[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het bericht ‘Opnieuw datalek in Utrechtse Jeugdzorg’

Schriftelijke vragen

Nummer: 2019D24603, datum: 2019-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z11927).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z11927:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2019Z11927

Vragen van het lid Raemakers (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Opnieuw datalek in Utrechtse Jeugdzorg» (ingezonden 12 juni 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Opnieuw datalek in Utrechtse Jeugdzorg»?1

Vraag 2

Kunt u aangeven wat voor dossiers en hoeveel hiervan per abuis online zijn gezet?

Vraag 3

Hoeveel bezoekers van de website hebben inzage gehad in de dossiers en in welke dossiers?

Vraag 4

Deelt u de mening dat er een zeer slecht signaal richting jeugdzorgprofessionals en jeugdzorginstellingen uitgaat wanneer het Stichting Kwaliteitsregister Jeugdzorg (SKJ), die toe moet zien op kwaliteit, toetsing en scholing van jeugdprofessionals, zelf onvoldoende de cyberveiligheid waarborgt?

Vraag 5

Welke acties heeft u sinds het debat over datalekken in de jeugdzorg genomen om meer datalekken te voorkomen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het niveau van cyberveiligheid in de gehele zorgsector, inclusief de jeugdzorg, op een hoger niveau gebracht moet worden?

Vraag 7

Bent u alsnog bereid om in lijn met de motie-Raemakers een plan van aanpak op te stellen om de cyberveiligheid in de gehele zorgsector op een hoger niveau te brengen?2

Vraag 8

Bent u bereid deze vragen nog voor het algemeen overleg Jeugdhulp op 13 juni 2019 te beantwoorden?


  1. https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1934628/↩︎

  2. Kamerstuk 31 839, nr. 641↩︎