiek onderdeel van het renovatiebudget betreft de niet-huisvestingskosten van de gebruikers. In het debat met uw Kamer op 7 maart 2019 ben ik naar aanleiding van publicaties in de media bevraagd over de niet-huisvestingskosten. De oplossing hiervoor heb ik gevonden door maatwerk binnen de regeling uit 1991 toe te passen. Dit maatwerk houdt in dat alle zaken die aard en nagelvast zijn en met de renovatie te maken hebben, inmiddels opgenomen zijn in het RVB budget. Het budget voor de renovatie, € 475 mln. (prijspeil 2015), wijzigt hiermee niet.

3. Inzicht in het contract met OMA

Hierbij stuur ik u de overeenkomst die is gesloten met OMA waaruit volgt dat dit bureau opdracht heeft gekregen voor het vervaardigen van het Voorontwerp en het Definitief Ontwerp van het Tweede Kamercomplex (bijlage 1)2. Voor een eventuele aanpassing van de overeenkomst met OMA geldt dat onbekend is hoe OMA zich zal opstellen op het vlak van het intellectueel eigendom van het Voorontwerp van OMA. Op grond van overleg met de Landsadvocaat, heb ik geconcludeerd dat het de sterke voorkeur geniet om bij een eventuele aanpassing van de overeenkomst met OMA tot een minnelijke oplossing te komen. Bij een andere dan een minnelijke aanpassing van de overeenkomst is de landsadvocaat van mening dat het Rijk aanmerkelijk grote risico’s loopt. Dit kan er toe leiden dat de planning van het hele traject in gevaar komt. Dit zal leiden tot aanzienlijke meerkosten.

4. Inzicht in de laatste stand van het ontwerp

Om de Voorontwerp-fase voor 1 juli 2019 af te kunnen ronden en uitvoering te kunnen geven aan de motie van het lid Middendorp c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 65) is in het projectteam van 11 april 2019 door de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf een planning als gezamenlijk uitgangspunt afgestemd. Belangrijke momenten in deze planning zijn:

– 17 mei 2019 herzien Voorontwerp gereed voor toetsing (dit is inmiddels aangeleverd), waarbij het herzien Voorontwerp tot stand komt met inbreng van de diverse werkgroepen van de Tweede Kamer;

– 31 mei integrale toets van het Voorontwerp door Tweede Kamer en het RVB gereed;

– 18 en 20 juni bespreken van het Voorontwerp en de uitgevoerde toetsen op dit voorontwerp in de Bouwbegeleidingscommissie (BBC);

– Agendering van het Voorontwerp en het advies van de BBC op dit Voorontwerp in het presidium van 26 juni;

– Agendering en besluitvorming over het Voorontwerp in de bestuurlijke stuurgroep voor de zomer.

Ik heb Pi de Bruijn in afstemming met de Tweede Kamer op 21 december 2018 schriftelijk een aanbod gedaan voor een opdracht voor ontwerpwerkzaamheden. Tot op heden heeft de heer De Bruijn dit aanbod in beraad.

5. Concluderend

Uitgangspunt voor mij is dat het project wordt uitgevoerd binnen tijd en beschikbare budget. Ik geef in lijn hiermee uitvoering aan de motie van het lid Middendorp c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 65) die vraagt om afronding van het Voorontwerp voor 1 juli 2019 en om de keuze om een architect toe te voegen pas definitief te maken als dat instemming heeft van de gebruikers en de huidige en nieuwe architect en het teamwerk geborgd is.

Ik stel daarom voor om zo snel mogelijk onze samenwerking op te pakken volgens het hiervoor onder punt 4 genoemde tijdsschema, met inbreng van de werkgroepen van de Tweede Kamer, de BBC en het presidium. Ik ga er vanuit dat met deze gezamenlijke inspanning op zo kort mogelijke termijn tot een gedragen VO en DO kan worden gekomen waarmee u als gebruiker kunt instemmen. Daarnaast zal ik ter uitvoering van genoemde motie (Kamerstuk 34 293, nr. 65) met OMA en Pi de Bruijn in gesprek gaan om te komen tot een nadere taakafbakening en samenwerking.

Mocht de hierboven geschetste aanpak onverhoopt niet lukken, dan stel ik voor om zo spoedig mogelijk een onafhankelijke derde aan te stellen. Deze onafhankelijke derde heeft tot taak:

1. Besluitvorming over het reeds uitgevoerde werk na te gaan en daarover een bindend advies te geven, zodat niet langer onduidelijkheid bestaat over werk dat gereed is en werk dat nog niet af is of nog niet in overeenstemming met de randvoorwaarden is;

2. Een bindend advies te formuleren over de te betrekken architecten.

Parallel aan dit werk kunnen wij onderling bespreken hoe de governance zo versterkt kan worden dat er weer vertrouwen is in de aanpak van de renovatieopgave. Ik wil hier voor 1 juli 2019 nadere afspraken met u en de andere gebruikers over maken.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops


  1. In de Bestuurlijke Stuurgroep van 10 maart 2017 is de intentieovereenkomst onverkort van toepassing verklaard↩︎

  2. Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎