[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2019D21275, datum: 2019-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35210-XVII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35210 XVII-2 Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2019Z10340:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 210 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2019 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.

In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ten slotte volgt per artikel een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

2. Overzicht belangrijkste mutaties 2019

De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en daarna toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.

Stand vastgestelde begroting 3.096.124
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie 1.2 9.123
2) Versterking van de arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.3 12.933
3) Onderwijs 3.4 11.500
4) Multilaterale samenwerking 5.1 27.000
5) Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 5.4 – 165.218
6) Overige mutaties 11.386
Stand eerste suppletoire begroting 3.002.848

‱ Een verhoging van het budget voor «versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie» (artikel 1.2) vooral vanwege de organisatie van de Global Entrepreneurship Summit (GES) in 2019.

‱ Een verhoging van het budget voor versterking van de private sector en de arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden (artikel 1.3) vooral vanwege extra uitgaven voor de landenprogramma’s op het gebied van ondernemingsklimaat.

‱ Een verhoging van het budget voor onderwijs (artikel 3.4) omdat extra middelen zijn toegevoegd zoals aangekondigd in de beleidsnota «Investeren in Perspectief» en vanwege extra budget voor het NUFFIC-programma Orange Knowledge Programme (OKP).

‱ Een verhoging van het budget voor multilaterale samenwerking (artikel 5.1) vanwege een verhoging van de jaarlijkse bijdragen aan UNICEF, UNDP en voor speciale multilaterale activiteiten zoals steun aan de hervormingen binnen de Verenigde Naties.

‱ Op artikel 5.4 (verdeelartikel) vindt een verlaging van het budget plaats in de komende jaren. Dit is met name het gevolg van een neerwaartse BNI-bijstelling. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor regelmatig bijgesteld. Daarnaast neemt de asieltoerekening aan ODA per saldo toe als gevolg van een hogere instroomraming van asielzoekers. Hiervoor worden ODA-middelen van de BHOS-begroting overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

3. De beleidsartikelen

Beleidsartikel 1

Verplichtingen 402.767 8.000 410.767 164.410 575.177 113.508 – 68.841 – 65.492 – 62.892
waarvan garantieverplichtingen 129.000 129.000 129.000
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 524.289 8.000 532.289 24.437 556.726 14.786 14.686 11.536 11.536
waarvan juridisch verplicht 77% 91%
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO 30.553 2.000 32.553 2.381 34.934 -475 -475 2.475 2.475
Subsidies
Beleidsondersteuning, evaluaties en onderzoek 3.623 3.623 923 4.546
Maatschappelijk verantwoord ondernemen 18.075 2.000 20.075 1.875 21.950 2.950 2.950
Opdrachten
Beleidsondersteuning internationaal economisch beleid (non-ODA) 2.185 2.185 58 2.243
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1.000 1.000 0 1.000
Bijdrage (inter)nationale organisaties
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) 5.670 5.670 – 475 5.195 – 475 – 475 – 475 – 475
1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 107.919 0 107.919 9.123 117.042 6.700 6.600 500 500
Subsidies
Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen (non-ODA) 5.200 5.200 0 5.200 – 200 – 200
Partners for International Business (PIB) (non-ODA) 5.105 5.105 0 5.105
Demontratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsstudies (DHI) (non-ODA) 5.433 5.433 0 5.433
Dutch Trade and Investment Fund (non-ODA) 18.229 18.229 – 1.435 16.794 – 1.700 – 1.600
Versterking concurrentiepositie Nederland 9.200 9.200 – 2.700 6.500 – 2.700 – 2.700 – 2.700 – 2.700
Versterking economische functie 527 527 43 570 43 43
Aanvullende opdrachten 3.400 3.400 0 3.400
Overig (non-ODA) 9.225 9.225 – 6.539 2.686 4.400 4.400
Invest NL 9.000 9.000 0 9.000
Opdrachten
Wereldtentoonstelling DubaĂŻ 4.300 4.300 0 4.300 1.509 1.409
Chinastrategie 700 700 600 500 500 500
GES 14.500 14.500
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (non-ODA) 32.900 32.900 4.554 37.454 4.548 4.548 2.900 2.900
Versterking economische functie (NBSO's via RVO) (non-ODA) 5.400 5.400 0 5.400
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 385.817 6.000 391.817 12.933 404.750 8.561 8.561 8.561 8.561
Subsidies
Marktontwikkeling in het kader van private sector development 37.117 37.117 533 37.650
Wet en regelgeving 3.100 3.100 0 3.100
Financiele sectorontwikkeling 6.000 6.000 4.000 10.000
Versterking privaat ondernemerschap 49.600 6.000 55.600 0 55.600
Infrastructuurontwikkeling 80.900 80.900 0 80.900
Werkgelegenheid 22.000 22.000 – 10.500 11.500
Samenwerking bedrijfsleven en PPP's 8.500 8.500 0 8.500
Versterking privaat ondernemerschap (non-ODA) 1.500 1.500 – 1.500 0
Technische assistentie DGGF 5.700 5.700 0 5.700
programma's Dutch Good Growth Fund 20.000 20.000 0 20.000
Leningen
programma's Dutch Good Growth Fund 35.000 35.000 – 10.000 25.000 – 10.000 – 10.000 – 10.000 – 10.000
Garanties
programma's Dutch Good Growth Fund 13.000 13.000 – 8.000 5.000 – 8.000 – 8.000 – 8.000 – 8.000
Opdrachten
Werkgelegenheid 3.000 3.000 7.000 10.000
Innovatie 5.000 5.000 0 5.000
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 36.000 36.000 0 36.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
International Labour Organization 5.700 5.700 0 5.700
Partnershipprogramma ILO 5.500 5.500 0 5.500
Landenprogramma's ondernemingsklimaat 7.400 7.400 17.800 25.200 16.561 16.561 16.561 16.561
Infrastructuurontwikkeling 20.000 20.000 0 20.000
Bedrijfsmatige technische bijstand 1.500 1.500 0 1.500
Werkgelegenheid 5.000 5.000 0 5.000
Marktontwikkeling in het kader van private sector development 6.400 6.400 3.600 10.000
Wet en regelgeving 1.900 1.900 4.000 5.900 4.000 4.000 4.000 4.000
Financiele sectorontwikkeling 6.000 6.000 6.000 12.000 6.000 6.000 6.000 6.000
Ontvangsten 6.491 0 6.491 0 6.491 0 0 0 0
1.10 Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 3.491 3.491 0 3.491
1.30 Ontvangsten DGGF 3.000 3.000 0 3.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget stijgt in 2019 en 2020. Voor een belangrijk deel hangt dit samen met de extra middelen voor (jeugd)werkgelegenheid en ondernemingsklimaat decentraal. Ook stijgt het verplichtingenbudget voor «financiële sector ontwikkeling», «versterking private sector», «publiek-private partnerschappen», onder andere voor het Sustainable Development Goals Partnership waarvoor in 2018 het subsidieplafond is gepubliceerd. Het verplichtingenbudget voor «infrastructuur» is teruggebracht in verband met meerjarig aangegane verplichtingen in 2018.

Uitgaven

Artikel 1.1

Het uitgavenbudget voor «Duurzaam handels- en investeringssysteem» stijgt in 2019. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoger dan voorziene uitgave voor «Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen» (IMVO). Dit is budget van 2018 dat in verband met vertraagde implementatie is doorgeschoven naar 2019.

Motie Diks/Van den Hul

Over de motie Diks/Van den Hul (35 000-VXII, nr. 34) zal de Kamer separaat worden geïnformeerd vóór het geplande AO IMVO op 20 juni 2019.

Artikel 1.2

Het budget voor «Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie», laat een meerjarige stijging zien. Dit is een saldo van mutaties.

Voor 2019 wordt deze stijging vooral veroorzaakt door de kosten die gemoeid zijn met de organisatie van de Global Entrepreneurship Summit (GES). Nederland organiseert de eerste Europese editie van deze internationale top van hoog niveau, waarbij prominente vertegenwoordigers van het internationale bedrijfsleven en grote investeerders aanwezig zullen zijn. De afspraak hierover is gemaakt bij gelegenheid van het bilaterale bezoek aan president Trump in de zomer van 2018.

De meerjarige stijging op dit artikel wordt vooral veroorzaakt door verhoging van kosten voor inschakeling van het Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit houdt verband met gestegen uitvoeringskosten, deels veroorzaakt door kostenverhoging en deels door nieuwe activiteiten zoals bijvoorbeeld het Brexit-loket.

Artikel 1.3

Het budget voor «Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden» wordt meerjarig verhoogd. Deze verhoging bestaat uit een saldo van mutaties.

Een belangrijk deel van de verhoging voor «landenprogramma’s ondernemingsklimaat» is bestemd voor nieuwe activiteiten in de focusregio’s. Een belangrijk deel van de verhoging voor «landenprogramma’s ondernemingsklimaat» is bestemd voor nieuwe PSD-activiteiten in de focusregio’s. Ook wordt budget voor marktonwikkeling private sector, wet en regelgeving, financiĂ«le sector verhoogd.

Aan de andere kant worden de jaarlijkse uitgavenverwachtingen voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) meerjarig verlaagd op grond van actuele ramingen. Het DGGF bereikt daarmee later de volle investeringsomvang (EUR 700 miljoen).

Beleidsartikel 2

Verplichtingen 454.310 7.000 461.310 481.666 942.976 66.656 145.560 145.502 322.230
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 723.477 7.000 730.477 0 730.477 0 0 0 0
waarvan juridisch verplicht 93% 95%
2.1 Voedselzekerheid 339.295 0 339.295 0 339.295 0 0 0 0
Subsidies
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector 27.600 27.600 – 1.042 26.558 – 3.888 – 93 – 926 – 926
Kennis en capaciteitsopbrouw ten behoeve van voedselzekerheid 32.000 32.000 – 593 31.407 – 1.185 – 1.185 0 593
Landenprogramma's voedselzekerheid 41.000 41.000 650 41.650 2.211 – 1.595 – 3.116 – 5.410
Bijdrage aan agentschappen
Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen 10.000 10.000 476 10.476 1.280 3.185 4.376 6.563
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid 4.000 4.000 – 74 3.926 – 148 – 148 0 74
Landenprogramma's voedselzekerheid 5.000 5.000 79 5.079 269 – 195 – 380 – 660
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid 18.000 18.000 – 333 17.667 – 667 – 667 0 333
realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 23.595 23.595 1.125 24.720 3.020 7.515 10.324 15.487
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector 32.000 32.000 – 1.208 30.792 – 4.507 – 107 – 1.074 – 1.074
Landenprogramma's voedselzekerheid 121.100 121.100 1.920 123.020 6.530 – 4.710 – 9.204 – 15.980
Uitbannen huidige honger en voeding 25.000 25.000 – 1.000 24.000 – 2.915 – 2.000 0 1.000
2.2 Water 193.714 0 193.714 0 193.714 0 0 0 0
Subsidies
Integraal waterbeheer 27.944 27.944 1.131 29.075 – 6.001 – 4.226 – 3.111 – 313
Drinkwater en sanitatie 25.357 25.357 – 1.262 24.095 – 994 612 1.071 1.071
(Landenprogramma's) integraal waterbeheer 8.000 8.000 40 8.040 970 902 1.272 869
(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie 12.000 12.000 36 12.036 1.524 – 194 – 1.903 – 2.461
Opdrachten
Integraal waterbeheer 6.000 6.000 243 6.243 – 1.288 – 907 – 668 – 67
(Landenprogramma's) integraal waterbeheer 18.000 18.000 91 18.091 2.181 2.031 2.860 1.955
(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie 3.000 3.000 9 3.009 381 – 48 – 476 – 615
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Integraal waterbeheer 14.000 14.000 566 14.566 – 3.006 – 2.117 – 1.558 – 157
Drinkwater en sanitatie 22.000 22.000 – 1.095 20.905 – 863 531 929 929
Landenprogramma's integraal waterbeheer 33.668 33.668 169 33.837 4.081 3.799 5.350 3.658
Landenprogramma's drinkwater en sanitatie 23.745 23.745 72 23.817 3.015 – 383 – 3.766 – 4.869
2.3 Klimaat 190.468 7.000 197.468 0 197.468 0 0 0 0
Subsidies
Hernieuwbare energie 15.000 3.500 18.500 0 18.500 0 0 0 0
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen 57.729 57.729 – 2.235 55.494 – 2.939 – 2.608 – 2.608 – 2.608
Nationaal Klimaatfonds 40.000 40.000 0 40.000 0 0 0 0
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Hernieuwbare energie 21.000 3.500 24.500 0 24.500 0 0 0 0
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen 12.000 12.000 – 465 11.535 – 611 – 542 – 542 – 542
Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen 14.840 14.840 0 14.840 0 0 0 0
GEF 20.750 20.750 150 20.900 150 150 150 150
UNEP 7.142 7.142 0 7.142 0 0 0 0
Landenprogramma's klimaatbeleid 500 500 2.000 2.500 3.000 3.000 3.000 3.000
Centrale klimaat programma's (non-ODA) 1.150 1.150 550 1.700 400 0 0 0
Contributie IZA/IZT 357 357 0 357 0 0 0 0

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget stijgt meerjarig onder andere vanwege extra verplichtingenbudget voor ambassades voor activiteiten op het gebied van «Voedselzekerheid» (Ethiopië, Mali, Benin, Zuid Soedan) en «Water» (Palestijnse gebieden, Zuid Soedan).

Ook is het centrale verplichtingenbudget van «Water» verhoogd voor het aangaan van nieuwe committeringen voor het Fonds Duurzaam Water, Water Global Practice, het FAO-programma Jemen en het CIWA (Waterprogramma in Afrika met de Wereldbank).

Tot slot is ook het budget voor klimaat verhoogd voor het Dutch Fund for Climate and Development en programma’s als Climate Investor Two, Palmolieprogramma IDH, MoMo-initiatief, de volgende fase van het Sustain-programma en enkele kleinere initiatieven. Ook is er in het kader van hernieuwbare energie extra verplichtingenbudget ter beschikking gesteld voor onder andere Energising Development Partnership (EnDev) programma phase III, Afrika Biogas (HIVOS) en het programma Clean Cookstoves.

Uitgaven

Geen toelichting – conform ondergrenzen Rijksbegrotingsvoorschriften.

Beleidsartikel 3

Verplichtingen 347.113 24.000 371.113 371.974 743.087 1.069.848 370.595 485.691 152.895
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 767.093 24.000 791.093 7.705 798.798 – 10.050 – 9.725 – 4.750 – 4.750
waarvan juridisch verplicht 89% 92%
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids 430.084 24.000 454.084 – 5.000 449.084 – 5.000 – 5.000 0 0
Subsidies
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids 13.000 13.000 0 13.000
Centrale programma's SRGR & hiv/aids 141.381 3.000 144.381 – 9.900 134.481 – 15.000 – 15.000 – 10.000 – 9.400
Opdrachten
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids 7.000 7.000 0 7.000
Centrale programma's SRGR & hiv/aids 500 500 0 500
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Unicef 10.000 5.000 15.000 – 3.000 12.000 – 3.000 – 3.000 2.000 2.000
UNAIDS 20.000 20.000 0 20.000
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis 55.300 55.300 0 55.300
UNFPA 60.000 10.000 70.000 – 2.000 68.000
WHO-PAHO 6.713 6.713 0 6.713
Partnershipprogramma WHO 10.216 5.000 15.216 1.797 17.013 1.797 1.797 1.797 1.797
Landenprogramma's SRGR & hiv/aids 76.974 1.000 77.974 18.126 96.100 19.126 20.126 15.626 14.626
Vrouwenrechten en keuzevrijheid. 10.000 10.000 0 10.000 6.000 6.000
Centrale programma's SRGR & hiv/aids 19.000 19.000 – 10.023 8.977 – 13.923 – 14.923 – 9.423 – 9.023
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 52.439 0 52.439 0 52.439 0 0 0 0
Subsidies
Vrouwenrechten en gendergelijkheid 37.639 37.639 – 9.099 28.540 – 4.673 – 4.315 – 4.000 – 4.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNWOMEN 6.000 6.000 0 6.000
Landenprogramma's vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.300 4.300 9.099 13.399 4.673 4.315 4.000 4.000
Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.500 4.500 0 4.500
3.3 Maatschappelijk middenveld 220.270 0 220.270 1.205 221.475 – 300 25 0 0
Subsidies
0 Strategische partnerschappen 203.270 203.270 0 203.270
Twinningsfaciliteit Suriname 2.000 2.000 1.205 3.205 – 300 25
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Strategische partnerschappen 15.000 15.000 0 15.000
3.4 Onderwijs 64.300 0 64.300 11.500 75.800 – 4.750 – 4.750 – 4.750 – 4.750
Subsidies
Internationale hoger onderwijsprogramma's 37.300 37.300 5.000 42.300 5.000 5.000 5.000 5.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Onderwijs met perspectief 27.000 27.000 6.500 33.500 – 9.750 – 9.750 – 9.750 – 9.750

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt meerjarig verhoogd om uitdrukking te kunnen geven aan de intensiveringen op het gebied van «Seksuele, reproductieve- en gezondheidsrechten» (SRGR) en «Vrouwenrechten» uit de beleidsnota «Investeren in Perspectief». In 2019 zullen op het gebied van SRGR nieuwe activiteiten worden aangegaan onder andere in Ethiopië, Niger, Burkina Faso, Egypte en Oeganda.

Daarnaast worden vanaf 2019 nieuwe verplichtingen aangegaan onder andere met UNFPA, UNAIDS en WHO. Deze verplichtingen worden voor drie jaar aangegaan in plaats van voor twee jaar zoals eerder gepland. Op deze manier is de looptijd van de verplichtingen gelijk aan de strategische plannen van de desbetreffende organisaties.

Op het gebied van vrouwenrechten wordt voor 2019 extra budget toegekend voor een bijdrage aan UNWOMEN.

Verder wordt het verplichtingenbudget voor onderwijs in 2019 verhoogd voor voortzetting van het INCLUDE-programma.

De stijging in 2020 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door verplichtingen voor de nieuwe fase van «Samenspraak en Tegenspraak», die in 2021 van start gaat.

In 2021 stijgt het verplichtingenbudget voornamelijk vanwege Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW), het nieuwe programma SRGR en hiv/aids in Mozambique en een verhoging van het verplichtingenbudget voor artikel 3.1.

De stijging in 2022 komt voort uit verhoogde verplichtingenbudgetten voor het Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis (GFATM), Leading from the South (LfS), UNFPA UNAIDS en het nieuwe programma met NUFFIC.

Voor 2023 is de verhoging van de verplichtingen nodig voor SRGR-programma’s in onder andere Mali en EthiopiĂ«. Ook worden voor de Global Financing Facility in Support of Every Woman, Every Child (GFF) verplichtingen uit eerdere jaren doorgeschoven naar 2023.

Uitgaven

Artikel 3.1

Eerst werd een gedeelte van de middelen voor de Algemene vrijwillige bijdrage aan UNICEF uit artikel 3.1 gefinancierd. Om onnodige beheerslast tegen te gaan is besloten om de totale bijdrage voor de AVB aan UNICEF uit artikel 5.1 «Multilaterale samenwerking» te financieren. Daarom wordt EUR 5 miljoen in 2019 tot 2021 vanuit artikel 3.1 overgeheveld naar artikel 5.1. Deze overheveling tussen artikel 3.1 en 5.1 betekent per saldo geen verlaging van het budget voor SRGR programma’s. Daarnaast worden middelen binnen dit artikel over de instrumenten herverdeeld.

Artikel 3.4

Het budget wordt per saldo verhoogd in 2019 (EUR 11,5 miljoen) en verlaagd in 2020 tot en met 2024 (EUR 4,75 miljoen). In 2019 wordt EUR 10 miljoen extra vrijgemaakt voor onderwijs wat een prioriteit is uit de beleidsnota «Investeren in Perspectief». Hiervan wordt in 2019 weer EUR 3,5 miljoen overgeheveld naar artikel 1.3 «Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden», voor het programma «Onderwijs en Werk voor Jongeren».

Het budget voor het Orange Knowledge Programme (OKP), uitgevoerd door NUFFIC, wordt structureel verhoogd met EUR 5 miljoen. Een eerdere abusievelijke verlaging is hiermee gecorrigeerd.

De verlagingen voor de jaren na 2019 betreffen een saldo veroorzaakt door enerzijds de eerdergenoemde verhoging vanwege de correctie voor het OKP (EUR 5 miljoen per jaar) en anderzijds een verlaging vanwege jaarlijkse overhevelingen van EUR 9,75 miljoen van dit artikel (Onderwijs) naar artikel 1.3 voor «Onderwijs en werk voor jongeren».

Beleidsartikel 4

Verplichtingen 621.118 10.000 631.118 479.924 1.111.042 – 322.376 46.124 301.124 – 158.676
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 777.260 10.000 787.260 3.000 790.260 0 0 0 0
waarvan juridisch verplicht 34% 62%
4.1 Humanitaire hulp 370.017 10.000 380.017 0 380.017 0 0 0 0
Subsidies
Noodhulpprogramma's 25.000 25.000 0 25.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNHCR 33.000 33.000 0 33.000
Wereldvoedselprogramma 36.000 36.000 0 36.000
UNRWA 13.000 13.000 0 13.000
Noodhulpprogramma's 259.000 10.000 269.000 0 269.000
Noodhulpprogramma's non-ODA 1.017 1.017 0 1.017
onderwijs 3.000 3.000 0 3.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 172.000 0 172.000 0 172.000 0 0 0 0
Subsidies
Opvang in de regio 42.000 42.000 0 42.000
Migratie en ontwikkeling 12.750 12.750 0 12.750
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Opvang in de regio 96.000 96.000 0 96.000
Migratie en ontwikkeling 21.250 21.250 0 21.250
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 235.243 0 235.243 0 235.243 0 0 0 0
Subsidies
Legitieme en capabele overheid 15.000 15.000 874 15.874 874 874 874 874
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie 11.000 11.000 1.106 12.106 1.106 1.106 1.106 1.106
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen 30.000 30.000 – 2.679 27.321 – 2.679 – 2.679 – 2.679 – 2.679
Functionerende rechtsorde 18.000 18.000 – 14.049 3.951 – 12.609 – 14.355 – 12.717 – 12.789
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Legitieme en capabele overheid 10.755 10.755 626 11.381 626 626 626 626
landenprogramma's legitieme en capabele overheid 1.500 1.500 – 1.500 0 – 1.500 – 1.500 – 1.500 – 1.500
Landenprogramma's functionerende rechtsorde 74.626 74.626 39.024 113.650 35.024 39.874 35.324 35.524
Landenprogramma's inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en confilictpreventie 2.500 2.500 2.500 5.000 2.500 2.500 2.500 2.500
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie 13.862 13.862 1.394 15.256 1.394 1.394 1.394 1.394
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen 26.000 26.000 – 2.321 23.679 – 2.321 – 2.321 – 2.321 – 2.321
functionerende rechtsorde 32.000 32.000 – 24.975 7.025 – 22.415 – 25.519 – 22.607 – 22.735
4.4 Noodhulpfonds 0 0 0 3.000 3.000 0 0 0 0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Noodhulpfonds 0 0 3.000 3.000

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is meerjarig bijgesteld voor verplichtingen op het gebied van humanitaire hulp. Dit is het gevolg van het wijzigen van het verplichtingenritme bij de overgang van een tweejarig naar een driejarig looptijd van de verplichting met aan aantal partners (ICRC, CERF, NRK, OCHA, UNHCR, UNWRA, WFP).

Uitgaven

Het budget voor het Noodhulpfonds wordt in 2019 met EUR 3 miljoen verhoogd in verband met de afwikkeling van in het verleden aangegane verplichtingen op het aflopende Noodhulpfonds.

Beleidsartikel 5

Verplichtingen 95.957 – 49.000 46.957 289.700 336.657 – 8.100 13.000 86.000 10.000
waarvan garantieverplichtingen
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 304.005 – 49.000 255.005 – 128.418 126.587 – 185.244 – 215.907 – 273.930 – 287.907
waarvan juridisch verplicht 73% 94%
5.1 Multilaterale samenwerking 131.057 2.000 133.057 27.000 160.057 25.000 25.000 13.000 13.000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNDP 28.000 28.000 2.000 30.000 2.000 2.000 2.000 2.000
UNICEF 18.000 18.000 15.000 33.000 13.000 13.000 8.000 8.000
UNIDO 1.950 1.950 0 1.950
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen 58.230 58.230 0 58.230
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken 6.476 6.476 0 6.476
Speciale multilaterale activiteiten 9.401 9.401 10.000 19.401 10.000 10.000 3.000 3.000
Assistent-deskundigen programma 9.000 2.000 11.000 0 11.000
5.2 Overig armoedebeleid 71.700 0 71.700 9.800 81.500 12.648 8.089 6.189 6.189
Subsidies
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 6.500 6.500 0 6.500
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking 250 250 0 250
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 6.029 6.029 5.500 11.529 5.650 5.000 5.000 5.000
Schuldverlichting 52.521 52.521 783 53.304 4.409
Unesco 4.400 4.400 0 4.400
Overige
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 2.000 2.000 – 70 1.930 – 70 – 70 – 70 – 70
Overig 3.587 3.587 2.659 3.159 1.259 1.259
5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 101.248 – 51.000 50.248 – 165.218 – 114.970 – 222.892 – 248.996 – 293.119 – 307.096
Ontvangsten 73.201 0 73.201 0 73.201 0 0 0 0
5.20 Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen 42.025 42.025 0 42.025
5.21 Ontvangsten OS 31.176 31.176 0 31.176
5.22 Koersverschillen OS pm pm pm
5.23 Diverse ontvangsten non-ODA 0 0 0 0

Verplichtingen

De toename van het verplichtingenbudget in 2019 is onder andere veroorzaakt door hogere bijdragen aan UNICEF en UNDP. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget meerjarig bijgesteld omdat verplichtingen met VN-organisaties voortaan meerjarig in plaats van voor twee jaar worden aangegaan. Tenslotte wordt het verplichtingenbudget voor het assistent-deskundigen programma in 2019 verhoogd voor het aangaan van een vijfjarige verplichting.

Uitgaven

Artikel 5.1

Het budget van artikel 5.1 wordt in 2019 verhoogd met EUR 27 miljoen. Dit betreft een verhoging van de jaarlijkse bijdrages aan UNICEF (EUR 15 miljoen), UNDP (EUR 2 miljoen) en EUR 10 miljoen voor speciale multilaterale activiteiten, onder andere voor ondersteuning van hervormingen binnen de Verenigde Naties.

Artikel 5.2

Het budget van artikel 5.2 wordt in 2019 verhoogd met EUR 9,8 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door meer uitgaven voor algemene (ondersteunende) ODA-activiteiten. Daarnaast wordt het budget voor schuldverlichting verhoogd in 2019 en in 2020. Ook wordt het budget voor «Kleine activiteiten posten» en «Cultuur en ontwikkeling» verhoogd voor culturele activiteiten in Egypte en Marokko in 2019 en 2020.

Artikel 5.4

Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.

Per saldo neemt het budget van dit subartikel in 2019 af met EUR 165 miljoen. Het betreft drie mutaties. Allereerst betreft het een afname van het ODA-budget als gevolg van een daling van het BNI. De neerwaartse BNI-bijstelling is EUR 87 miljoen in 2019 en loopt op tot EUR 254 miljoen vanaf 2024.

Daarnaast is de toerekening voor eerstejaars asielopvang bijgesteld. De mutaties in de asieltoerekening worden gekenmerkt door een tweetal ontwikkelingen. Enerzijds is er ten opzichte van de ramingen uit de ontwerpbegroting sprake van een hogere instroomraming, waardoor de toerekening meerjarig hoger uitvalt. Anderzijds is er sprake van een aanpassing in de systematiek van de toerekening van de kosten van eerstejaarsopvang van asielzoekers aan ODA. Deze aanpassing vloeit voort uit een verduidelijking van de richtlijnen van de OESO-DAC voor de toerekening in 2017. De OESO-DAC heeft de richtlijnen verduidelijkt om internationaal tot meer vergelijkbaarheid te komen van de uitgaven voor eerstejaarsopvang asielzoekers uit DAC-landen. Door toepassing van de verduidelijkte richtlijnen wordt de ODA-toerekening van asielkosten verhoudingsgewijs lager.

De wijzigingen van de asieltoerekening leiden in 2019 per saldo tot een lagere asieltoerekening aan ODA van EUR 23 miljoen, en een hogere asieltoerekening aan ODA van EUR 57 miljoen in 2020, aflopend naar EUR 15 miljoen in 2022. De benodigde middelen worden overgeboekt naar de begrotingen van de Ministeries Justitie en Veiligheid en OCW en leiden tot een verlaging van dit begrotingsartikel. Vanaf 2023 wordt de asieltoerekening neerwaarts bijgesteld, de vrijvallende middelen worden in die jaren teruggeboekt naar de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Tenslotte is per saldo EUR 21 miljoen overgeheveld naar de beleidsartikelen op de BHOS-begroting.