Reactie op verzoek commissie inzake inzicht te verschaffen in de realisatie van de plannen van ProRail ter verbetering van bestaande stations en de bouw van nieuwe stations
Spoor: vervoer- en beheerplan
Brief regering
Nummer: 2019D23658, datum: 2019-06-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29984-852).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29984 -852 Spoor: vervoer- en beheerplan.
Onderdeel van zaak 2019Z11488:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-11 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-12 13:00: MIRT (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-26 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-27 14:35: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 852 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2019
Op 24 april 2019 ontving ik het verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat om inzicht te verschaffen in de realisatie en financiering van de plannen van ProRail ter verbetering van bestaande stations en de bouw van nieuwe stations. ProRail heeft op mijn verzoek de in de media gegeven informatie nader toegelicht. Bijgaand doe ik uw Kamer de duiding van ProRail toekomen.1
Eind april heeft ProRail haar jaarverslag gepresenteerd. Om naast de cijfers en prestaties een beeld te geven van het werk van ProRail worden er onderwerpen uitgelicht. In dit geval is aandacht gevraagd voor de inspanningen om stations toekomstbestendig te maken. Het gaat dus niet om een nieuwe strategie of nieuwe investeringsplannen.
Het bijgaande overzicht van ProRail laat zien dat in mijn opdracht een breed pakket aan maatregelen in uitvoering is om het OV een aantrekkelijk product te maken en houden. Vanuit MIRT-projecten en beheer en onderhoud investeer ik in dit type projecten de komende 10 jaar rond de € 3 mld. Stations zijn immers een cruciale schakel in het OV-systeem en belangrijk voor de beleving van reizigers.
Voor de OV-reiziger is een comfortabele deur tot deur reis van belang. Gemak, veiligheid, fietsparkeren en een goede overstap van trein op het regionaal OV dragen hieraan bij. Daarom zijn kwalitatief hoogwaardige knooppunten een belangrijk onderdeel van de Contouren Toekomstbeeld OV 2040 (Kamerstuk 23 645, nr. 640).
ProRail heeft in de plannen aangegeven welke uitdagingen en kansen er zijn voor de toekomst. Samen met vervoerders, provincies en ook ProRail, bezie ik of en welke aanvullende stappen voor de lange termijn gewenst zijn en hoe deze kunnen worden bekostigd. In 2019 wordt met overheden, vervoerders en ProRail gezamenlijk geïnventariseerd op en rond welke OV-knooppunten verschillende opgaven samenkomen. Denk daarbij aan opgaven zoals woningbouw, beheer en onderhoud, maar ook regionale plannen, bijvoorbeeld op infrastructuur die impact heeft op het OV-knooppunt.
Het is goed dat er aandacht is voor bovengenoemde inspanningen. Wel betreur ik dat de berichtgeving heeft geleid tot verwarring over nieuwe stations. Voor nieuwe stations is sprake van een spelregelkader en in het jaarlijkse MIRT wordt aangegeven welke nieuwe stations in studie zijn. Per mogelijk nieuw station wordt daarbij een afweging gemaakt tussen reizigers die hier voordeel van hebben ten opzichte van doorgaande reizigers die geconfronteerd worden met extra reistijd door een nieuwe tussenstop.
Ten onrechte is het beeld ontstaan dat ProRail bij de presentatie van het jaarverslag zelfstandig extra nieuwe stations aankondigde. ProRail geeft aan dit ook te betreuren en heeft actief geprobeerd het ontstane beeld recht te zetten.
Recent is opgekomen dat onder andere ten behoeve van de Formule 1 de capaciteit op het spoor van en naar Zandvoort uitbreiding behoeft. Uiteraard is het wenselijk dat zo veel mogelijk mensen met de trein en de fiets naar dit mooie evenement komen. Er is overleg tussen de betrokken partijen hoe dit mogelijk gemaakt kan worden. De organisatie en de gemeente hebben hierin het voortouw. Ten onrechte is door ProRail in de pers gesuggereerd dat de besluitvorming al rond was. De analyse van ProRail hoe meer treinen kunnen rijden en tegen welke kosten is immers pas binnenkort gereed. ProRail heeft laten weten de laatste kosteninschatting op korte termijn op te zullen leveren. Deze informatie zal ook gedeeld worden met de organisatie, zoals ik heb aangegeven in mijn antwoorden van 4 juni jl. op de vragen van de leden Amhaouch en Bruins Slot (beiden CDA) over het vervoer tijdens de Formule 1 in Zandvoort (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2910). Aan de hand daarvan kunnen betrokken partijen een besluit nemen over eventuele investeringen en de kostenverdeling daarvan.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎