Het bericht ‘TU Eindhoven stelt wetenschappelijke vacatures alleen open voor vrouwen’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D26482, datum: 2019-06-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z12811).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: Z. El Yassini, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van zaak 2019Z12811:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: Z. El Yassini, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.Z.C.M. Tielen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z12811
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius, Tielen en El Yassini (allen VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «TU Eindhoven stelt wetenschappelijke vacatures alleen open voor vrouwen» (ingezonden 20 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «TU Eindhoven wil alleen vrouwen aannemen»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat bij het vervullen van wetenschappelijke vacatures de eerste prioriteit behoort te liggen bij de onderwijs- en onderzoekskwaliteit en -capaciteit en minder bij het geslacht van de medewerkers? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat er een verschil zit tussen enerzijds voorkeursbeleid en anderzijds uitsluiting op basis van geslacht, zoals de TU Eindhoven gaat doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
In hoeverre botst het voornemen van de TU Eindhoven om mensen van een bepaald geslacht uit te sluiten van sollicitatie met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod uit artikel 1 van de Grondwet? Bent u bereid juridisch te laten toetsen of het beleidsvoornemen van de TU Eindhoven een vorm van arbeidsmarktdiscriminatie is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Welke redenen benoemt de TU Eindhoven zelf voor het feit dat het de universiteit niet eerder gelukt is om het gewenste percentage vrouwelijke wetenschappelijk medewerkers te behalen? Wat is er volgens hen anders dan bij andere technische universiteiten of bètafaculteiten?
Vraag 6
Welke maatregelen zijn uitgeprobeerd, maar waren naar eigen zeggen te weinig effectief? Wat is daar de reden voor? Is daar onafhankelijk onderzoek naar gedaan? Zo ja, kunt u dat met de Kamer delen?
Vraag 7
Bent u bekend met het Rathenau-onderzoek naar «vrouwen in de wetenschap»?2
Vraag 8
In hoeverre wijken de voor TU Eindhoven specifieke cijfers af van de hierin beschreven gemiddelde cijfers, als het gaat om het percentage vrouwen, de gemiddelde duur tussen promotie en hoogleraarschap, leeftijdsverschil bij aanstelling en vertrek, etc.?
Vraag 9
Wat is het percentage Nederlandse vrouwen van het totaal aantal promovendi in technische vakgebieden dat is gepromoveerd in de jaren 1995–2010?
Vraag 10
Wat is op dit moment in potentie het aantal Nederlandse vrouwen dat universitair docent, universitair hoofddocent of hoogleraar kan zijn in een technisch vakgebied? Hoe verhoudt zich dit tot het aantal vacatures dat de TU Eindhoven voorziet?
Vraag 11
Wat is de verwachting dat dit vacaturebeleid heeft op het aantal mannelijke sollicitanten?
Vraag 12
In hoeverre is het realistisch dat de TU Eindhoven gebruik zal maken van de door de universiteit benoemde «uitzonderingsmogelijkheid voor uitzonderlijke talenten»?
Vraag 13
Verwacht u dat dit beleid een belemmerend effect heeft op het verruimen van de capaciteit van onderzoek en onderwijs op het gebied van technische wetenschappen in Nederland? Zo ja, op welke wijze bent u bereid in te grijpen als die hoognodige capaciteit onder druk komt te staan?
Vraag 14
Welke meer inclusieve maatregelen kan de TU Eindhoven nemen om het percentage vrouwelijke wetenschappelijke medewerkers te vergroten? In hoeverre bent u bereid de TU Eindhoven te stimuleren meer inclusieve maatregelen te nemen?
Vraag 15
Gaat de TU Eindhoven ook een eventuele «onbalans» in haar personeelsbestand repareren op basis van andere factoren dan geslacht, zoals het hebben van een beperking, leeftijd, politieke en ideologische voorkeur, afkomst of sociale klasse? Zo ja, kunt u deze beslissing en de maatregelen die de TU Eindhoven hiertoe neemt toelichten? Zo nee, waarom vindt u het aanvaardbaar dat de TU Eindhoven de benoemde «onbalans» op basis geslacht belangrijker vindt?