[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Verslag Raad voor Concurrentievermogen van 27 en 28 mei 2019

Bijlage

Nummer: 2019D26513, datum: 2019-06-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag Raad voor Concurrentievermogen van 27 en 28 mei 2019 (2019D26512)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag Raad voor Concurrentievermogen 27 en 28 mei 2019

Interne markt en Industrie

Competitiveness check -up – mededinging, concurrentievermogen en de
interne markt

Gedachtenwisseling

Tijdens de check-up is gesproken over mededinging, het
concurrentievermogen en de interne markt. De Commissie heeft aangegeven
dat voor een concurrerende Europese Unie een gelijk speelveld en gelijke
kansen voor concurrenten nodig zijn. Politieke, sociale en
technologische ontwikkelingen hebben grote veranderingen teweeg gebracht
die nieuwe uitdagingen met zich meebrengen, zo zijn er bijvoorbeeld
grote marktspelers ontstaan die startups overnemen. Het kan in de
toekomst nodig zijn om een actief beleid op te ontwikkelen om
concurrentie tussen bedrijven te vergroten. De Commissie benadrukte dat
het belangrijk is dat digitale platformen en de traditionele economie
zich aan dezelfde regels en standaarden moeten houden. Een aantal
lidstaten gaf aan dat het belangrijk is dat er aandacht is voor het mkb,
dat moet toegang hebben tot voldoende financiering. Ook is het
belangrijk om te blijven innoveren om concurrerend te kunnen blijven.
Lidstaten stelden dat de digitale economie nieuwe kansen biedt, maar dat
moet worden gewaakt voor een te grote marktmacht van digitale
platformen. Ten aanzien van mededinging en staatssteunregels gaven
enkele lidstaten aan de regels aan te willen passen om bedrijven te
steunen en om bedrijven beter te kunnen laten concurreren, om zo een
gelijk speelveld te creëren. Andere lidstaten gaven aan dat het
toepassen en handhaven van de huidige regels voor mededinging juist van
groot belang is en dat de regels niet moeten worden versoepeld.

Ik heb aangegeven dat de EU een gecoördineerde strategie moet hebben om
de concurrentiekracht van de eigen economie te versterken. Deze
strategie moet een integrale benadering van het interne markt-,
industrie- en innovatiebeleid bevatten. Hiervoor moeten
mededingingsregels niet worden versoepeld, maar wel kan worden
onderzocht of er verbeteringen nodig zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van
digitale platforms. Ook heb ik benadrukt dat het belangrijk is om ten
aanzien van derde landen het gelijk speelveld te bewaken en verbeteren
op het gebied van handel, publieke aanbestedingen en investeringen.
Daarbij moet worden gekeken naar het beschermen van de economische
veiligheid door onder meer buitenlandse investeringen te screenen. 

Raadsconclusies interne markt en industrie

Aannemen conclusies en beleidsdebat

De Raad heeft gesproken over twee sets raadsconclusies, een voor de
interne markt en een voor de industrie. De Commissie heeft benadrukt dat
de EU behoefte heeft aan kleine, sterke bedrijven, zoals startups kunnen
zijn. De EU moet voortgang boeken om bij te blijven ten opzichte van
derde landen, de Commissie gaf aan dat hiervoor een geïntegreerde
aanpak nodig is met aandacht voor zowel de interne markt als de
industrie. Vooral bij diensten ziet de Commissie nog veel mogelijkheden
om de werking van de interne markt te verbeteren. Handhaving is nodig om
de interne markt goed te laten werken. Daarnaast is samenwerking rondom
strategische waardeketens, waaronder bij de vorming van Important
Projects of Common European Interest (IPCEI), belangrijk. De Commissie
gaf verder aan dat uit overleg binnen het Strategic Forum IPCEI is
gebleken dat er behoefte is aan innovatieprojecten op grote schaal en
dat fragmentatie moet worden voorkomen. De conclusies sluiten hierbij
aan. De conclusies voor de interne markt roepen op tot het verder
verbeteren van de interne markt en het adresseren van belemmeringen op
basis van feiten en behoeften uit de praktijk. Ook de werking van de
huidige interne marktinstrumenten en verbeteren van de toepassing en
handhaving van de huidige interne marktregels zijn opgenomen in de
internemarktconclusies. In de industrieconclusies is het belang van
Europese samenwerking in grootschalige projecten waar
sleuteltechnologieën opgenomen. Ook het belang van het innovatie- en
onderzoeksbeleid en het industrie- en klimaatbeleid is goed weergegeven.
Tevens wordt het Europese instrumentarium, zoals Horizon Europe en de
hierin geïntroduceerde Europese Innovatieraad (EIC), voor (de
toepassing van) innovaties in het mkb en startups en scale-ups vermeld
in de conclusies. 

De lidstaten hebben van gedachten gewisseld en noemden onder andere
digitale belastingen, diensten, strategische waardeketens, IPCEI,
handhaving en implementatie en betere regelgeving. De lidstaten steunden
de conclusies en benadrukten het belang van bovengenoemde punten.
Meerdere lidstaten gaven aan dat ook lidstaten zelf nationale
belemmeringen moeten wegnemen, samenwerking tussen de Commissie en
lidstaten is daarvoor nodig. Ook gaven ze aan dat het belangrijk is om
de relatie diensten en industrie samen te bekijken en niet afzonderlijk.
Een aantal lidstaten gaf aan dat samenwerking in strategische
waardeketens belangrijk is. Een aantal lidstaten noemde de
batterijenalliantie als goed voorbeeld van samenwerking richting een
IPCEI. De Commissie gaf aan dat volgende allianties zich moeten
toespitsen op vernieuwende technologieën om daar wereldwijd koploper in
te worden. Ten aanzien van betere regelgeving gaven enkele lidstaten aan
dat het belangrijk is om bureaucratie te verminderen en dat een
onafhankelijke toezichtorganisatie belangrijk is. 

Ik heb ingestemd met beide sets conclusies en heb daarbij aangegeven dat
handhaving en implementatie belangrijk zijn voor het goed functioneren
van de interne markt en dat het scorebord daarbij een hulpmiddel kan
zijn. Ook heb ik aangegeven dat met name voor de dienstenmarkt
maatwerkoplossingen nodig zijn voor ondernemers. Ik heb aandacht
gevraagd voor een nieuwe strategie voor het industriebeleid, waarin
acties voor de EU moeten worden opgenomen die ertoe moeten leiden dat
sleuteltechnologieën die de basis vormen van Europa’s
concurrentievermogen worden versterkt. De focus moet daarbij liggen op
een agenda voor onderzoek, innovatie en technologie. Hiermee heb ik
uitvoering gegeven aan de motie Verhoeven en Buitenweg (Kamerstuk 23987,
nr. 340).

De raadsconclusies voor de interne markt en de raadsconclusies voor
industrie zijn beide met consensus aangenomen.

Raadsconclusies toerisme

Aannemen conclusies

De Raad heeft gesproken over de raadsconclusies toerisme. Een groot
aantal, met name zuidelijke, lidstaten gaf aan dat ze hoopten dat de
raadsconclusies voor toerisme zouden leiden tot meer samenwerking.
Daarnaast vroegen lidstaten aandacht voor connectiviteit, voor
subsidiariteit en communicatie over toerisme. De Commissie benadrukte in
haar interventie dat ze rekening zal houden met het
subsidiariteitsprincipe bij het uitwerken van beleid op het gebied van
toerisme. De conclusies zijn met consensus aangenomen.

Informele lunch

Tijdens de lunch is gesproken over verdieping van de interne markt door
grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van publieke en private
aanbestedingen. Ik heb aangegeven dat samenwerking bij publieke
aanbestedingen een positieve ontwikkeling is, en dat het hierbij van
belang is dat ook het mkb de mogelijkheid moet hebben om deel te kunnen
nemen. Ook heb ik aandacht gevaagd voor aanbestedingen in het sociaal
domein en heb ik aangegeven dat het goed zou zijn om de
Aanbestedingsrichtlijn op dit punt te evalueren. Ten slotte heb ik
aangegeven dat ik wederkerigheid steun, maar dat ik wel vragen heb bij
het International Procurement Instrument (IPI). Een gelijk speelveld
wereldwijd is immers meer dan alleen IPI.

Diversen

Onder de diversenpunten is een overzicht gegeven van de afgeronde
wetsvoorstellen consumentenpakket, vennootschapsrecht, en veiligheid van
voertuigen. Ook is gesproken over het meldingssysteem voor gevaarlijke
non-food producten (RAPEX), betere regelgeving en de Circular Plastic
Alliance. Daarnaast heeft het voorzitterschap een terugkoppeling gegeven
van een autoforum dat in Roemenië heeft plaatsgevonden en heeft het
aankomend Fins voorzitterschap een kort overzicht gegeven van haar
prioriteiten voor de onderdelen interne markt en industriebeleid van de
Raad voor Concurrentievermogen.

De Commissie gaf aan dat het bereikte akkoord op het consumentenpakket
een goede balans heeft tussen de rechten van consumenten en ondernemers
en dat het lidstaten veel flexibiliteit biedt voor verdere invulling.
Ten aanzien van RAPEX (vanaf december gaat dit Safety Gate heten) gaf de
Commissie aan dat RAPEX zorgt voor snelle uitwisseling van informatie
over gevaarlijke stoffen die zijn aangetroffen in een lidstaat en dat
ook niet-EU landen kijken of RAPEX kan worden overgenomen. Het is
belangrijk dat ook wordt gekeken naar online diensten en wat er op hun
platforms aangeboden wordt. Enkele diensten, zoals Amazon en Alibaba,
hebben zich hier al aan gecommitteerd en zij zullen onderzoeken wat er
op hun platform staat aan gevaarlijke non-food producten. 

Nederland heeft bij de terugkoppeling over het bereikte akkoord over
betere regelgeving aangegeven dat het voor de toekomst graag ziet dat de
Commissie strategisch gaat sturen door concrete ambities te formuleren
die er merkbaar voor zorgen dat regelgeving wordt verbeterd en dat
regeldruk wordt verminderd. Nederland heeft verder aangegeven groot
belang te hechten aan de Circular Plastic Alliance (CPA). Het is
belangrijk dat de industrie een actieve rol heeft gekregen in de
recycling van plastic en Nederland kijkt ernaar uit om verder samen te
werken met de Commissie, landen en de private sector om voortgang te
boeken op dit dossier. 

Het Roemeense voorzitterschap gaf aan dat tijdens het autoforum dat in
Roemenië heeft plaatsgevonden is gesproken over het zetten van stappen
richting CO2-neutraliteit. Ook is gesproken over verbeteringen in
productiesysteem, onderzoek, digitale transformatie en kunstmatige
intelligentie, die alle bijdragen aan de versterking van de
concurrentiekracht van de Europese sector. De Commissie gaf aan dat de
voortrekkersrol van de EU versterkt moet worden en verwijst naar een
routekaart die in maart 2019 is gepresenteerd. Ze gaf aan dat lidstaten
en industrie moeten samenwerken en dat aan het einde van dit jaar de
sector en lidstaten moeten voldoen aan de acties die in de routekaart
zijn opgenomen.

Het inkomende Fins voorzitterschap gaf aan dat ze eind september de
eerste strategische prioriteiten voor de periode 2019 – 2024 verwacht.
Kernpunten uit het programma zijn duurzaamheid, transparantie en actieve
communicatie. Finland zal deze uitgangspunten integreren in het eigen
werkprogramma en zet in op een sterke Europese basis voor welvaart en
concurrentiekracht. Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen zal
Finland op een integrale wijze kijken naar de interne markt en het
industriebeleid om een duurzame groei te bereiken. 

Ruimtevaart

Beleidsdebat en aannemen Raadsconclusies

De Raad heeft gesproken over het versterken van de rol van Europa op het
mondiale ruimtevaarttoneel. Commissaris Bienkowska stelde dat de
Europese ruimtevaartindustrie van absolute wereldklasse is, maar
waarschuwde ook dat op het gebied van ruimtevaart mondiaal veel
verandert. Overheden en bedrijven in de EU moeten dus mee veranderen
onder andere door nieuwe businessmodellen te gebruiken en een minder
risicomijdende houding aan te nemen. Ze benadrukte dat de EU haar
autonomie op strategisch belangrijke domeinen zoals autonome toegang en
gebruik van de ruimte niet uit het oog moet verliezen. Volgens
Commissaris Bienkowska is een duidelijke, gezamenlijke visie en ambitie
hierbij cruciaal. 

Tijdens het debat waren de lidstaten vrij eensgezind in hun
interventies. Nagenoeg alle lidstaten benadrukten het belang van
efficiënte samenwerking in Europa, waarbij duplicatie moet worden
voorkomen en er moet worden voortgebouwd op reeds bestaande kennis en
expertise. Coherentie tussen beleidsgebieden, complementariteit en
hechte samenwerking tussen ESA en de EU werden veelvuldig genoemd.
Vrijwel alle lidstaten onderstreepten het belang van strategische
autonomie ten aanzien van o.a. toegang tot de ruimte. Daarnaast vestigde
een aantal lidstaten de aandacht op mkb-participatie, regionale
samenwerking en het meer betrekken en ondersteunen van startups.

Nederland heeft in haar interventie het belang benadrukt van duidelijke
rolverdeling en hechte samenwerking tussen de EU en ESA, het open data
beleid van Copernicus, één gezamenlijke Europese koers en duidelijke
ambities voor de toekomst met bijpassende investeringen, en tenslotte
internationale samenwerking en global governance voor het adresseren
van mondiale vraagstukken zoals bijvoorbeeld klimaatverandering.

De raadsconclusies “Space as an enabler”, werden zonder verdere
opmerkingen aangenomen. Deze raadsconclusies zijn ook aangenomen in de
ESA-Raad en besproken in de direct aansluitende 9e formele EU-ESA
Ruimtevaart Raad. Deze formele raad was al negen jaar niet meer
georganiseerd en onderstreept het grote belang dat toegekend wordt aan
goede samenwerking tussen de EU en ESA door alle partijen. Het inkomend
voorzitterschap Finland gaf onder de diversenpunten een presentatie over
hun prioriteiten: het duurzame gebruik van ruimtevaart, de nieuwe
ruimtevaarteconomie en ruimtevaartoplossingen voor het Noordpoolgebied.

Onderzoek en innovatie als drijvende krachten achter een competitieve EU

Beleidsdebat

 

Het Roemeense voorzitterschap benadrukte dat onderzoek en innovatie
cruciaal zijn voor de toekomst van Europa en de uitdagingen die
geadresseerd moeten worden. Een goede verankering en inrichting van het
onderzoeks- en innovatiesysteem is dan ook van het grootste belang. Het
voorzitterschap vroeg de lidstaten zich uit te spreken over wat er nodig
is om de potentie van onderzoek en innovatie in Europa optimaal te
benutten. 

Een groot aantal lidstaten onderstreepte in het daaropvolgende debat het
belang van het nieuwe EU-Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie,
Horizon Europe, als centrale bouwsteen van onderzoek en innovatie in
Europa. Daaraan moeten de andere EU-fondsen en de nationale
investeringen ondersteunend zijn. Zo kan gebouwd worden aan een sociaal,
inclusief, technologisch innovatief en duurzaam Europa met een sterke
concurrentiepositie.

Zowel excellentie als inclusie werden erkend als kernwaarden voor
onderzoek en innovatie. In de bespreking hiervan werd door alle
aanwezige landen, behalve Hongarije, expliciet benoemd dat excellentie
daarbij de kern is van het Kaderprogramma en dat inclusie moet worden
gerealiseerd met de Structuurfondsen, gericht op het versterken van
cohesie en verhoging van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit van
lidstaten. De synergie tussen beide EU-fondsen blijft aandacht vragen,
waarbij specifiek benoemd werd dat de Smart Specialisation Strategies zo
goed mogelijk dienen aan te sluiten op het Kaderprogramma. Met het
Kaderprogramma slaagt Europa er goed in om een sterke basis te leggen
met excellent, fundamenteel onderzoek en sleuteltechnologieën en dat
moet goed gekoesterd worden. Om de concurrentiekracht van Europa te
verhogen benadrukten lidstaten dat de samenwerking over de gehele
onderzoeks-en innovatieketen belangrijk is om impact te bereiken.
Hierbij dient er ook aandacht te zijn voor nieuwe en bestaande
technologische ontwikkelingen en disruptieve innovatie. Bovendien is het
belangrijk om de verbinding te leggen met onderwijs, dat het menselijk
kapitaal van de toekomst voortbrengt. De disruptieve effecten van nieuwe
technologie op de arbeidsmarkt was daarbij voor landen een punt van
aandacht.

Ook het belang van nationale investeringen werd veelvuldig benoemd.
Europa moet vasthouden aan de doelstelling om 3% van het bbp te
investeren in onderzoek en innovatie om een verantwoordelijke
wereldleider te kunnen zijn. Ook het nationale beleid en de nationale
onderzoeks-en innovatiesystemen moeten continue en in samenhang
ontwikkeld blijven worden in het kader van de Europese Onderzoeksruimte,
omdat daarmee daadwerkelijk een krachtige, competitieve Europese
kenniseconomie gerealiseerd wordt. 

Nederland heeft conform het bnc-fiche Horizon Europe en de Nederlandse
MFK-positie benadrukt dat ook het Nederlandse kabinet onderzoek en
innovatie als cruciaal beschouwen voor de toekomst van Europa. Zowel
Europa, met een gebalanceerd en omvangrijk Kaderprogramma, als de
lidstaten moeten daarin investeren. Daarbij gaat het zowel om
fundamenteel onderzoek als om innovatie en samenwerking aan het oplossen
voor maatschappelijke uitdagingen en het bereiken van impact. Nederland
heeft daarbij een aantal initiatieven genoemd die daar nationaal aan
bijdragen: missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid, de Nationale
Wetenschapsagenda en het nationaal actieplan voor mkb en StartupDelta.
Tot slot benadrukte Nederland het belang van de samenwerking tussen
lidstaten in de ontwikkeling van het Europese onderzoek- en
innovatiesysteem, waarbij open science, waarderen en belonen van
onderzoekers en het benutten van alle talent in het bijzonder de
aandacht vragen.

Diversen

BIOEAST

De Slowaakse delegatie presenteerde mede namens tien andere lidstaten
een verklaring over het BIOEAST-initiatief. Dit initiatief moet leiden
tot een op kennis gebaseerde landbouw, aquacultuur en bosbouw in deze
landen. Met de verklaring benadrukken zij dat ze vooruitgang boeken door
deze sectorale samenwerking en ze hopen zo ook hun deelname aan het
Europese Kaderprogramma te kunnen verhogen.

Strategische Onderzoeks- en Innovatie-agenda voor de Zwarte Zee

Het voorzitterschap presenteerde de agenda die op de conferentie in mei
over onderzoek en innovatie in de regio rondom de Zwarte Zee is
vastgesteld. De deelnemende landen zullen samenwerken in projecten op
het gebied van “blue economy” om het potentieel van zeeën en
oceanen beter te kunnen benutten. 

Aanstaand Fins voorzitterschap

De Finse delegatie gaf een korte toelichting op de prioriteiten die het
Finse EU-voorzitterschap zal hebben op het terrein van onderzoek en
innovatie voor de tweede helft van 2019. Daarbij benadrukte Finland dat
hun nog aan te treden nieuwe kabinet die prioriteiten nog in belangrijke
mate zal moeten vaststellen. De nadruk zal liggen op duurzame groei en
de nog resterende onderhandelingen over Horizon Europe. Tevens wil
Finland zich inzetten voor het bredere belang van onderzoek en innovatie
voor Europese concurrentievermogen. 

 Inmiddels TechLeap.NL, zoals aangekondigd in Kamerstuk II 2637 nr. 374

 Tsjechië, Hongarije, Polen, Bulgarije, Kroatië, Roemenië, Slovenië,
Estland, Letland en Litouwen.

 PAGE   \* MERGEFORMAT 1