Technologie en ondernemerschap; de hoogste tijd voor een nieuwe impuls
Bedrijfslevenbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D22635, datum: 2019-06-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-374).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -374 Bedrijfslevenbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z10972:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-06-05 13:45: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-11 16:30: Innovatie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-06-12 13:30: Aansluitend aan de stemmingen de Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-18 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 374 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2019
Nederland staat op een tweesprong. Nieuwe technologieën bieden ongekende kansen om ons dagelijks leven te verbeteren en te bouwen aan een toekomstbestendige economie, waar iedereen aan kan deelnemen. Innovatieve startups en scale-ups spelen daarbij een belangrijke rol. Tegelijkertijd is het niet vanzelfsprekend dat de kansen worden benut. We hebben een unieke mogelijkheid om deze kansen te verzilveren. Dat gaat niet vanzelf en vergt een extra inspanning met bijzondere aandacht voor doorgroei van innovatieve bedrijven.
Deze brief is een vervolg op de brief «Stand van zaken startup en scale-up beleid» van 21 december 2018 over de maatregelen die dit kabinet neemt voor startups en scale-ups. Hierin heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de nieuwe aanpak van StartupDelta in het startupbeleid vanaf 1 juli 2019. In deze brief zal ik ingaan op de rijksbrede ambitie van het kabinet, wat er op basis van verschillende analyses nodig is en welke maatregelen het kabinet neemt om het klimaat voor startups en scale-ups te verbeteren.
1. Nederland als wereldspeler
In de brief van 21 december 2018 heb ik toegelicht waarom een sterk ondernemersklimaat voor startups en scale-ups belangrijk is voor economische groei en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals de klimaat- en energieopgave.1 Er wordt ook wel gesproken over een «vierde industriële revolutie»2 gedreven door technologische ontwikkelingen, die niet alleen de manier waarop we ons geld verdienen, maar alle aspecten van onze samenleving ingrijpend zullen veranderen.3 Denk bijvoorbeeld aan toepassingen van biotechnologie op landbouw om grootschalige voedselproductie te organiseren. Of in de gezondheidszorg, waar kunstmatige intelligentie kan bijdragen aan betere preventie en medische diagnostiek.
Internationaal is technologie steeds meer een onderdeel van een bewuste geopolitieke strategie om invloed en macht te vergroten. Onze toekomstige welvaart, welzijn en technologische autonomie worden bepaald door hoe wij omgaan met de kansen, die nieuwe technologieën bieden. En hoe wij omgaan met eventuele negatieve aspecten. Er zijn nog nooit zoveel technologische oplossingen binnen handbereik geweest voor onze maatschappelijke uitdagingen, maar de concurrentie met andere landen, waar overheden actief mee investeren is ook nog nooit zo sterk geweest. De enorme bedragen die landen als de VS en China – maar ook buurlanden als Duitsland en Frankrijk4 – investeren in sleuteltechnologieën zijn moeilijk te evenaren. Als we kijken naar de top-20 grootste technologie bedrijven ter wereld, dan zien we dat de VS en China domineren met digitale platformbedrijven, zoals Apple, Amazon, Google, Microsoft, Facebook, Tencent en Alibaba.5 Het grootschalige gebruik van digitale kanalen gebouwd en gehost door grote Amerikaanse en Chinese technologiebedrijven, brengt nieuwe vraagstukken met zich mee op het gebied van veiligheid, datagebruik, ethiek en privacy.
Door gericht te kiezen en slim te investeren in cruciale en vitale technologieën kan Nederland op een aantal technologiegebieden voorop blijven lopen. In de brief over het missiegedreven innovatiebeleid die ik op 26 april jl. aan uw Kamer heb gestuurd, heb ik een aanpak aangekondigd voor grote onderzoeksprogramma’s in sleuteltechnologieën.
Excellent onderzoek met aandacht voor kennisbenutting en marktcreatie is de basis waarop we voortbouwen. Hier een succes van maken door technologiebedrijven voort te brengen, waarmee we autonomie ten aanzien van onze normen, waarden en welvaart kunnen houden, is de volgende stap. Daar is ondernemerschap voor nodig en de ambitie en om de beste te willen zijn. Startups en scale-ups spelen hier een grote rol, want de succesvolle scale-ups van vandaag zijn de wereldspelers met maatschappelijke impact van morgen.6
Ambitie
Een sterk klimaat voor startups en scale-ups is cruciaal voor de aanwas en doorgroei van technologiebedrijven. Daarom staat het kabinet achter de ambitie, dat het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem zich ontwikkelt tot één van de vijf sterkste ecosystemen ter wereld en het sterkste binnen Europa. In de op 9 mei jl. uitgebrachte internationale ranglijst is het Nederlandse ecosysteem wereldwijd gestegen van de 19e naar de 15e positie en binnen Europa op de 5e positie blijven staan7. De stijging wordt gedreven door de groei van het aantal startups, de groei van investeringen in startups en enkele grote «exits». Ondanks dat Nederland met een stijging van 4 plaatsen de snelste stijger binnen deze ranglijst is, ligt er nog een stevige uitdaging om onze top-5 ambitie te realiseren.
2. Analyse; waar is Nederland sterk en waar kan het beter?
Om te groeien hebben startups toegang tot talent, kapitaal, markten, kennis en de overheid nodig. In eerdere kamerbrieven8 is aangegeven welk beleid is gevoerd om de toegang te verbeteren en wat in de uitvoering hiervan o.a. met inzet van StartupDelta is bereikt. Het meest recent heb ik u geïnformeerd in mijn brief «Stand van zaken startup en scale-up beleid».9 Hierin heb ik aangeven dat er in Nederland relatief veel startups zijn, maar dat er relatief weinig startups doorgroeien tot scale-ups en vervolgens tot grote bedrijven met maatschappelijke en economische impact. Hierdoor benutten we onze mogelijkheden onvoldoende en scoren we lager in de Genome ranglijst dan je zou verwachten op basis van de aanwas van startups.
Gebrekkige toegang tot technisch en digitaal talent, tot financiering in de vroege fase en de latere fases zijn belangrijke knelpunten die Nederlandse startups ervaren. Daarnaast hebben Nederlandse startups in vergelijking met startups uit het buitenland minder toegang tot de netwerken waarmee de internationale mogelijkheden verwezenlijkt kunnen worden. Nederlandse startups en scale-ups ervaren de volgende groeiuitdagingen:
Het vinden van personeel («talent»)
Het is voor startups moeilijk om personeel met digitale en technische vaardigheden te vinden en aan te trekken. Binnen Europa is Nederland het land waarin vacatures voor software-ontwikkelaars het moeilijkst in te vullen zijn. In Nederland staat 46% van de vacatures voor een software-ontwikkelaar langer dan 60 dagen open.10
Ten opzichte van andere bedrijven is het voor startups en scale-ups extra moeilijk om personeel aan te trekken, omdat zij vaak geen hoge, vaste salarissen kunnen betalen. Voor hen is het nodig om mensen te motiveren om voor hen te gaan werken, door personeel te laten meedelen in succes.
Het aantrekken van kapitaal
Voor startups en scale-ups is het nodig om voldoende kapitaal aan te kunnen trekken om te kunnen groeien. Ondanks dat de beschikbaarheid van kapitaal de laatste jaren in Nederland sterk is verbeterd, is het in bepaalde levensfases lastig om financiering aan te trekken. Dit is voor startups zo in de vroege fase, waarin het risico voor veel private investeerders nog te groot is en voor scale-ups in de late fases, omdat er in Nederland weinig grote fondsen zijn die forse bedragen over een langere periode kunnen financieren.11 Dit is met name een belemmering voor startups en scale-ups die actief zijn op het terrein van sleuteltechnologieën12. Scale-ups in deze sector zijn vaak kennis- en kapitaalintensief en hebben daardoor meer tijd en middelen nodig om een technologie naar de markt te brengen. Ook vereist de beoordeling van het economische potentieel van deze bedrijven gespecialiseerde kennis van de investeerders. Een ander punt van aandacht is dat in Nederland investeringsrondes niet altijd goed op elkaar aansluiten door het gefragmenteerde financiële landschap.
Het omzetten van kennis in ondernemerschap
Nederland is goed in het ontwikkelen van hoogwaardige kennis. Internationaal scoren we daar hoog in. De afgelopen jaren is vanuit het rijk en de regionale samenwerkingspartners geïnvesteerd in versterking van de valorisatie-infrastructuur, zodat deze kennis ook wordt benut en maatschappelijke en economische impact genereert. Daarbij is o.a. gewerkt aan een ondernemende cultuur binnen de kennisinstellingen. Studenten en onderzoekers worden vanuit de Knowledge Transfer Offices (KTO’s) van de kennisinstellingen geholpen bij kennisoverdracht naar bestaande bedrijven of bij het opbouwen van een onderneming en het vinden van de juiste partners en financiers. In de brief over de evaluatie van het valorisatieprogramma is aangegeven dat een flinke slag is gemaakt.13 Tegelijkertijd is duidelijk dat er meer inspanningen nodig zijn om samenwerking tussen bedrijfsleven, investeerders en kennisinstellingen te versterken, de KTO’s te professionaliseren en te werken aan versterking van de positie van valorisatie als volwaardige kerntaak van de universiteiten (naast onderzoek en onderwijs).
Internationale netwerken en markten
Met een sterk netwerk is het makkelijker om een onderneming te starten, om klanten, partners en investeerders te vinden en om goed gebruik te maken van de geboden ondersteuning. Het Nederlandse ecosysteem is één van de best verbonden ecosystemen.14 De relaties tussen ondernemers, investeerder en adviseurs zijn goed ontwikkeld. Dit helpt startups in hun groei tot op zekere hoogte. De Nederlandse markt is beperkt, dus om verdere groei te realiseren is het voor startups noodzakelijk om al in een vroeg stadium internationaal actief te zijn. Hiervoor hebben startups contacten met buitenlandse klanten, partners of investeerders nodig. Onderzoek toont aan dat startups met een sterk internationaal netwerk sneller groeien.15 Tegelijkertijd blijkt dat Nederlandse startups en scale-ups voor wat betreft het internationale netwerk achterblijven ten opzichte van buitenlandse startups. De Hertie School of Governance adviseert Nederland om naast de generieke maatregelen om het ecosysteem te versterken, met een nationaal groeiprogramma de doorgroei van scale-ups tot innovatieve koplopers te stimuleren.16 Daarnaast liggen er kansen binnen de internationaliseringsagenda en netwerken van de topsectoren.
3. Rijksbrede aanpak voor startups en scale-ups
Het beleid voor startups en scale-ups bestaat uit maatregelen die het ecosysteem op verschillende gebieden versterken. Ieder ministerie heeft – vaak in samenwerking met een ander ministerie – een verantwoordelijkheid in het realiseren van de top-5 ambitie. Het kabinet heeft de afgelopen jaren al veel bereikt. Door ons financieringsinstrumentarium is meer risicokapitaal beschikbaar gekomen. Met StartupDelta is een impuls gegeven aan het verbinden van initiatieven en het internationaal beter op de kaart zetten van Nederland. Gezien de uitdagingen die er nog liggen om de ambitie te bereiken, is het tijd voor een stevige impuls. Het Kabinet zal de komende tijd een aantal maatregelen treffen, met name om de knelpunten voor doorgroei op te lossen:
Het vinden van personeel («talent»)
Van leerlingen wordt verwacht dat zij actuele kennis en vaardigheden ontwikkelen. Daarom wordt door leraren, schoolleiders en andere onderwijsprofessionals vanuit Curriculum.nu gewerkt aan een toekomstgericht en samenhangend curriculum. Digitale geletterdheid is één van de ontwikkelgebieden en behoort tot de basis die een leerling nodig heeft om te kunnen functioneren in de samenleving. Digitale geletterdheid omvat een brede kijk op digitale vaardigheden, zoals ICT basisvaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden.
In het kader van de recent gelanceerde digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs17 gaan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en ik, samen met de PO-Raad, VO-Raad18 en Kennisnet in gesprek met het bedrijfsleven. Inzet is om publiek-private samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven te bevorderen, onder meer bij het versterken van digitale vaardigheden bij leerlingen en leraren.
Het kabinet is zich bewust van de sterke groei van instroom van studenten bij technische opleidingen in het hoger onderwijs (die heeft geleid tot een «numerus fixus» bij bepaalde opleidingen). Het advies van de adviescommissie bekostiging hoger onderwijs en onderzoek (commissie Van Rijn) aan de Minister van OCW betreft de herziening van de bekostiging hoger onderwijs en onderzoek, waaronder knelpunten in bekostiging van het bèta en technisch onderwijs. Uw kamer zal voor de zomer de kabinetsreactie hierop ontvangen.
Zelfs als alle studenten in Nederland vanaf nu technisch of digitaal opgeleid worden, dan nog is er niet genoeg personeel om de huidige vacatures op te vullen. Naast de diverse maatregelen om krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken19, kan talent ook van buiten de landsgrenzen worden aangetrokken. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (JenV) en ik zullen daarom in pilotvorm een verblijfsregeling creëren voor essentiële personeelsleden van een startup, afkomstig van buiten de EU. Uw Kamer zal hier binnenkort over worden geïnformeerd via een separate brief. Ons doel is om deze regeling voor de zomer van 2020 in werking te laten treden. Een andere maatregel die wordt genomen door de Minister van SZW, is de vrije toegang tot de arbeidsmarkt voor partners van buitenlandse zelfstandigen, die waarschijnlijk begin 2020 gerealiseerd zal zijn. Dankzij deze regelingen wordt Nederland een aantrekkelijkere vestigingsplaats voor startup ondernemers en internationaal talent dat voor startups wil werken.
Samen met de Staatssecretaris van Financiën heb ik de verkenning van aanpassing van de fiscale regeling voor aandelenopties opgepakt. Reden voor deze verkenning is dat de belastingheffing in de huidige regeling plaatsvindt op het moment dat de aandelenoptie wordt uitgeoefend, terwijl er sprake kan zijn van incourante aandelen en er ook niet altijd liquide middelen voorhanden zijn om aan de belastingheffing te voldoen. Doel is te komen tot een regeling, waarbij het moment van belastingheffing wordt verplaatst van het moment van uitoefenen van de aandelenopties, naar het moment van vervreemding van de met de aandelenopties verkregen aandelen. Dit zou het voor talent aantrekkelijker moeten maken om voor een startup of scale-up te werken. De aanpassing van de regeling wordt uitgewerkt en opgenomen in een wetsvoorstel met als streven een inwerkingtredingsdatum op 1 januari 2021. De regeling wordt onder meer getoetst op budgettaire gevolgen, Europeesrechtelijke aspecten en uitvoerbaarheid.
Het aantrekken van kapitaal
Een goede toegang tot durfkapitaal voor de vroege fase is zowel van belang voor de mogelijkheden van startups om te kunnen groeien als voor het vestigingsklimaat voor startups in Nederland.
De evaluaties van diverse risicokapitaalinstrumenten die onlangs zijn uitgevoerd laten zien dat de toegang tot kapitaal door de overheidsinterventies in de vroege fase succesvol zijn geweest.20Omdat er nog steeds onvoldoende toegang tot kapitaal lijkt te zijn in de vroege fase en in het licht van initiatieven in omringende landen om durfkapitaal te stimuleren, zal ik breed verkennen of er nog aanvullende acties mogelijk zijn om in deze fase durfkapitaal te stimuleren. Het kabinet kiest hierbij niet voor een fiscale regeling, omdat deze gepaard zal gaan met hoge kosten als deze een brede toepassing kent of problematisch is in de uitvoering als deze wordt beperkt tot een kleine doelgroep. Het kabinet blijft de stimulering van durfkapitaal in het buitenland in de komende jaren volgen. De Staatssecretaris van Financiën en ik hebben StartupDelta gevraagd om ons actief te voorzien van informatie hierover.
Om beschikbaarheid van kapitaal in de latere fases te vergroten, werkt het kabinet aan de oprichting van Invest-NL. Invest-NL zal onafhankelijk zijn en zelf het investeringsbeleid bepalen. Het kabinet is in gesprek met Invest-NL om te bezien of fondsvorming voor ondernemingen op het gebied van sleuteltechnologieën kan worden bevorderd. Daarnaast is vanuit de topsector HTSM is het initiatief genomen voor het opzetten van een investeringsfonds voor scale-ups.
Dit najaar zal ik in de SEED-capital regeling een tender organiseren voor duurzaamheid fondsen21. Hiervoor zal ik € 20 miljoen beschikbaar stellen. Deze tender zal complementair zijn aan de activiteiten die Invest-NL als zij actief wordt op dit terrein gaat ontplooien.
Ook voor de toegang tot kapitaal is het van belang dat iedereen eerlijke kansen heeft. Het aantal startups onder leiding van een vrouw die financiering krijgen is laag22. In de beantwoording van de vragen23 d.d. 5 april 2019 hebben de Minister van OCW en ik daarom toegezegd verder onderzoek te laten doen naar het aantal aanvragen en afwijzingen omtrent investeringsfondsen. Ook zal er aandacht zijn voor hoe diversiteit van de investeringscommissies van de overheid kan worden vergroot. Op de Global Entrepreneurschip Summit (GES 2019) zal een evenement georganiseerd worden, waarin dit onderwerp over het voetlicht wordt gebracht.
Het omzetten van kennis in ondernemerschap
In de beleidsreactie op de evaluatie van het Valorisatieprogramma hebben de Minister van OCW en ik aangegeven dat kennisoverdracht en benutting van kennis onverminderd belangrijk is. Daarbij is aangegeven dat in het beleid voor onderzoek en innovatie meer aandacht wordt besteed aan impact. Twee voorbeelden hiervan zijn de Nationale Wetenschapsagenda, die kennis teruggeeft aan de maatschappij, en het nieuwe missie gedreven topsectoren- en innovatiebeleid. In dit nieuwe missie gedreven topsectoren- en innovatiebeleid wordt expliciet aandacht besteed aan marktcreatie, kennisbenutting in de kennis- en innovatie agenda’s en het betrekken van startups en scale-ups.
De eerdergenoemde commissie Van Rijn is gevraagd om de Minister van OCW te adviseren over onderzoeksbekostiging van universiteiten in relatie tot onderzoeksinspanningen, wetenschappelijke kwaliteit en impact.
Daarnaast ondersteunen de Minister van OCW en ik kennisbenutting en impact met specifieke instrumenten, zoals de «Thematische Technology Transfer» (TTT) regeling (verwijzing brieven 11 en 21 december 2018). De regeling is op 1 februari 2019 gepubliceerd. De mogelijkheid om aanvragen in te dienen sluit op 3 juni a.s. Op basis van de ervaringen die met de eerste tranche zijn opgedaan, is het kabinet bereid om te bezien of een uitbreiding van de regeling met een tweede tranche wenselijk is.
Er is een beweging gaande, waarbij kennisinstellingen zelf ambitie tonen om te investeren in versterking van de valorisatie-infrastructuur. Dit is een positieve ontwikkeling, die de Minister van OCW en ik omarmen. Wij zullen over ontwikkelingen in dit kader in gesprek blijven met de kennisinstellingen.
Op 20 februari jl. hebben de vereniging van universiteiten (VSNU) en NFU, de federatie van universitair medische centra (UMC’s), een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met de titel «valorisatie met ambitie», waarin zij aangeven welke initiatieven zij nemen. Hieruit blijkt dat de universiteiten en UMC’s deze oproep met veel inzet oppakken.
Een concreet initiatief dat dit voorjaar is gestart is de ontwikkeling van een zogenaamde «sciencefinder» waarin StartupDelta met de 4TU, TNO, NWO en binnenkort ook met de VNSU samenwerkt, gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het doel daarvan is om voor bedrijven inzichtelijk te maken waar binnen de kennisinstellingen relevante kennis aanwezig is. Het draagt daarmee bij aan de samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Betere dienstverlening overheid
Er zijn veel publieke instrumenten (regionaal, nationaal en Europees), die startups en scale-ups zouden kunnen helpen met groei. Om deze bedrijven beter hun weg te laten vinden heb ik de Fastlane pilot gestart bij de Rijksdienst voor Ondernemerschap (RVO.nl). Hierin zal RVO.nl proactief zoeken naar startups en scale-ups, die potentie hebben om internationale markten te gaan bedienen. Bedrijven worden gescout middels data-analyse, via het organiseren van bijeenkomsten op de hubs en interne doorverwijzing. De groeikans van de scale-up wordt als basis genomen en vervolgens wordt gekeken hoe betere dienstverlening vanuit de overheid deze groei kan ondersteunen en versnellen. Deze pilot geeft inzicht waar kansen en/of knelpunten zijn in de doorgroei van Nederlandse startups en scale ups en hoe RVO.nl daarbij kan faciliteren.
Het kabinet draagt er zorg voor dat we als overheid niet alleen startups ondersteunen, maar ook steeds meer met ze samenwerken. Het gaat hierbij om nieuwe manieren van samenwerken met de markt, wetenschap én met startups. Het Startup in Residence (SiR) programma is een nieuwe werkwijze, waarbij een overheidsorganisatie interactief de samenwerking met startups aangaat om maatschappelijke (beleids)vraagstukken op te lossen. Na de zomer start een interbestuurlijk SiR programma, waarbij EZK, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de gemeente Den Haag gezamenlijk een aantal randvoorwaarden en oproepen voor op te lossen vraagstukken organiseren, zodat er een efficiëntieslag kan plaatsvinden en we beter gebruik kunnen maken van elkaars ervaringen en netwerken. Voorbeelden hiervan zijn een training voor ambtenaren in de manier van werken van startups en de recent door de Staatssecretaris van BZK afgeronde pilot «Aanbesteden op 3 A4», waarmee het programma toegankelijker gemaakt wordt voor startups.
Andere voorbeelden waarbij de overheid gebruik maakt van de werkwijze van startups, zijn het Innovatiebudget en de Digicampus onder de Agenda Digitale Overheid24. Met het Innovatiebudget wordt onder coördinatie van de Staatssecretaris van BZK € 18 miljoen geïnvesteerd van 2019 tot en met 2021 in innovatieve oplossingen voor de digitale overheid. De Digicampus is een initiatief waarbij overheid, wetenschap en bedrijfsleven samen oplossingen creëren en uitproberen voor vraagstukken op het gebied van de digitale samenleving. Startups hebben in deze samenwerking een belangrijke plek om buiten de gebaande paden, in een regelvrije ruimte in gesprek te gaan, te experimenteren en nieuwe kennis te ontwikkelen. Hierdoor kan de overheid op een innovatieve manier blijven werken aan een digitaliserende samenleving.
Internationale netwerken en markten
Het kabinet werkt aan betere toegang voor Nederlandse startups en scale-ups tot internationale netwerken, kapitaal, talent en markten. De handels- en innovatie-afdelingen van de posten in het buitenland helpen startups en scale-ups aan toegang tot zogenoemde startup- en scale-up-hubs. En binnen Nederland kunnen startups en scale-ups zich oriënteren op buitenlandse markten bij de business development coaches met landenexpertise van RVO.nl.
Slecht 13,4% van de internationaal actieve Nederlandse ondernemers is vrouw.25 Samen met de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) wil ik vrouwelijke oprichters van startups en scale-ups stimuleren om internationaal actief te worden, o.a. door het zichtbaar maken van vrouwelijke rolmodellen.
Begin dit jaar zijn zes prioritaire, internationale, grootstedelijke gebieden («hubs») geïdentificeerd, waar Nederlandse startups en scale-ups goed zouden kunnen opschalen. Het gaat om San Francisco/Los Angeles, New York/Boston, Singapore, Berlijn, Parijs en Londen. In deze gebieden worden lokale netwerken ontsloten, om Nederlandse startups en scale-ups in contact te brengen met voor hen interessante partijen, zoals mentoren, potentiële samenwerkingspartners of klanten. Waar dat nog niet is gebeurd, worden in deze prioritaire hubs uiterlijk in 2020 zogenoemde startup liaison officers aangesteld. StartupDelta zal hen actief voorzien van informatie over de kansen en behoeften van Nederlandse startups in deze hubs op de gebieden kapitaal, talent en markten. Reguliere handels- en innovatiemissies en gespecialiseerde missies naar strategische startupbeurzen in het buitenland blijven bestaan.
Om de netwerken tussen Nederland en Silicon Valley (San Francisco) te versterken neemt het kabinet een aantal maatregelen. Zo heeft de Minister van BHOS heeft eind maart samen met de VSNU en het Consulaat-generaal het initiatief «Holland in the Valley» gelanceerd. Hiermee wordt Nederlandse topstudenten de mogelijkheid geboden om stages te lopen bij Nederlandse bedrijven in Silicon Valley. Tot slot organiseren de VSNU, AcTI en StartupDelta een competitie voor academische startups, genaamd «10 pioneering innovations from Science». Hierbij wordt aangesloten op een recent initiatief van de EU. Ik ondersteun de competitie door de prijswinnaars een groeiprogramma in de VS te laten doorlopen. Tijdens de Global Entrepreneurship Summit (GES) op 4 en 5 juni in Den Haag zal ik de winnaars een podium geven.
Samen met de Minister van BHOS heb ik een zogenoemde Dutch Spirit Branding voor startups ontwikkeld. Deze branding positioneert Nederland als een aantrekkelijk ecosysteem voor buitenlandse startups, investeerders en technisch talent. Tegelijkertijd brengt het veelbelovende Nederlandse startups en scale-ups onder de aandacht in het buitenland. Voor deze branding is een toolkit met promotiemateriaal ontwikkeld. Op de Innovation Expo tonen we tweejaarlijks de Nederlandse innovatiekracht in duurzame, slimme en sociale doorbraken voor de maatschappelijke uitdagingen waar we nu en in de toekomst voor komen te staan.
Ook de topsectoren hebben een internationaliseringsstrategie gericht op het aantrekken van talent, innovatiesamenwerking, export en/of acquisitie. Daarnaast bieden de topsectoren ook een ingang tot een Internationaal netwerk voor de Nederlandse bedrijven. Daarin wordt in het vervolg explicieter aandacht aan startups en scale-ups besteed.
De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) houdt zich bezig met het aantrekken van buitenlandse bedrijven naar Nederland. Zoals aangekondigd in de brief van de Minister van EZK over de bijdrage van buitenlandse bedrijven aan onze economie26, werkt de NFIA op dit moment in het kader van «Invest in Holland» samen met haar regionale partners (steden en Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen) aan een nieuwe acquisitiestrategie voor de periode 2020–2025. Hierbij wordt ook gekeken op welke wijze startups, scale-ups en buitenlandse investeringsfondsen een mogelijk onderdeel van deze strategie kunnen zijn. In de uitwerking wordt aansluiting bij en samenwerking met de Topsectoren en StartupDelta gezocht.
Vervolg op StartupDelta
Om de ambities waar te maken, is een stevige impuls nodig. Het kabinet ziet hier een taak voor StartupDelta. Constantijn van Oranje heeft aangegeven dat hij zich ook na medio 2019 als «special envoy» wil blijven inzetten voor de versterking van het klimaat voor startups en scale-ups. Gelet op de ervaringen in de eerdere periodes gaat het om een aanpak die niet alleen gericht is op de fase waarin een startup begint, maar vooral gericht is op doorgroei: van startups naar scale-ups en van scale-ups naar bedrijven met een grote maatschappelijke en economische impact. Op basis van de analyse van het Nederlandse startupecosysteem zal de nadruk liggen op de thema’s kapitaal, talent en markt in relatie tot snelle groei. Technologie speelt een belangrijke rol in de groeipotentie van deze bedrijven. Belangrijk is dat daarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat iedereen in de maatschappij kan aansluiten op deze ontwikkeling en dat er aandacht is voor de negatieve aspecten van technologie. Bij deze nieuwe focus past een nieuwe naam: TechLeap.NL.
4. TechLeap.NL als motor voor groei
TechLeap.NL wordt door het kabinet gezien als een logische partij om het voortouw te nemen in het versterken van de Nederlandse startup en scale up ecosysteem. Daarom zal het kabinet TechLeap.NL in staat stellen om de inzet te vergroten; op het verbinden en activeren van regionale en nationale partijen, op het aantrekken van internationale partijen en op het promoten van Nederland in het buitenland. Het programma van TechLeap.NL zal bestaan bestaat uit de volgende twee onderdelen:
Een «expertisecentrum», waarin TechLeap.NL kwalitatief en kwantitatief onderzoek zal doen op basis van een eigen database, diverse (inter)nationale bronnen en goede voorbeelden. De kennis die op deze manier vergaard wordt, zal voor iedereen beschikbaar zijn; naast startups en scale-ups ook bijvoorbeeld voor groeiprogramma’s en investeerders. Op basis van deze kennis zal het «expertisecentrum» publieke en private partijen voorlichting geven over vraagstukken rondom snelle opschaling en hen stimuleren om in samenwerking de activiteiten verder te ontwikkelen. Het expertisecentrum heeft ook een signalerende rol. Het kan trends en ontwikkelingen bij de overheid onder de aandacht brengen, evenals eventuele knelpunten in wet- en regelgeving.
Een nationaal groeiprogramma, waarin jaarlijks ongeveer 50 veelbelovende Nederlandse scale-ups toegang wordt geboden tot internationale netwerken op de gebieden kapitaal, talent en markt op het hoogste niveau. Hiermee zal de relatieve afstand worden verkleind, die zij hebben ten opzichte van buitenlandse groeibedrijven. Dit kan gerealiseerd worden door een bundeling van krachten, organiseren van netwerk- en voorlichtingsbijeenkomsten en door samenwerking met bestaande netwerken van private en publieke partijen, zoals het samen met de Europese Commissie gestarte programma «Ideas from Europe», ScaleupLab, NLGroeit, NLinBusiness en het TechniekPact. Hierbij zal het leren van gelijken (het zogenaamde «peer to peer» leren) gefaciliteerd worden. TechLeap.NL zal daarnaast relaties opbouwen met jaarlijks ongeveer 250 potentiële scale-ups om vast te stellen wat voor hun doorgroei nodig is en hen te verbinden met relevante partijen. De kennis en ervaringen opgedaan in het nationale groeiprogramma zijn relevante input voor het «expertisecentrum».
Ik heb TechLeap.NL gevraagd om de voorstellen in de komende maanden uit te werken in een concreet meerjarenplan. De uitvoering daarvan zal ik te zijner tijd evalueren op onder meer doeltreffendheid en doelmatigheid
5. Afsluiting
Alleen met een stevig pakket maatregelen en een enthousiaste en eendrachtige samenwerking is Nederland in staat om tot de top van de wereld te behoren, als het gaat om startup en scale-up ecosystemen. Het kabinet heeft zich aan dit doel gecommitteerd. Voor de uitvoering hiervan stelt het kabinet een bedrag van € 65 miljoen beschikbaar binnen de EZK=-begroting voor de periode t/m medio 2023.27 Hiervan is € 50 miljoen voor het nieuwe programma van TechLeap.NL (€ 35 miljoen voor het expertisecentrum en het nationale groeiprogramma; € 15 miljoen voor initiatieven vanuit het ecosysteem, waarbij ik mij over de inzet van de middelen zal laten adviseren door o.m. TechLeap.NL) en € 15 miljoen voor flankerend beleid van EZK.
Ik verwacht dat de hier beschreven maatregelen een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het behalen van de doelstelling. Deze maatregelen zijn onderdeel van een doorlopende agenda, waarin het kabinet blijvend aandacht geeft aan wat er nodig is om technologische kansen te verzilveren en het klimaat voor startups en scale-ups te verbeteren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Bijlage 1. Tabel met overzicht van de in de brief genoemde maatregelen voor startups en scale-ups
Een nieuw programma voor startups en scale-ups. |
Een «kennis- en activatiecentrum», waarin TechLeap.NL kwalitatief en kwantitatief onderzoek zal doen op basis van een eigen database, diverse (inter)nationale bronnen en goede voorbeelden. |
Nationaal groeiprogramma, waarin veelbelovende Nederlandse scale-ups toegang wordt geboden tot internationale netwerken op de gebieden kapitaal, talent en markt. Daarnaast zal TechLeap.NL relaties opbouwen met ongeveer 250 potentiële scale-ups. |
Toegang tot talent |
Pilot met verblijfsregeling voor essentiële personeelsleden van startups en scale-ups |
Vrije toegang arbeidsmarkt voor partners van buitenlandse zelfstandige |
Verkenning van aanpassing van de fiscale regeling voor aandelenopties |
Digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs: publiek-private samenwerking onderwijs en bedrijfsleven voor digitale vaardigheden bij leerlingen en leraren. |
Toegang tot kapitaal |
Seed-capital tender voor duurzaamheid fondsen die investeren in startups |
Oprichting Invest-NL voor vergroten durfkapitaal in latere fases voor scale-ups. |
Verkend wordt of door Invest-NL fondsvorming voor startups en scale-ups op het gebied van sleuteltechnologieën kan worden bevorderd. |
Opzetten van een investeringsfonds voor scale-ups op initiatief topsector HTSM |
Verkenning stimulering durfkapitaal in de vroege fase voor startups |
Aandacht voor vergroten diversiteit investeringscommissies van overheid. |
Onderzoek naar aanvragen en afwijzingen investeringsfondsen met oog op diversiteit. |
Evenement over diversiteit bij investeringen bij Global Entrepreneurschip Summit 2019. |
Het omzetten van kennis in ondernemerschap |
Thematische Technology Transfer» (TTT) regeling: De regeling staat tot 3 juni open. Op basis van de ervaringen wordt bezien of een uitbreiding van de regeling met een tweede tranche wenselijk is. |
In het nieuwe missie gedreven topsectoren- en innovatiebeleid wordt expliciet aandacht besteed aan kennisbenutting en worden startups en scale-ups meer betrokken. |
Ontwikkeling Sciencefinder bij TechLeap.NL om voor bedrijven inzichtelijk te maken waar binnen de kennisinstellingen relevante kennis aanwezig is. |
Toegang tot de overheid |
Interbestuurlijk StartupinResidence programma, waarbij overheidsorganisaties interactief de samenwerking met startups aangaan om maatschappelijke (beleids)vraagstukken op te lossen. |
Innovatiebudget voor innovatieve oplossingen voor de digitale overheid. |
Digicampus: initiatief waarbij overheid, wetenschap en bedrijfsleven samen oplossingen creëren en uitproberen voor vraagstukken op het gebied van de digitale samenleving. |
Fastlane pilot bij RVO om met betere dienstverlening vanuit de overheid groei van scale-ups te ondersteunen en versnellen. |
Internationale netwerken en markten |
Ondersteuning startups en scale-ups door handels- en innovatie-afdelingen bij de posten in het buitenland. |
Reguliere handels- en innovatiemissies en gespecialiseerde missies naar strategische startupbeurzen. |
Business development coaches met landenexpertise van RVO ondersteunen startups en scale-ups bij het oriënteren op buitenlandse markten. |
Aanstellen zes startup liaison officers in prioritaire hubs om Nederlandse startups en scale-ups in contact te brengen met voor hen interessante partijen, zoals mentoren, potentiële samenwerkingspartners of klanten. |
Explicieter aandacht voor startups en scale-ups in internationaliseringsstrategie van de topsectoren. |
Competitie voor academische startups «10 pioneering innovations from science» georganiseerd door StartupDelta, de VSNU en AcTI. EZK biedt aan de 10 prijswinnaars deelname aan een groeiprogramma in de VS. |
Holland in the Valley: Nederlandse topstudenten krijgen de mogelijkheid om stages te lopen bij Nederlandse bedrijven in Silicon Valley. |
Dutch Spirit Branding om Nederland te positioneren als een aantrekkelijk ecosysteem voor buitenlandse startups, investeerders en technisch talent. |
Zichtbaar maken van vrouwelijke rolmodellen. |
Nieuwe NFIA acquisitiestrategie voor de periode 2020–2025: verkennen op welke wijze startups, scale-ups en buitenlandse investeringsfondsen onderdeel kunnen zijn van deze strategie. |
Kamerstuk 32 637, nr. 343 («Stand van Zaken Startup en Scale-up Beleid»)↩︎
Schwab K. (2016), the Fourth Industrial Revolution, World Economic Forum↩︎
Zie ook de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 26 643, nr. 541) waarmee het kabinet een integrale aanpak rond ICT als sleuteltechnologie heeft neergezet. Deze aanpak is zowel gericht op het benutten van kansen als op het adresseren van vraagstukken als privacy, cybersecurity en de macht van platforms.↩︎
La French Tech programma met € 200 mln in startups en € 1,5 miljard in een AI programma, £ 40 miljoen in het TechNation programma van het VK, € 3 miljard in onderzoek naar en toepassing van AI door Duitsland.↩︎
Mary Meeker – Kleiner Perkins – Internet Trends, 2018,↩︎
Reinhilde Veugelers en Michele Cincera; Young leading innovators and EU’s R&D intensity gap, 2010↩︎
StartupGenome – Global Startup Ecosystem Report 2019↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 241 en Kamerstuk 32 637, nr. 312↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 343 («Stand van Zaken Startup en Scale-up Beleid»)↩︎
Atomico – State of European Tech 2018↩︎
Stangler, Vijverberg & Santing (2018), From global expansion to global integration: How can the Netherlands become a top 5 ecosystem?↩︎
Het domein van de sleuteltechnologieën wordt ook wel aangemerkt als «Deeptech».↩︎
Kamerstukken 32 637 en 31 288, nr. 339↩︎
StartupGenome (2018) – Succeeding in the New Era of Technology↩︎
StartupGenome (2012) – Startup Ecosystem Report↩︎
P. Guldemond, Hertie School of Governance, «How can national governments in Europe build scale-up ecosystems? A case study of the United Kingdom, Sweden & the Netherlands», April 2018↩︎
Kamerstuk 32 034, nr. 31. d.d. 21 maart 2019↩︎
Sectororganisaties voor schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs.↩︎
Kamerbrief over arbeidsmarktbeleid, Kamerstuk 29 544, nr. 833↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 344 d.d. 4 februari 2019↩︎
Kamerbrief over de financieringsmonitor en financieringsinstrumenten, Kamerstuk 32 637, nr. 344↩︎
Onderzoek de Mol en Niessen (2018)↩︎
Antwoord op Kamervragen vrouwelijke ondernemers, Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2567↩︎
https://www.digitaleoverheid.nl/wp-content/uploads/sites/8/2018/07/nl-digibeter-agenda-digitale-overheid.pdf↩︎
https://www.rvo.nl/file/de-positie-van-de-vrouwelijke-internationale-ondernemer↩︎
Kamerstuk 32 637, nr. 342, 18 december 2018↩︎
Dit is exclusief maatregelen van andere departementen, € 20 miljoen voor de duurzame Seed tender en het eventuele budgettaire beslag voor fiscale maatregelen.↩︎