[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het gemoderniseerde Nederlandse anti-omkopingsbeleid voor de exportkredietverzekeringen (ekv) en de laatste stand van zaken over de onderhandelingen in OESO-verband op dit terrein (Kamerstuk 35000-IX-21)

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2019

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2019D21345, datum: 2019-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D21345).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z08012:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D21345 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 23 mei 2019 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over zijn mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegezonden brief van 19 april 2019 over het gemoderniseerde Nederlandse anti-omkopingsbeleid voor de exportkredietverzekeringen (ekv) en de laatste stand van zaken over de onderhandelingen in OESO-verband op dit terrein. (Kamerstuk 35 000 IX, nr. 21).

De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over het anti-omkopingsbeleid voor de exportkredietverzekering. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat omkoping nooit ten grondslag mag liggen aan internationale en nationale (export)transacties. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen waarin de Nederlandse aanpak verschilt ten opzichte van de internationale OESO-aanpak. Loopt Nederland in internationaal verband hiermee voorop? Wat zijn de aanvullende kosten van deze verscherpte aanpak? Kan de Staatssecretaris aangeven welke andere landen de OESO-richtlijn al in hun beleid hebben geïncorporeerd? Kan de Staatssecretaris aangeven op welke manier het level-playing field geborgd kan blijven?

Hoe ziet het sanctiebeleid eruit? Welke sancties kunnen er opgelegd worden en wie legt deze sancties op?

De leden van de VVD-fractie constateren dat het onderzoek naar omkoping wordt gedaan door het Openbaar Ministerie en de FIOD, terwijl de toetsing gedaan wordt door Atradius. Op welke manier wordt hier in het nieuwe anti-omkopingsbeleid een onderscheid in gemaakt? Hoe worden beschermingsrechten welke gelden onder het strafrecht gewaarborgd in dit omkopingsbeleid?

De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven hoe het inzagerecht precies wordt vormgegeven. Is hier een tijdslimiet aan gebonden? En geldt deze inzageplicht alleen voor de aanvrager of ook voor derden?

De leden van de VVD-fractie constateren dat het nieuwe anti-omkopingsbeleid voor de exportkredietverzekering (ekv) brengt nieuwe verplichtingen met zich mee voor de informatieverstrekking / inzageplicht door bedrijven die een ekv-aanvraag indienen en ook verzoeken jegens derden (specifiek agenten). Op welke manier gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat voorkomen wordt dat de toegankelijkheid van de ekv o.a. voor het midden- en kleinbedrijf verslechtert, bijvoorbeeld als dit leidt tot verzoeken die liggen op het terrein van derden en die onmogelijk uitgevoerd kunnen worden of een forse verzwaring van de administratieve lasten betekenen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over het gemoderniseerde Nederlandse anti-omkopingsbeleid voor de exportkredietverzekeringen (ekv) en de laatste stand van zaken over de onderhandelingen in OESO-verband op dit terrein. Zij hebben daarbij enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie vinden het van belang dat er streng wordt opgetreden tegen alle vormen van omkoping. Zo blijven Nederland en Nederlandse bedrijven eerlijke en betrouwbare partners. Zij vernemen dat de Staatssecretaris van plan is om de due diligence te verbeteren en meer handvatten wil bieden om handhaving te verbeteren. Zou de Staatssecretaris in kunnen gaan op welke specifieke maatregelen hij voor ogen heeft?

Eerdergenoemde leden onderschrijven het belang van heldere en duidelijke communicatie van de overheid over de risico’s van omkoping. Zij zijn dan ook zeer tevreden over de grotere mogelijkheid om inzage te krijgen in het geval van verdachte situaties. De leden van de D66-fractie vragen zich af of dit ook mogelijk is met een toets vooraf, of alleen als er naderhand vermoedens zijn van omkoping.

De voornoemde leden zijn van mening dat omkoping een ernstig vergrijp is dat het vertrouwen in de overheid en bedrijven ernstig kan schaden. Zij stellen het zeer op prijs dat de Staatssecretaris sancties zoals het uitsluiten van het gebruik van exportkredietverzekeringen en het verliezen van dekking rigoureuzer gaat toepassen. De leden van de D66-fractie vragen zich in het verlengde daarvan af of het mogelijk is voor de Staatssecretaris om boetes op te leggen aan partijen die zich schuldig maken aan omkoping Daarnaast vragen zij de Staatssecretaris welke «zwaarwegende sancties» er opgelegd kunnen worden aan partijen die zich schuldig maken aan omkoping. Eerdergenoemde leden vragen zich af hoeveel polissen onder het «oude» systeem vallen, en hoeveel daarvan risicovol zouden zijn geweest onder het «nieuwe» systeem.

De leden van de D66-fractie zijn zeer tevreden over de nieuwe afspraken omtrent omkoping bij exportkredietverzekeringen die op OESO-niveau zijn gemaakt. Zij betreuren het dat niet alle OESO-landen commerciële omkoping mee wilden nemen in de nieuwe aanbeveling. Deze leden onderschrijven het belang van de internationale uitwisseling van kennis en informatie. Kan de Staatssecretaris aangeven waar deze internationale samenwerking veel heeft bijgedragen aan het Nederlandse anti-omkopingsbeleid?