Tweede voortgangsbrief aanpak krapte op de arbeidsmarkt
Arbeidsmarktbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D26789, datum: 2019-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29544-926).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -926 Arbeidsmarktbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z13002:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-06-26 13:00: Arbeidsmarktbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-07-02 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-12 11:15: Debat over het tekort aan arbeidskrachten (Plenair debat (debat)), TK
- 2019-09-18 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-15 13:00: Arbeidsmarktbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 926 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2019
Voor een goed draaiende economie is het van belang dat de arbeidsmarkt goed functioneert. Werkgevers en werknemers moeten elkaar snel en gemakkelijk kunnen vinden. Tijdens de economische groei van de afgelopen jaren is echter duidelijk geworden dat dit nog niet altijd goed gaat. Bedrijven geven aan moeite te hebben met het vervullen van hun vacatures, terwijl er tegelijk nog mensen aan de kant staan. Het kabinet is volop aan de slag om de arbeidsmarkt te versterken, om zo de krapte aan te pakken en zoveel mogelijk mensen bij de arbeidsmarkt te betrekken. Dit doet het kabinet langs vier lijnen: door de structurele werking van de arbeidsmarkt te verbeteren, door mensen voor te bereiden op de transities van deze tijd, door iedereen in te schakelen die kan bijdragen en door sectorspecifieke uitdagingen aan te pakken met een sectorale aanpak.
Op 15 juni 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt.1 Op 26 november jl. heb ik u geïnformeerd over de voortgang van de aanpak van de krapte.2 Tijdens het debat Sociale Staat van Nederland van 23 januari jl. heb ik u toegezegd om de Kamer voor de zomer te informeren over de voortgang (Handelingen II 2018/19, nr. 44, item 3). Met deze brief ga ik, mede namens de Staatssecretaris van SZW, in op die toezegging. In deze brief geef ik per uitdaging aan wat de belangrijkste nieuwe ontwikkelingen zijn sinds mijn brief van 26 november jl. In de bijlage van de brief treft u een overzicht van de stand van zaken in één tabel aan3.
De krapte op de arbeidsmarkt neemt verder toe
De aanhoudende economische groei zorgt ervoor dat het aantal openstaande vacatures tot een recordhoogte is gestegen (277 duizend) in het eerste kwartaal van 20194. Tegelijk is het aantal werklozen in april 2019 verder gedaald tot 300 duizend (3,3%)5. In het eerste kwartaal van 2019 waren er per 100 werklozen 88 vacatures (figuur 1). Ongeveer een kwart van de ondernemers geeft aan dat de bedrijfsactiviteiten worden belemmerd door een tekort aan arbeidskrachten. Overigens verwacht het CPB dat de economische groei lager uitvalt in 2019 en 2020 en dus naar verwachting ook de groei van de werkgelegenheid.6
De krapte op de arbeidsmarkt benadrukt de uitdaging om zoveel mogelijk mensen bij de arbeidsmarkt te betrekken. Ook in de motie Van Weyenberg c.s.7, die aanleiding was voor het in kaart brengen van de aanpak van krapte, werd al gewezen op het nog onbenutte arbeidspotentieel. Het beeld van werkgevers die hard op zoek zijn naar extra handen is moeilijk te rijmen met de groep mensen die aan de kant blijft staan. Het vinden van een oplossing hiervoor klinkt eenvoudiger dan het is. Het vergt vaak iets extra’s om de match tussen deze mensen en de arbeidsmarkt te laten slagen.
Het kabinet is dan ook verheugd dat het onbenut arbeidspotentieel het afgelopen jaar verder is gedaald. Steeds meer mensen betreden de arbeidsmarkt en vinden de weg naar betaald werk. In het eerste kwartaal van 2019 biedt 71% van de potentiële beroepsbevolking zich aan op de arbeidsmarkt. Dit zijn ruim 9,2 miljoen mensen, 108 duizend meer dan een jaar eerder. Van deze 9,2 miljoen mensen hebben 8,9 miljoen mensen een baan. Er werken nu 162 duizend meer mensen dan begin 2018. Met name onder 45-plussers is het aantal werkenden toegenomen.8 Ook voor mensen met een arbeidsbeperking zijn er steeds meer mogelijkheden om toe te treden tot de arbeidsmarkt. In het kader van de banenafspraak zijn er tot en met het vierde kwartaal 2018 al ruim 53 duizend extra banen gecreëerd.9
Dat goede nieuws laat onverlet dat we stappen moeten blijven zetten.
1. De structurele werking van de arbeidsmarkt verbeteren
Door de structurele werking van de arbeidsmarkt te verbeteren kunnen vraag en aanbod elkaar sneller vinden. De werking van de arbeidsmarkt wordt verbeterd door werken aantrekkelijker en lonender te maken en de matching tussen werkzoekenden en werkgevers te verbeteren. Graag wijs ik op drie concrete stappen die het kabinet hiertoe recent heeft gezet.
Ten eerste is op 28 mei jl. het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (Kamerstuk 35 074) door het parlement aanvaard (Handelingen II 2018/19, nr. 32, item 12). Hiermee past het kabinet het arbeids- en socialezekerheidsrecht aan om een nieuwe balans op de arbeidsmarkt te bereiken tussen vast en flexibel werk. Ook op het terrein van de loondoorbetaling bij ziekte heb ik uw Kamer een pakket aan maatregelen voorgesteld. U bent hierover geïnformeerd in de brief van 20 december 2018.10 Wetgeving voor een deel van deze maatregelen is in voorbereiding. Voor de zomer zal ik uw Kamer nader informeren over de voortgang van het pakket loondoorbetaling bij ziekte.
Ten tweede is per 1 januari 2019 de eerste stap van de WIEG in werking getreden, namelijk de uitbreiding van het geboorteverlof naar 1 week. Hiermee boekt het kabinet voortgang in het vergemakkelijken van de combinatie van arbeid en zorg. Per 1 juli 2020 wordt het geboorteverlof verder uitgebreid met 5 weken met een uitkering ter hoogte van 70% van het dagloon.
Ten derde wordt op twee gebieden de matching tussen werkzoekenden en werkgevers verbeterd: de matchingssystematiek zelf en de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen verschillende dienstverleners.
Om de matchingsystematiek te verbeteren zet UWV zich vanaf dit jaar samen met onder andere CBS en VDAB vanuit het project Werkinzicht in op het ontwikkelen van een gedeelde set aan definities van competenties. Recent onderzoek11 heeft aangetoond dat matching op basis van competenties een grote meerwaarde kan hebben. Bij het toetsen op bruikbaarheid en mogelijke toepassingen werken zij samen met partners waaronder SBB, AWVN en meerdere regionale partijen.
Om de gegevensuitwisseling en samenwerking te verbeteren zijn UWV, VNG en SZW met ondersteuning van I-Interim Rijk een gezamenlijk traject gestart. Uit recent onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van SZW komt naar voren dat de gegevensuitwisseling in relatie tot matching beter kan en moet.12 Het rapport is gepubliceerd op rijksoverheid.nl13. Na de zomer wordt uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van dit traject.14
2. Mensen voorbereiden op de transities van deze tijd
Het kabinet ondersteunt mensen om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst. Dat begint bij het bevorderen van een bewuste studiekeuze en het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Vervolgens is het van belang dat mensen zich tijdens hun werkende leven blijven ontwikkelen. Het kabinet wil mensen stimuleren om zelf regie te nemen over hun loopbaan, zodat zij duurzaam inzetbaar blijven op de arbeidsmarkt.
Het bevorderen van een goede studiekeuze heeft blijvende aandacht. Met de Regeling Studiebijsluiter verplicht de Minister van OCW sinds maart dit jaar mbo-scholen een vergelijkbare en goed vindbare studiebijsluiter te hanteren, waarin eenduidige en objectieve informatie is opgenomen over opleidingen en de kansen van die opleidingen op de arbeidsmarkt. Deze informatie is tevens te vinden op de nieuwe website «Kies MBO», waar vo leerlingen, mbo studenten en ouders
informatie kunnen vinden over mbo-opleidingen, werkvelden/beroepen en kansen op de arbeidsmarkt. Daarnaast gaat het Expertisepunt LOB vo-mbo na hoe beschikbare arbeidsmarktinformatie beter benut kan worden in de studiekeuzebegeleiding en -voorlichting.
Ten aanzien van Leven Lang Ontwikkelen bent u op 3 juni jl. per brief geïnformeerd15 over de hoofdlijnen van het zgn. STAP-budget16, dat mensen de (financiële) mogelijkheid geeft zich te ontwikkelen om duurzaam inzetbaar te blijven en vitaal de pensioenleeftijd te behalen. Na de zomer zal uw Kamer worden geïnformeerd over de stand van zaken van het LLO-beleid en de hoofdlijnen van de uitwerking van motie van het lid Wiersma c.s.17, waarin wordt verzocht € 48 miljoen in te zetten voor het ondersteunen van werkgevers bij het stimuleren van de leercultuur in het MKB, en motie van het lid Heerma c.s.18, waarin wordt verzocht de sectoren landbouw, horeca en recreatie de komende 5 jaar tegemoet te komen met een investering in de scholing van werknemers van jaarlijks € 12 miljoen.
3. Iedereen inschakelen die kan bijdragen
Het kabinet wil iedereen inschakelen die kan werken. Het kabinet zet daarom breed in op het verhogen van de arbeidsparticipatie, met bijzondere aandacht voor mensen met een arbeidsbeperking en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
In de brief van 23 mei jl. bent u geïnformeerd over de stand van zaken van de uitwerking van de verschillende onderdelen van het Breed Offensief19. Om de arbeidsmarktkansen van mensen met een arbeidsbeperking te vergroten is o.a. gewerkt aan voorstellen voor verbetering en vereenvoudiging van loonkostensubsidie, voor meer waarborgen voor ondersteuning en harmonisering van instrumenten en voor het wegnemen van knelpunten bij de uitvoering van de no-riskpolis bij loonkostensubsidie. Ook zijn stappen gezet in het project «Simpel Switchen in de Participatieketen». Een aantal van de genoemde maatregelen leidt tot aanpassingen van wet- en regelgeving. Het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong is op 28 mei jl. bij de Tweede Kamer ingediend.20 Streven is om het wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet in de tweede helft van 2019 aan uw Kamer aan te bieden. Datzelfde geldt voor wijziging van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten.
Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt biedt Perspectief op Werk een extra impuls aan de arbeidstoeleiding van mensen die willen en kunnen werken, maar niet zelfstandig de weg naar werk vinden. In februari 2019 is een oproep uitgegaan naar de arbeidsmarktregio’s om voor 15 juli 2019 met een regionaal actieplan voor Perspectief op Werk te komen. Wanneer een actieplan voldoet aan de inhoud van de Intentieverklaring van Perspectief op Werk, zal er per regio 1 miljoen euro beschikbaar worden gesteld. Bij goede voortgang van de uitvoering van de doe-agenda van Perspectief op Werk wordt in 2020 nogmaals 1 miljoen aan de arbeidsmarktregio toegekend.
Ook mensen met een uitkering kunnen een afstand tot de arbeidsmarkt ervaren, terwijl ook zij hard nodig zijn om de vacatures te vervullen. Voor sommige mensen in de WW is scholing een effectief middel om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Met het tijdelijk scholingsbudget kan het UWV scholingstrajecten inkopen die scholing richting een krapteberoep, of een baangarantie of -intentie van een werkgever, bieden. Samen met UWV heb ik gekeken hoe we het gebruik hiervan kunnen verbeteren. Er is meer ruimte voor maatwerk gevonden in een hogere financiële bijdrage en een langere duur van de scholing. Deze aanpassingen worden op zeer korte termijn verwerkt in de regeling. Over het gebruik van de regeling op dit moment zal ik u nog voor het zomerreces informeren.
4. Een sectorale aanpak voor sectorspecifieke uitdagingen
Tot slot pakt het kabinet, samen met sectorale partners, de krapte aan in de sectoren waarin de overheid zelf werkgever is (zoals het Rijk, defensie en politie) of waarin de overheid de randvoorwaarden voor werkgevers sterk beïnvloedt (zoals zorg en onderwijs). Daarbij monitort het kabinet voortdurend of de inspanningen voldoende zijn.
Via de tweede voortgangsrapportage over het actieprogramma Werken in de Zorg van 23 mei jl. bent u geïnformeerd over het actieprogramma Werken in de zorg.21 Voor de zomer wordt uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de aanpak van het lerarentekort. Ook wordt u deze zomer geïnformeerd over het samenwerkingsverband binnen het veiligheidsdomein, dat gezamenlijk uitdagingen op de arbeidsmarkt aanpakt.
In de aanpak van de sectoren wordt actief beleid gevoerd om werkzoekenden naar een baan in de zorg en het onderwijs te begeleiden.22 In de sector Zorg en Welzijn wordt door werkgeversorganisaties Actiz en VGN, de koepels van Vso- en Pro scholen, Divosa, UWV en Regioplus een extra stimulans gegeven aan de instroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de regio Amsterdam, Arnhem en Zeeland laten projecten om mensen in te laten stromen op betaalde banen in de zorg al resultaten zien. Er komen ruim 400 banen bij in veelal ondersteunende functies zoals de woonhulp, de huiskamerassistent en welzijnsfunctionarissen met korte trainingsprogramma’s en begeleiding om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt stap voor stap klaar te stomen voor de baan.
Ook binnen het onderwijs worden door partijen aan de landelijke tafel, onder voorzitterschap van OCW, activiteiten ingezet.23 Zo is onderdeel van de aanpak van het lerarentekort dat het Participatiefonds samen met UWV acties in gang zet om stille reserves24 en andere werkzoekenden te interesseren voor een baan in het onderwijs. Sinds vorig jaar werkt het Participatiefonds aan een nieuwe aanpak om 1.000 leraren met een uitkering te begeleiden naar een baan. Dat is al bij ongeveer 500 leraren gelukt. Via het project Baanbrekers ondersteunen PO- en VO-raad scholen in het primair en voortgezet onderwijs bij het creëren van passende functies voor de doelgroep van de banenafspraak.
Tot slot
Het kabinet kan krapte niet oplossen, maar wel, samen met andere partners, zijn uiterste best doen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Ik heb er vertrouwen in dat we hiermee niet alleen in tijden van hoogconjunctuur de werking van de arbeidsmarkt verbeteren, maar ook profiteren van de ingezette koers mocht de economische groei afnemen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Kamerstuk 29 544, nr. 834.↩︎
Kamerstuk, 29 544, nr. 850.↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎
CBS (2019) Krapte arbeidsmarkt neemt verder toe.↩︎
CBS (2019) Werkloosheid verder gedaald naar 300 duizend.↩︎
CPB (2019) Centraal Economisch Plan 2019.↩︎
Kamerstuk 34 775 XV, nr. 56.↩︎
CBS (2019) Meer werkenden in februari.↩︎
UWV (2019) Regionale trendrapportage Banenafspraak.↩︎
Kamerstuk 29 544, nr. 873.↩︎
Bijvoorbeeld de data-analyse over verborgen matches op de arbeidsmarkt, uitgevoerd door Deloitte in samenwerking met AWVN en het UWV. Uw Kamer heeft mij tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 17 april jl. verzocht te reageren op dit onderzoek en wat er momenteel speelt op het gebied van matchingssystematiek. Hiermee voldoe ik aan dat verzoek.↩︎
KPMG, Gegevensuitwisseling Matchen op werk (MoW), 16 april 2019.↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/áie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/rapporten/2019/06/20/gegevensuitwisseling-matchen-op-werk-mow.↩︎
Dit is reeds gemeld in Kamerstuk 34 352, nr. 163.↩︎
Kamerstuk 30 012, nr. 111.↩︎
De afkorting staat voor Stimulans Arbeidsmarktpositie.↩︎
Kamerstuk 35 074, nr. 45.↩︎
Kamerstuk 35 074, nr. 50.↩︎
Kamerstuk 34 352, nr. 163.↩︎
Kamerstuk 35 213, nrs. 1–4.↩︎
Kamerstuk 29 282, nr. 361.↩︎
Hiermee wordt tevens tegemoet gedaan aan de motie Smeulders c.s. (Kamerstuk 29 544, nr. 881)↩︎
De partijen aan de Landelijke Tafel Lerarentekort zijn naast OCW de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, VH, VSNU, AVS, CNV, FvOv, G4 en afhankelijk van de agenda ook het Participatiefonds en UWV.↩︎
Personen met een lesbevoegdheid die momenteel in een andere sector werken of niet werken.↩︎