[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2019D25204, datum: 2019-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van Ecuador; Brussel, 11 november 2016 (Trb. 2016, 191 – Heruitgave) (2019D25203)

Preview document (🔗 origineel)


Protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst tussen de Europese
Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru anderzijds, om
rekening te houden met de toetreding van Ecuador; Brussel, 11 november
2016 (Trb. 2016, 191 – Heruitgave)

Toelichtende NOTA

1. Algemeen

1.1 Inleiding

In mei 2004 werd tijdens de bijeenkomst van staatshoofden en
regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie (hierna: “de
EU”), Latijns-Amerika en het Caribisch gebied te Guadalajara in Mexico
overeengekomen dat het strategische doel van de relatie tussen de EU en
de landen van de Andesgemeenschap, te weten Colombia, Peru, Bolivia en
Ecuador, zou moeten zijn om tot een gezamenlijk associatieakkoord te
komen. 

Op 8 december 2005 publiceerde de Europese Commissie de Mededeling
inzake “Een nauwer partnerschap tussen de Europese Unie en
Latijns-Amerika” (Com (2005) 636 final) waarin beschreven werd op
welke wijze de politieke en economische banden tussen de EU en
Latijns-Amerika versterkt kunnen worden. De Mededeling legt de nadruk op
het bevorderen van regionale integratie en duurzame ontwikkeling in
Latijns-Amerika. Een onderdeel van de agenda is het sluiten van
associatieovereenkomsten en vrijhandelsakkoorden met (groepen van)
landen in Latijns-Amerika.

In 2007 besloten de EU en de landen van de Andesgemeenschap om te
starten met onderhandelingen over een regio-tot-regio associatieakkoord
dat een politieke dialoog, samenwerkingsprogramma's en een
handelsovereenkomst moest omvatten. De Raad gaf de Europese Commissie op
23 april 2007 het mandaat voor het voeren van onderhandelingen.  De
Andesgemeenschap accordeerde de start van onderhandelingen spoedig
daarna in haar Tarija Verklaring. De eerste officiële
onderhandelingsronde startte op 17 september 2007 in Bogotá.

Eind 2008 bleek dat de lidstaten van de Andesgemeenschap geen
gemeenschappelijk standpunt konden bepalen over de doelstellingen en de
inhoud van het handelsgedeelte van het associatieakkoord. Bolivia trok
zich daarop terug uit de onderhandelingen. Doordat Bolivia nog wel deel
uitmaakte van de Andesgemeenschap had dit tot gevolg dat het spoor ten
aanzien van het politieke en samenwerkingsgedeelte van het
associatieakkoord apart kwam te lopen van het spoor van het
vrijhandelsakkoord, dat nu met individuele leden van de Andesgemeenschap
aangegaan zou worden. De besprekingen ten aanzien van het politieke en
samenwerkingsgedeelte hebben tot op heden geen nieuw akkoord opgeleverd.

1.2 De Handelsovereenkomst met alleen Colombia en Peru

Op 19 januari 2009 keurde de Raad een aangepast onderhandelingsmandaat
voor de Europese Commissie goed. De onderhandelingen met Colombia, Peru
en Ecuador over een handelsovereenkomst zijn op 9 februari 2009 gestart
en tijdens de negende onderhandelingsronde op 1 maart 2010 afgerond.
Tussendoor, in juli 2009, besloot Ecuador haar deelname aan de
onderhandelingen op te schorten, waardoor het uiteindelijke akkoord
alleen tussen de EU en Colombia en Peru is uitonderhandeld.

Op 26 juni 2012 werd de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en
haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (hierna:
“de partijen”) ondertekend (hierna: “de Overeenkomst”) (Trb.
2012, 178; PbEU 2012, L 354). De Overeenkomst wordt sinds 1 maart 2013
voorlopig toegepast tussen de EU en Peru (PbEU 2013, L 56), en sinds 1
augustus 2013 tussen de EU en Colombia (PbEU 2013, L 201). De
Overeenkomst is nog niet in werking getreden. Ratificaties ontbreken nog
van België, Oostenrijk en de EU, die altijd als laatste ratificeert.
Voor een toelichting op de Overeenkomst zij verwezen naar de memorie van
toelichting bij de goedkeuringswet (Kamerstukken II 2012–2013, 33591,
nr. 3). 

1.3 De toetreding van Ecuador

Artikel 329 van de Overeenkomst biedt de mogelijkheid voor andere
lidstaten van de Andesgemeenschap om toe te treden tot de Overeenkomst.
In 2014 zijn tussen de EU en Ecuador onderhandelingen gevoerd over een
protocol van toetreding tot de Overeenkomst.

Voor Ecuador was de handelspolitieke context sinds het besluit om
deelname aan onderhandelingen op te schorten veranderd, omdat het per 1
januari 2015 haar status als begunstigd land binnen het Algemeen
Preferentieel Stelsel (APS) van de EU zou verliezen. Onder het APS
verleent de EU eenzijdig tariefpreferenties aan ontwikkelingslanden.
Reden voor het naderende verlies van deze status was dat de Wereldbank
Ecuador gedurende drie jaar als ‘upper-middle income country’
classificeerde. Volgens de huidige APS-verordening valt een begunstigd
land dan niet meer onder het stelsel. Daarnaast had de naderende
voorlopige toepassing van de Overeenkomst een risico op
handelsverlegging in het nadeel van Ecuador. Dit kwam voornamelijk door
de vergemakkelijking van de uitvoer van producten vanuit Colombia en
Peru naar de Europese markt. Gezien bovengenoemde ontwikkelingen zou
aansluiting zoeken bij de Overeenkomst in het voordeel zijn van Ecuador.

Onderhandelingen over toetreding van Ecuador zijn op 17 juli 2014
afgerond. Het op grond van de Overeenkomst opgerichte Handelscomité
keurde de tekst van het Protocol van toetreding tot de
handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten,
enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de
toetreding van Ecuador (hierna: “het Protocol”) tijdens zijn
vergadering op 8 februari 2016 goed, zoals vereist op grond van artikel
329, vierde lid, van de Overeenkomst. 

1.4 Het doel van de toetreding van Ecuador 

Het doel van de toetreding van Ecuador tot de Overeenkomst is het openen
van markten voor goederen, diensten, overheidsopdrachten en
investeringen. De nieuwe marktmogelijkheden die stabiel en wederkerig
zijn, zijn het resultaat van uitgebreide onderhandelingen. Dit is een
breuk met het verleden waar preferentiële handelsvoorwaarden
unilateraal door de EU werden toegekend in de vorm van APS en APS+. De
aangegane verplichtingen tot verbetering van de markttoegang zijn in de
vorm van volledige of gedeeltelijke tariefliberalisering, het toekennen
van substantiële tariefquota, de verwijdering van non-tarifaire
(regelgevende of technische) belemmeringen en de invoering van
maatregelen die de handel in het algemeen (bijvoorbeeld
douaneprocedures) vergemakkelijken.

Middels het Protocol worden de tarieven voor alle industriële en
visserijproducten afgeschaft en de markttoegang voor landbouwproducten
vergroot. Verder wordt de toegang tot overheidsopdrachten en diensten
verbeterd en worden de technische handelsbelemmeringen verder beperkt. 

1.5  Besparing op tarieven 

De bilaterale handel in goederen tussen de EU en Ecuador bedroeg in 2017
€ 5,2 miljard. De EU exporteerde € 2,2 miljard naar Ecuador en
importeerde € 3 miljard. Zodra het Protocol en de Overeenkomst
volledig in werking zijn getreden, zullen EU-exporteurs jaarlijks
tenminste € 106 miljoen aan tarieven kunnen besparen. Exporteurs uit
Ecuador zullen in totaal tot € 248 miljoen per jaar kunnen besparen. 

Deze asymmetrie in de besparing op tarieven is afgestemd op de
ontwikkelingsbehoeften van Ecuador. De tariefverlagingen worden
geleidelijk over een periode van 17 jaar geïmplementeerd, waarbij de EU
bijna 95% van de tarieflijnen bij inwerkingtreding van het akkoord
liberaliseert en Ecuador ongeveer 60%. Volgens de ramingen van de
Europese Commissie zou de impact op het bruto nationaal product van
Ecuador significant zijn. De toetreding zal Ecuador in staat stellen om
te profiteren van verbeterde toegang tot de EU voor haar belangrijkste
producten, zoals visserij, snijbloemen, koffie, cacao, fruit en noten.
Bananen zullen ook profiteren van een preferentieel tarief, maar er zal
een stabiliseringsmechanisme worden ingesteld op basis waarvan de EU de
opschorting van de preferenties kan onderzoeken en heroverwegen indien
een jaarlijkse drempel wordt bereikt. Een vergelijkbaar
stabiliseringsmechanisme is ook ingesteld voor de handel met Colombia,
Peru en Centraal-Amerika.

1.6  Voordelen EU en haar lidstaten

Ook de voordelen voor de EU en haar lidstaten zullen substantieel zijn.
Zo zal de EU-landbouwsector profiteren van meer markttoegang voor haar
producten en daarnaast ook de bescherming van ongeveer 100
EU-geografische indicaties op de Ecuadoraanse markt. De EU kan ook
voordelen verwachten in specifieke sectoren, waaronder toegang tot de
markt voor auto's en machines.

1.7  Handel en duurzame ontwikkeling

Naast economische voordelen stimuleert de Overeenkomst duurzame
ontwikkeling. Door toetreding door Ecuador tot de Overeenkomst gaan de
bepalingen over handel en duurzame ontwikkeling ook voor Ecuador gelden.
In deze bepalingen wordt het belang van de fundamentele conventies van
de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)  en multilaterale
milieuverdragen, zoals het Biodiversiteitsverdrag herbevestigd, alsmede
hun effectieve implementatie.

1.8  Bevorderen regionale integratie

Het toetreden van Ecuador tot de Overeenkomst zal de regionale
integratie verder versterken, waarbij Ecuador het derde lid van de
Andesgemeenschap is waarvoor de Overeenkomst zal gelden. De Overeenkomst
houdt ook de mogelijkheid voor het vierde lid van de Gemeenschap
(Bolivia) open om tot de Overeenkomst toe te treden, mocht het land dat
willen. Met de Overeenkomst blijft de EU de betrekkingen met
Latijns-Amerika versterken en bevordert zij de ambitieuze handelsagenda
met deze regio.

2. Het Protocol

2.1 Aard van het Protocol

De totstandbrenging van het Protocol is gebaseerd op artikel 329, vierde
lid, van de Overeenkomst. Op grond van dat artikel en lid, dienen de
lidstaten naast de Unie ook partij te worden bij het Protocol. Net als
de Overeenkomst (Kamerstukken II 2012–2013, 33591, nr. 3) heeft het
Protocol dus een gemengd karakter.

2.2 Voorlopige toepassing 

Het Protocol wordt in afwachting van de inwerkingtreding sinds 1 januari
2017 voorlopig toegepast tussen de EU en Ecuador. De basis voor deze
voorlopige toepassing wordt gevormd door het Besluit 2016/2369/EU van de
Raad van 11 november 2016 (PbEU 2016, L 356) en de Mededeling van de
Raad betreffende de voorlopige toepassing (PbEU 2016, L 358). In het
Besluit en de Mededeling wordt de reikwijdte van de voorlopige
toepassing door de EU uiteengezet.

In artikel 3 van het Besluit is bepaald dat het Protocol overeenkomstig
artikel 27, vierde lid, van het Protocol voorlopig zal worden toegepast
tussen de Unie en Ecuador. Dientengevolge wordt ook de Overeenkomst,
overeenkomstig artikel 330, derde lid, van de Overeenkomst, voorlopig
toegepast tussen de Unie en Ecuador, met uitzondering van artikel 2
(ontwapening en non-proliferatie), artikel 202, eerste lid, (inzake
rechten en verplichtingen die voortvloeien uit Verdrag van Parijs en de
TRIPS-overeenkomst, alsmede de artikelen 291 en 292 (administratieve
procedures). 

Uit de Mededeling blijkt dat het Protocol per 1 januari 2017 voorlopig
wordt toegepast tussen de EU en Ecuador en dat dientengevolge de
Overeenkomst, met uitzondering van de aangegeven artikelen in het
Besluit van de Raad, ook vanaf dat moment tussen de EU en Ecuador
voorlopig wordt toegepast. 

Het is aan de Raad om een Besluit tot ondertekening en voorlopige
toepassing van een internationale overeenkomst namens de Unie vast te
stellen. De lidstaten hebben via de Raad op 11 november 2016 met het
Besluit tot ondertekening en voorlopige toepassing van het Protocol
ingestemd. Omdat het een voorlopige toepassing door de EU betreft, kan
de voorlopige toepassing van de Overeenkomst ook alleen op die
onderdelen van de Overeenkomst zien die onder de EU-bevoegdheden vallen.

De EU kan onderdelen van de Overeenkomst met Colombia en Peru die onder
de EU-bevoegdheden vallen, voorlopig toepassen. Het karakter van een
EU-bevoegdheid (exclusief, gedeeld, parallel, Gemeenschappelijk
Buitenlands- en Veiligheidsbeleid) is daarbij niet beslissend. In het
Besluit 2012/735/EU van de Raad van 31 mei 2012 is bepaald welke delen
van de Overeenkomst voorlopig toegepast zullen worden tussen de EU en
Colombia respectievelijk Peru. 

Sinds 1 januari 2017 wordt het onderhavige Protocol in zijn geheel
voorlopig toegepast, voor zover de artikelen onder de bevoegdheid van de
EU vallen. Het gaat om de artikelen 1 tot en met 29, inclusief bijlagen
I tot en met XX. Gelet op de eerdergenoemde Mededeling van 11 november
2016 worden met ingang van 1 januari 2017 in lijn met de voorlopige
toepassing tussen de EU en Colombia respectievelijk Peru de volgende
delen van de Overeenkomst voorlopig toegepast: 

Titel I (met uitzondering van artikel 2);

Titel II tot en met Titel VI;

Titel VII (met uitzondering van artikel 202, eerste lid);

Titel VIII en Titel IX;

Titel X (met uitzondering van de artikelen 291 en 292);

Titel XI tot en met Titel XIV.

3. Artikelsgewijze toelichting

Het Protocol bestaat uit 29 artikelen en bevat 20 bijlagen. Het Protocol
is onderverdeeld in afdelingen. Hieronder worden per afdeling de
artikelen toegelicht.



Afdeling I: Overeenkomstsluitende partijen (artikel 1)

Ingevolge artikel 1 treedt Ecuador toe tot de Overeenkomst, conform de
afspraken zoals deze zijn vastgelegd in het onderhavige Protocol,
inclusief de daarbij behorende bijlagen. Deze toetreding leidt niet tot
significante wijzigingen in de ambitie en reikwijdte van de
Overeenkomst. 

Afdeling II: Bepalingen van de Overeenkomst (artikel 2)

Om Ecuador volwaardig partij bij de Overeenkomst te laten zijn, is in
artikel 2 aangegeven waar veranderingen in de tekst van de Overeenkomst
zijn aangebracht. Het betreft allereerst tekstuele wijzigingen zodat
Ecuador volwaardig partij kan worden. Daarnaast worden enkele artikelen
geheel of gedeeltelijk vervangen en worden er bij sommige artikelen
nieuwe leden en voetnoten ingevoegd. De inhoud van deze wijzigingen is
puntsgewijs aangegeven in bijlage I bij het Protocol. Hieronder worden
door opgave van de belangrijkste punten uit de bijlage de wijzigingen in
de Overeenkomst beschreven.

(Punten 1 en 6) De titel en de lijst van overeenkomstsluitende
Andeslanden worden aangepast en artikel 12, derde lid, wordt vervangen
zodat het Handelscomité onder de Overeenkomst naast Bogota, Brussel en
Lima ook in Quito bij elkaar zal komen. 

(Punt 8) In artikel 30 punt a) van de Overeenkomst wordt afgesproken dat
naast Colombia ook Ecuador het prijstranchesysteem kan toepassen. Dit is
een systeem van variabele invoerheffing voor landbouwproducten die onder
Besluit 371 van de Andesgemeenschap vallen en gericht is op het
stabiliseren van de prijs van deze producten voor lokale consumenten.

(Punten 9, 10 en 13) In artikelen 41, 46 en 57 wordt namens Ecuador het
ministerie van Buitenlandse Handel toegevoegd als zijnde de
Onderzoeksautoriteit en Bevoegde instantie. 

(Punten 11 en 12) Artikelen 48 en 54 van de Overeenkomst waarin
afspraken zijn gemaakt over het treffen van bilaterale
vrijwaringsmaatregelen worden gewijzigd. Ecuador mag deze maatregelen al
nemen indien er ernstige schade of een dreiging van ernstige schade voor
een opkomende industrie is. Voor de overige Andeslanden blijft de regel
gelden dat het moet gaan om concrete binnenlandse producenten. Verder
mag de EU in geval van Ecuador pas drie jaar nadat een
vrijwaringsmaatregel is toegepast compenserende maatregelen treffen. In
geval van Colombia en Peru kan de EU dit al na een eerste verlenging van
een vrijwaringsmaatregel doen. 

(Punt 15) Artikel 78, eerste lid, onder a,  van de Overeenkomst over
conformiteitsverklaringen van leveranciers wordt vervangen. Met de
wijziging in een nieuw in te voegen voetnoot in die bepaling erkent
Ecuador een eigen verklaring van de leverancier dat de producten voldoen
aan de technische voorschriften van de EU als voldoende bewijs van
overeenstemming met de Ecuadoraanse technische voorschriften.

(Punt 18) In artikel 123 van de Overeenkomst wordt punt b) vervangen.
Ten behoeve van tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen voor
zakelijke doeleinden erkent de EU in een nieuw in te voegen voetnoot bij
punt b dat lidmaatschap van een erkende beroepsgroep in Ecuador niet
verplicht is. Verder bedraagt conform een wijziging van de voetnoot in
artikel 124, eerste lid, de maximale verblijfsduur voor binnen de
onderneming overgeplaatste personen 2 jaar in Ecuador. 

(Punt 20) In artikel 126 van de Overeenkomst wordt een nieuw lid
ingevoegd. In navolging van de afspraken tussen de EU en Colombia
respectievelijk Peru worden tussen de EU en Ecuador de afspraken
opgenomen over de aanwezigheid van dienstverleners op contractbasis. Een
uitputtend overzicht van soorten dienstverleners is afgesproken, van
accountants tot onderhoudsmonteurs. 

(Punt 21) In artikel 127 van de Overeenkomst wordt een vergelijkbaar lid
ingevoegd voor afspraken over beoefenaars van een vrij beroep.  

(Punten 23 tot en met 26) De artikelen 137, 139, 142 en 154 van de
Overeenkomst bevatten onder andere kaders voor de regulering van een
aantal specifieke sectoren van dienstverlening zoals computerdiensten,
post- en koeriersdiensten, telecomdiensten en financiële diensten. De
afspraken tussen de EU en Ecuador worden aan deze kaders toegevoegd. 

(Punt 27) In artikel 167 van de Overeenkomst wordt een voetnoot
vervangen. In deze voetnoot zijn afspraken gemaakt over de mogelijkheid
om maatregelen te nemen op het gebied van lopende betalingen en
kapitaalverkeer. Naast Peru krijgt Ecuador de mogelijkheid om geldelijke
overmakingen te verhinderen in geval van bijvoorbeeld faillissement,
strafbare feiten en gerechtelijke uitspraken.

(Punt 28) Aan artikel 170 van de Overeenkomst is de afspraak tussen EU
en Ecuador toegevoegd dat in het geval Ecuador geconfronteerd wordt met
uitzonderlijke omstandigheden waarbij liquiditeitsproblemen ontstaan in
de economie, het land voor een jaar vrijwaringsmaatregelen kan
toepassen.

(Punt 29) In artikel 202 van de Overeenkomst worden het tweede en het
derde lid vervangen. Op basis van de wijziging in het tweede lid gaat
Ecuador in navolging van Peru de verplichting aan om toe te treden tot
het Protocol van Madrid betreffende de internationale inschrijving van
merken, zoals gewijzigd (Trb. 1990, 44; 2007, 104; 2008, 102). Op basis
van de wijziging in het derde lid wordt hetzelfde afgesproken voor het
Verdrag van Genève inzake het merkenrecht (Trb. 1995, 255). 

(Punt 30) In artikel 231 van de Overeenkomst wordt de voetnoot bij het
eerste lid vervangen en wordt een nieuwe voetnoot aan het tweede lid
toegevoegd. Op basis van de wijziging van de voetnoot bij het eerste lid
worden de afspraken voor Peru over de bescherming van gegevens van
biologische en biotechnologische producten en de openbaarmaking van die
gegevens ook toegepast in de relatie tot Ecuador. In de voetnoot die aan
het tweede lid wordt toegevoegd, is bepaald dat de bepaling uit dat lid,
wat ziet op de exclusiviteitsperiode die partijen in acht dienen te
nemen voor het in de handel brengen van farmaceutische en chemische
producten op elkaars grondgebied, pas vijf jaar nadat het onderhavige
Protocol in werking is getreden van toepassing zal zijn op Ecuador. 

(Punt 32) In artikel 258 van de Overeenkomst waarin afspraken over
mededinging zijn gemaakt, worden de medededingswetgeving en relevante
autoriteiten van Ecuador toegevoegd.

(Punt 34) In artikel 304 van de Overeenkomst, waarin de afspraken over
geschillenbeslechting zijn neergelegd, worden het eerste en vierde lid
gewijzigd. Gelet op de toetreding van Ecuador, wordt de lijst van
arbiters uitgebreid van 25 naar 30 personen. Daarnaast zijn de extra
lijsten van personen met sectorspecifieke ervaring met 3 toegenomen tot
15. 

(Punt 35) Tenslotte worden op verzoek van Ecuador in artikel 324 van de
Overeenkomst, dat gaat over technische bijstand en opbouw van
handelscapaciteit, twee voetnoten ingevoegd waarin expliciet is
opgenomen dat dergelijke activiteiten moeten bijdragen aan het
versterken van de productiecapaciteit en duurzame ontwikkeling van de
partijen. Ook is op verzoek van Ecuador afgesproken om bij reguliere
handel in diensten samen te werken en technische bijstand te bieden dan
wel te ontvangen.



Afdeling III: Lijsten inzake tariefafschaffing (artikel 3 tot en met 5)

Voor goederen zijn afspraken gemaakt over de tarieflijnen die door de EU
en Ecuador al dan niet geliberaliseerd worden. Ook zijn afspraken
gemaakt over de geleidelijke en wederzijdse liberalisering van de handel
in diensten en overheidsopdrachten.

De wijze van afbouw van tarieven die respectievelijk door de EU zal
geschieden voor goederen uit Ecuador en door Ecuador voor goederen uit
de EU is uiteengezet in bijlagen II en IV bij het Protocol. Een
uitputtend overzicht van de tariefafschaffing gehanteerd door
respectievelijk de EU en Ecuador wordt gegeven in bijlagen III en V bij
het Protocol. In bijlagen III en V bij het Protocol wordt per
productsoort, inclusief HS-code, aangegeven op welke wijze het
invoertarief zal worden afgebouwd en tot welk percentage het gereduceerd
zal worden. De tekst in bijlagen II tot en met V wordt ingevoegd in de
Overeenkomst op de in artikel 3 en 4 van het Protocol aangewezen
plaatsen. Als gevolg van de toetreding van Ecuador tot de Overeenkomst
wijzigt de titel van sectie A van aanhangsel 2 van bijlage I bij de
Overeenkomt op de in artikel 5 van het Protocol aangegeven wijze.

Afdeling IV: Oorsprongsregels (artikel 6)

Op grond van artikel 6 van het Protocol wordt bijlage II bij de
Overeenkomst gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij het onderhavige
Protocol. Overal waar in de tekst wordt gesproken over Colombia en Peru
is Ecuador nu als derde Andesland toegevoegd. In bijlage II van de
Overeenkomst zijn afspraken gemaakt over wat het begrip “producten van
oorsprong” precies inhoudt en de methoden voor administratieve
samenwerking. Daarnaast zijn ook de bevoegde instanties of
douaneautoriteiten van de EU, Colombia en Peru in de bijlage opgenomen.
Middels bijlage VI van het Protocol wordt ook het overheidsorgaan van
Ecuador toegevoegd.

Los van de aanpassingen die nodig zijn om gelijke behandeling te
waarborgen voor Ecuador, hebben de onderhandelingen met Ecuador geen
belangrijke wijzigingen teweeggebracht in de afgesproken regels van
oorsprong van de Overeenkomst met Colombia en Peru. Net zoals Colombia
en Peru, zal ook Ecuador kunnen profiteren van “cumulatie” van
oorsprong, waarbij het aan exporteurs toegestaan wordt om gebruik te
maken van materialen en productieonderdelen uit andere Andeslanden en
Centraal Amerika.

Afdeling V: Landbouwvrijwaringsmaatregelen (artikel 7) 

Op grond van artikel 7 van het Protocol wordt de tekst in bijlage VII
bij het Protocol toegevoegd aan bijlage IV bij de Overeenkomst. Bijlage
IV van de Overeenkomst bevat een overzicht van de producten waarvoor
Colombia en Peru op grond van artikel 29 van de Overeenkomst
vrijwaringsmaatregelen mogen gebruiken. Deze mogelijkheid wordt op grond
van artikel 7 van het onderhavige Protocol uitgebreid naar Ecuador.
Bijlage VII bij het Protocol bevat een overzicht van de agrarische
producten waarvoor Ecuador landbouwvrijwaringsmaatregelen mag treffen
bij de import ervan uit de EU. Naast het productsoort staat ook
aangegeven hoe hoog het invoervolume moet zijn alvorens deze
beschermende maatregelen getroffen mogen worden.

Overeenkomstig artikel XIX van de Algemene overeenkomst betreffende
tarieven en handel van 1994 (General Agreement on Tariffs and Trade,
GATT 1994) beperkt de Overeenkomst de rechten van partijen niet inzake
vrijwaringsmaatregelen. Daarnaast mogen de partijen bilaterale
vrijwaringsmaatregelen instellen om hun eigen producenten te beschermen.
Dit kan wanneer door de verlaging of afschaffing van een douanerecht een
product van een andere partij in zulke grote hoeveelheden wordt
ingevoerd dat de binnenlandse producenten van soortgelijke producten
ernstige schade lijden of dreigen te lijden.

De toepassing van vrijwaringsmaatregelen beperkt zich tot de
overgangsperiode die voor het betrokken product is toegestaan. Evenals
de overige partijen bij de Overeenkomst, kan Ecuador gebruik maken van
een dergelijke maatregel indien aan de voorwaarden voor de toepassing
ervan is voldaan.

Afdeling VI: Sanitaire en fytosanitaire maatregelen (artikel 8 tot en
met 9)

De controlerende en toezichthoudende instanties op veterinair en
fytosanitair terrein van de EU, Colombia en Peru staan vermeld in
bijlage VI bij de Overeenkomst. Op grond van artikel 8 van het Protocol
wordt de tekst in die bijlage vervangen door de tekst in bijlage VIII
bij het onderhavige Protocol. In die bijlage is de lijst geactualiseerd
en zijn de instanties van Ecuador opgenomen. Op grond van artikel 9
worden de contactpunten en websites van Ecuador aan de lijst met
contactpunten van de EU, Colombia en Peru toegevoegd. 

Hoofdstuk 5 van de Overeenkomst over veterinaire en fytosanitaire
maatregelen is opgesteld om te voorkomen dat eisen aan producten van
dierlijke en plantaardige oorsprong (bijvoorbeeld vlees en
vleesproducten, en groenten en fruit) als handelsbelemmeringen gaan
fungeren. In dat kader is er een goedkeuringsprocedure afgesproken die
gebaseerd is op wederzijds vertrouwen. Deze procedure is ontwikkeld op
basis van internationale normen op het gebied van audit, is
niet-discriminerend, transparant en vermindert handelsverstoringen, met
behoud van het vereiste niveau van veterinaire en fytosanitaire
bescherming. In praktische zin zorgt het overeengekomen systeem ervoor
dat de invoerende partij de relevante veterinaire en fytosanitaire
inspectie- en certificeringssystemen van de exportpartij controleert.
Het doel is om vast te stellen of deze voldoen aan veterinaire en
fytosanitaire inspectie- en certificeringssystemen van de importeur. Na
goedkeuring  door de bevoegde autoriteiten mogen alle bedrijven die
onderworpen zijn aan de controle in aanmerking komen voor het
exporteren. 

Afdeling VII: Handel in diensten, vestiging en elektronische handel
(artikel 10 tot en met 19)

Net als bij het goederenverkeer is de liberalisering van de handel in
diensten tussen de EU en Ecuador overeenkomstig de ambitie en de
reikwijdte van de reeds gemaakte afspraken tussen de EU en Colombia en
Peru gewaarborgd. Deze afspraken consolideren de mogelijkheden voor
grensoverschrijdende dienstverlening, waardoor voorspelbare en stabiele
voorwaarden ontstaan voor het opzetten van bedrijven op de markt van de
wederpartij. De invoer van diensten biedt mogelijkheden voor
efficiëntieverbeteringen en verbetering van het welzijn. De
beschikbaarheid van goedkopere diensten kan leiden tot een vermindering
van de productiekosten voor lokale bedrijven en de consument kan
profiteren van de beschikbaarheid van een bredere scala aan diensten met
een hoge kwaliteit en tegen lagere prijzen.

De afspraken tussen de EU en Ecuador zijn grotendeels identiek aan die
welke met Colombia en Peru zijn overeengekomen en gaan verder dan de
afspraken die zijn gemaakt in de WTO-Overeenkomst inzake Handel in
Diensten (World Trade Organization, General Agreement on Trade in
Services, GATS,) Trb. 1994, 235). De toegang van Ecuador tot belangrijke
sectoren zoals telecommunicatie, financiële en zakelijke
dienstverlening, milieudiensten en distributiediensten is aldus
overeengekomen. De partijen behouden het recht om zaken te veranderen
die van bijzonder belang voor hen zijn. Voorbeelden hiervan zijn
restricties op de hoeveelheid arbeidskrachten die van lokale komaf
dienen te zijn, de gebruikte computerdiensten bij grensoverschrijdende
activiteiten, en toeleverende diensten die gebruikt mogen worden in het
luchtvervoer.

Met de toetreding van Ecuador worden de lijsten van enkele
handelsgerelateerde zaken en activiteiten van de EU, Colombia en Peru
geactualiseerd, zoals opgenomen in de verscheidene bijlagen bij de
Overeenkomst. Het betreft hier allerlei economische activiteiten
(artikel 10 van het Protocol), dienstensectoren (artikel 12 van het
Protocol), economische activiteiten waarvoor beperkingen inzake
stafpersoneel en stagiairs gelden (artikel 14 van het Protocol), en
voorbehouden voor geliberaliseerde dienstensectoren en de specifiek
discriminerende beperkingen die op die dienstensectoren van toepassing
zijn (artikel 16 van het Protocol). Naast de actualisatie van deze
lijsten, worden de gegevens voor Ecuador betreffende deze zaken en
activiteiten in de bijlagen bij de Overeenkomst opgenomen (artikelen 11,
13, 15 en 17 van het Protocol). Ook wordt het informatiepunt voor
Ecuador waar men informatie met betrekking tot handel in diensten,
vestiging en elektronische handel kan verkrijgen in een bijlage van de
Overeenkomst opgenomen (artikel 18 van het Protocol). 

Op grond van artikel 19 van het Protocol wordt de tekst in bijlage XVII
bij het onderhavige Protocol toegevoegd als bijlage XI bis na bijlage XI
bij de Overeenkomst. De afspraken in deze nieuwe bijlage zijn alleen van
toepassing tussen de EU en Ecuador. In deze bijlage zijn specifieke
afspraken gemaakt tussen de EU en Ecuador betreffende de definitie van
‘’diensten verleend in het kader van de uitoefening van
overheidsgezag” als bedoeld in artikel 152 onder b van de
Overeenkomst. Het betreft financiële dienstverlening. 

De partijen komen overeen dat Titel IV (“Handel in diensten, vestiging
en elektronische handel”) van de Overeenkomst alleen van toepassing is
voor zover een partij haar financiële dienstverleners toestaat te
concurreren met een openbare instantie of een financiële
dienstverlener. Titel IV van de Overeenkomst zal niet van toepassing
zijn voor zover een partij deze activiteiten en diensten voorbehoudt aan
de overheid, een openbare instantie, of een financiële dienstverlener,
en concurrentie niet is toegestaan.  

De partijen erkennen dat elk van hen een monopolie mag aanwijzen, een
financiële dienstverlener daaronder inbegrepen, om een aantal of alle
vermelde activiteiten of diensten te verrichten die genoemd staan onder
punt b van artikel 152 van de Overeenkomst. Voorbeelden hiervan zijn:
het verstrekken van allerlei soorten leningen, betalingen en
overmakingen, handel in buitenlandse valuta en derivatenhandel. Dit is
niet in strijd met Titel IV van de Overeenkomst. 

Afdeling VIII: Overheidsopdrachten (artikel 20 tot en met 23) 

In de Overeenkomst is afgesproken dat de partijen volledige toegang
hebben tot elkaars inkoopmarkten als de opdrachten boven de afgesproken
financiële drempels liggen. Deze drempelwaarden zijn gelijk aan de
bedragen in de WTO-Overeenkomst inzake Overheidsopdrachten
(“Government Procurement Agreement”, GPA). Deze drempelwaarden zijn:
130.000 SDR (“Special Drawing Rights”, speciale trekkingsrechten,
waarbij 1 SDR ongeveer 1,2 Euro waard is) voor goederen en diensten van
centrale overheidsinstanties, 200.000 SDR voor goederen en diensten voor
entiteiten op decentraal niveau, en 5.000.000 SDR voor bouwopdrachten.

Met Ecuador is overeengekomen om nagenoeg dezelfde afspraken toe te
passen als overeengekomen tussen de EU, Colombia en Peru. Ecuador zal
zich inzetten voor een ambitieuze en brede openstelling van zijn
inkoopmarkt. De overgangsperiodes (bijvoorbeeld tijdelijke hogere
drempels), flexibiliteiten en uitzonderingen op de dekking die specifiek
voor Ecuador zijn ingevoerd, beschermen het land tegen eventuele
nadelige effecten die openstelling van inkoopmarkten zouden kunnen
hebben.

In bijlage XII van de Overeenkomst is geregeld dat Titel VI
(“Afspraken over overheidsaanbestedingen”) van de Overeenkomst van
toepassing zal zijn op de overheidsdiensten waarnaar in deze sub-sectie
wordt verwezen. Het betreft overheidsopdrachten voor goederen, diensten
en bouwnijverheid voor zover het geraamd bedrag gelijk is aan of hoger
is dan de vermelde drempelwaarden.

Op grond van artikel 20 van het Protocol wordt de in bijlage XII bij de
Overeenkomst vermelde lijst met aanbestedende overheidsinstanties van de
EU en haar lidstaten geactualiseerd aan de hand van de tekst in bijlage
XVIII bij het Protocol. Met zijn toetreding tot de Overeenkomst heeft
Ecuador ook een lijst gepubliceerd van overheidsorganisaties waarbij ook
de andere partijen bij de Overeenkomst mogen meedingen naar opdrachten.
In die lijst zijn de drempelwaarden en andere uitzonderingen aangegeven.
Op grond van artikel 21 van het Protocol wordt de tekst in bijlage XIX
bij het Protocol dan ook toegevoegd aan bijlage XII bij de Overeenkomst.

In bijlage XII bij de Overeenkomst staan tevens de organisaties vermeld
waar informatie ingewonnen kan worden over overheidsopdrachten. De
website van het Ecuadoraans portaal voor aanbestedingen wordt op grond
van artikel 22 van het Protocol aan bijlage XII bij de Overeenkomst
toegevoegd. Ook staan in de bijlage de adressen genoemd waar men te
weten kan komen welke overheidsopdrachten nog uitstaan. Op grond van
artikel 23 wordt de website van het Ecuadoraans portaal voor
aanbestedingen aan bijlage XII bij de Overeenkomst toegevoegd. 

Afdeling IX: Geografische aanduidingen (artikel 24 tot en met 25)

In de Overeenkomst zijn ook afspraken gemaakt over de bescherming van
streekproducten (Geografische Aanduidingen; Titel VII, Hoofdstuk 3,
Afdeling 2) tegen namaak. De EU, Colombia en Peru hebben hun
geografische aanduidingen reeds geregistreerd. Middels artikelen 24 en
25 van het Protocol registreert Ecuador twee producten. Het ene product
behoort tot de groep met landbouwproducten, levensmiddelen, wijnen,
gedistilleerde dranken en gearomatiseerde wijnen (artikel 24). Het
andere betreft een niet-agro product (artikel 25). De tekst die de
registraties regelt, wordt opgenomen in bijlage XIII bij de
Overeenkomst. 

Afdeling X: Gezamenlijke verklaringen (artikel 26)

De in bijlage XX bij het Protocol opgenomen gezamenlijke verklaringen
van Ecuador en de EU worden ingevoegd na de gezamenlijke verklaring van
Colombia, Peru en de EU. Ecuador en de EU maken in de gezamenlijke
verklaringen afspraken over een tweetal onderwerpen, te weten
intellectuele eigendomsrechten en markttoegang.

Op het gebied van intellectuele eigendomsrechten is getracht een
evenwicht te realiseren tussen twee leidende principes, te weten (i)
ervoor zorgen dat houders van rechten inzake intellectuele eigendom
gestimuleerd worden en beloningen ontvangen voor investeringen in
onderzoek en innovatie, en in culturele creativiteit, en (ii) het
respecteren van andere openbare belangen (bijvoorbeeld met betrekking
tot onderwijs, gezondheid en milieu). De EU en Ecuador komen overeen om
het belang van Ecuador om hetzelfde niveau van bescherming te hebben
voor Geografische Indicaties nader te evalueren. Dit zal geschieden in
de opgerichte sub-comité Intellectuele Eigendom dat toeziet op de
implementatie van de bepalingen van de Overeenkomst inzake intellectuele
eigendomsrechten.

Ecuador mag daarnaast op het gebied van markttoegang voor producten
afkomstig uit de EU enkele maatregelen blijven toepassen tot 2 jaar na
de inwerkingtreding van het Protocol. Deze maatregelen betreffen de
toepassing van belastingen op alcoholhoudende dranken en de invoer van
tweedehands kleding en schoeisel, en tweedehands voertuigen.

Omdat de gezamenlijke verklaringen in een bijlage bij het Protocol zijn
opgenomen en de bijlagen integraal deel uit maken van het Protocol zijn
ze juridisch bindend.



Afdeling XI: Algemene en slotbepalingen

Deze afdeling bevat bepalingen omtrent de sluiting (artikel 27, eerste
lid), inwerkingtreding (artikel 27 leden 2 en 3), en voorlopige
toepassing (artikel 27, lid 4 tot en met 6) van het Protocol. Tevens
bevat de afdeling de slotbepaling inzake de werktalen (artikel 28) van
het Protocol. Op grond van artikel 29 maken het Protocol en de
bijbehorende bijlagen een integrerend deel uit van de Overeenkomst. 

Bijlagen bij het Protocol

Hieronder worden voor een volledig overzicht de titels van de bijlagen
vermeld. Voor de bijlagen, die van technisch uitvoerende aard zijn,
geldt dat wijzigingen, voor zover zij onder de bevoegdheid van de
lidstaten vallen, op grond van artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet
goedkeuring en bekendmaking verdragen geen goedkeuring behoeven, tenzij
het parlement zich ter zake de goedkeuring voorbehoudt. 

Bijlage I- Hierin zijn alle wijzigingen opgenomen die in het
handelsakkoord doorgevoerd zijn als gevolg van de toetreding van Ecuador
tot dit akkoord. In afdeling II, artikel 2, van dit protocol is dit
overeengekomen. 

Bijlage II- Toelichting op het begrip “producten van oorsprong” en
methoden van afschaffing van tarieven van de EU voor goederen van
oorsprong uit Ecuador. 

Bijlage III- Lijst inzake tariefafschaffing van de EU voor goederen van
oorsprong uit Ecuador. 

Bijlage IV- Toelichting op het begrip “producten van oorsprong” en
methoden van afschaffing van tarieven door Ecuador voor goederen van
oorsprong uit de EU.

Bijlage V-  Lijst inzake tariefafschaffing van Ecuador voor goederen van
oorsprong uit de EU.

Bijlage VI-  Wijzigingen die in bijlage II van de Handelsovereenkomst
tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en
Peru, anderzijds, aangebracht zijn.

Bijlage VII- Landbouwvrijwaringsmaatregelen van Ecuador

Bijlage VIII- Bevoegde instanties van de EU, Colombia, Peru en Ecuador
die verantwoordelijk zijn voor de controle op de productieomstandigheden
en -procedures, en met name voor de voorgeschreven inspecties en voor de
afgifte van gezondheids- en dierenwelzijnscertificaten.

Bijlage IX- EU-Lijst van economische activiteiten die geliberaliseerd
zijn, alsmede, door middel van voorbehouden, de beperkingen ten aanzien
van markttoegang en nationale behandeling die van toepassing zijn op
vestigingen en investeerders. 

Bijlage X- Ecuador-Lijst van economische activiteiten die
geliberaliseerd zijn, alsmede, door middel van voorbehouden, de
beperkingen ten aanzien van markttoegang en nationale behandeling die
van toepassing zijn op vestigingen en investeerders.

Bijlage XI- EU-lijst van dienstensectoren die zijn geliberaliseerd,
alsook, door middel van voorbehouden, de beperkingen inzake markttoegang
en nationale behandeling die gelden voor diensten en dienstverleners uit
de Andes-landen.

Bijlage XII- Ecuador-Lijst van dienstensectoren die zijn
geliberaliseerd, alsook, door middel van voorbehouden, de beperkingen
inzake markttoegang en nationale behandeling die gelden voor diensten en
dienstverleners uit de EU.

Bijlage XIII- Voorbehouden van de EU betreffende de tijdelijke
aanwezigheid van stafpersoneel en afgestudeerde stagiairs voor zakelijke
doeleinden.

Bijlage XIV- Voorbehouden van Ecuador betreffende de tijdelijke
aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken.

Bijlage XV- EU-Lijst van voorbehouden bij de geliberaliseerde
dienstensectoren en de specifieke discriminerende beperkingen die daarop
van toepassing zijn.

Bijlage XVI- Ecuador-Lijst van voorbehouden bij de geliberaliseerde
dienstensectoren en de specifieke discriminerende beperkingen die daarop
van toepassing zijn.

Bijlage XVII- Definitie van “diensten verleend in het kader van de
uitoefening van overheidsgezag” als bedoeld in artikel 152 van deze
overeenkomst.

Bijlage XVIII- Indicatieve lijst van overheidsinstanties inzake
overheidsopdrachten van de Europese Unie. 

Bijlage XIX- Lijst van overheidsinstanties inzake overheidsopdrachten
van Ecuador.

Bijlage XX- Gezamenlijke verklaringen van Ecuador en de EU. 

4. Een ieder verbindende bepalingen 

Naar het oordeel van de regering bevat het Protocol geen een ieder
verbindende bepalingen in de zin van artikelen 93 en 94 Grondwet, die
aan rechtssubjecten rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen.

5. Koninkrijkspositie

Het Protocol zal wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, evenals de
Overeenkomst, alleen voor het Europese deel van Nederland gelden. Bij de
Overeenkomst was de inschatting dat de Caribische landen wellicht,
hoewel slechts minimaal, geraakt zouden kunnen worden. Aangezien
sindsdien van een dergelijk raken niet gebleken is, is het uitgangspunt
bij het Protocol dat de Caribische landen niet geraakt zullen worden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 Bijlagen I en XX zijn bekendgemaakt in Trb. 2016, 191. Zoals vermeld in
dat Tractatenblad liggen Bijlagen II tot en met XIX ter inzage bij de
Afdeling Verdragen. Het Protocol met bijlagen is tevens gepubliceerd in
PbEU 2016, L 356.

 Zie voor dat Besluit
http://www.sice.oas.org/trade/junac/decisiones/DEC371S.asp.

 PAGE   \* MERGEFORMAT 15