Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van Ecuador; Brussel, 11 november 2016 (Trb. 2016, 191 – Heruitgave)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2019D25205, datum: 2019-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2019Z12231:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-06-18 15:45: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-20 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W02.19.0008/II 's-Gravenhage, 15 februari 2019 Bij Kabinetsmissive van 16 januari 2019, no.2019000061, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van Ecuador; Brussel, 11 november 2016 (Trb. 2016, 191 – Heruitgave), met toelichtende nota. Het protocol wijzigt de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds en Colombia en Peru anderzijds(hierna: het vrijhandelsverdrag). Tevens regelt het de toetreding van Ecuador tot dat verdrag. De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de goedkeuringsprocedure van het protocol. In verband daarmee het wenselijk de toelichting aan te passen. Uit de voordracht blijkt dat de ministerraad heeft vastgesteld dat het Protocol niet zal gelden voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten en evenmin Aruba, Curaçao en Sint Maarten anderszins raakt. In de toelichting wordt deze vaststelling niet toegelicht, en enkel herhaald dat het protocol alleen zal gelden voor het Europese deel van het Koninkrijk. De Afdeling merkt op dat het vrijhandelsverdrag, dat door het protocol wordt gewijzigd, bij rijkswet is goedgekeurd. Uit de voordracht van die rijkswet blijkt dat de rijksministerraad had vastgesteld dat het vrijhandelsverdrag niet zal gelden voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten, maar dat het vrijhandelsverdrag deze landen wel anderszins raakt. De rijkswet is gelijktijdig met het overleggen aan de Staten-Generaal aan de staten van de Caribische landen overgelegd. In de toelichting op die rijkswet opgemerkt dat Caribische landen worden geraakt, omdat Colombia en Peru in de nabije regio van Aruba, Curaçao en Sint Maarten liggen. Daarbij gaf de toelichting overigens aan dat maar een minimaal effect was te verwachten voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het verdrag zal immers niet van toepassing zijn op de feitelijke handelsbetrekkingen tussen de Caribische delen en de Zuid-Amerikaanse verdragspartijen. Bovendien was de (toenmalige) onderlinge handel tussen deze landen minder dan vier procent van hun totale handelsbalans. Naar verwachting zal dit ook gelden voor hun handel met Ecuador. De Afdeling merkt op dat het voor de hand ligt om bij de (stilzwijgende) goedkeuring van het protocol de ‘rijksprocedure’ te volgen, nu die ook is gevolgd bij de (uitdrukkelijke) goedkeuring van het vrijhandelsverdrag. Het protocol ziet immers op de wijziging van dat vrijhandelsverdrag, zodat de goedkeuring van het protocol de Caribische landen opnieuw raakt. Verder ligt ook Ecuador in de nabije regio van de Caribische landen, en raakt het sluiten van het protocol hen ook in die zin. De toelichting op het verdrag motiveert niet waarom het protocol de landen nu niet raakt, en ook niet waarom dat betekent dat kan worden afgezien van de ‘rijksprocedure’ voor stilzwijgende goedkeuring. De Afdeling adviseert de toelichting in het licht van het voorgaande aan te passen, en zo nodig de voorgestelde stilzwijgende goedkeuring te doen bij ‘rijksprocedure’. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het verdrag en adviseert daarmee rekening te houden voordat het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal wordt overlegd. De vice-president van de Raad van State, Trb. 2012, 178. Artikel 1 van het protocol. In het licht van artikel 2, derde lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Kamerstukken II 2012/13, 33 467, nr. 1. Memorie van toelichting, Kamerstukken II 2012/13, 33 591, nr. 3, p. 33. Memorie van toelichting, Kamerstukken II 2012/13, 33 591, nr. 3, p. 7/8. PAGE 2 ........................................................................ ........... AAN DE KONING