Uitkomsten Bestuurlijk Overleg Groningen van 5 juni 2019 en invulling ingediende moties en toezeggingen gedaan tijdens het debat over de aardbeving in Groningen van 4 juni 2019
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2019D27516, datum: 2019-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-664).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Mede ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Assessment stand van zaken versterken
- Besluitenlijst Bestuurlijk Overleg Groningen 5 juni 2019
- Overzicht versnellingsmaatregelen
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -664 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2019Z13399:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Medeindiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-07-02 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-07-04 14:10: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
33 529 Gaswinning
Nr. 664 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2019
Met deze brief informeren wij u over het Bestuurlijk Overleg van 5 juni jl. Ook geven wij met deze brief invulling aan de op 4 juni jl. ingediende moties van CDA (Kamerstuk 33 529, nr. 629) en 50PLUS (Kamerstuk 33 529, nr. 642) en gedane toezeggingen.
Bestuurlijk overleg 5 juni
Op 5 juni jl. vond een Bestuurlijk Overleg Groningen plaats met de regionale overheden en de maatschappelijke organisaties. Het overleg stond in het teken van de versnellingsmaatregelen voor versterken, schadeherstel, afbouw gaswinning en een maatregelenpakket voor ondersteuning van bewoners. Als bijlagen treft u de besluitenlijst en het assessment van Boston Consulting Group (BCG)1.
Versnellingsmaatregelen
BCG heeft op verzoek van het Bestuurlijk Overleg voor het overleg van 5 juni jl. een voorstel gepresenteerd met betrekking tot een groot aantal versnellingsmaatregelen voor de versterkingsaanpak en schadeafhandeling. In dit indicatieve overzicht, dat als bijlage 3 is bijgevoegd2, zijn deze versnellingsmaatregelen voorzien van gewenst resultaat en waar mogelijk met een indicatie van het moment waarop deze maatregelen moeten zijn gerealiseerd. Met toezending van dit indicatieve overzicht geven wij ook invulling aan motie 50PLUS (Kamerstuk 33 529, nr. 642). In het Bestuurlijk Overleg is besproken welke versnellingsmaatregelen het meest bij dragen aan het verhogen van het tempo van de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie. Ten behoeve van het versnellen van de schadeafhandeling is inmiddels de stuwmeerregeling van kracht gegaan, hierover is uw Kamer op 13 juni jl. geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 644).
De voorgestelde maatregelen voor versnellen van versterking zijn allen in het Bestuurlijk Overleg geaccordeerd. Momenteel wordt het overzicht in overleg met de regio nader geconcretiseerd in oplevermomenten, tijdlijnen, eigenaren en getoetst aan haalbaarheid in de tijd. Over de concretisering en planning van het maatregelenoverzicht wordt besloten tijdens het eerstvolgende Bestuurlijke Overleg met de regio die wordt gehouden in de week van 8 juli a.s. Over de uitkomst wordt uw Kamer geïnformeerd.
Opvolging SodM-advies n.a.v. Aardbeving Westerwijtwerd
Tijdens het debat van 4 juni jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21) is motie van het lid Agnes Mulder (Kamerstuk 33 529, nr. 629) ingediend. In de motie wordt de regering verzocht het advies van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) van 28 mei jl. op te volgen waar dit bijdraagt aan de versnelling van de aanpak van de meest risicovolle huizen, en de Kamer over de voortgang te informeren.
Het Westerwijtwerdadvies pleit om de winning verder terug te brengen, de versterking te versnellen en te komen met een gezamenlijke crisis-aanpak van schadeafhandeling en versterking. Wij delen de urgentie van het advies. De aardbeving in Westerwijtwerd onderstreept nogmaals het gezamenlijke belang van Rijk en regio om vaart te maken met oplossen van de aardbevingsproblematiek. Het advies bevat drie delen, deze worden hieronder per onderdeel toegelicht.
1. Terugbrengen gaswinning
SodM heeft geadviseerd om de gaswinning al in het gasjaar 2019/2020 af te bouwen naar 12 miljard Nm3. De Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft aangegeven de motie van het lid Agnes Mulder te lezen zoals de motie van het lid Yesilgöz-Zegerius (Kamerstuk 33 529, nr. 626), waarin wordt opgeroepen alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk de vraag naar Groningengas terug te brengen tot onder de 12 miljard Nm3.
De Minister van EZK heeft uw Kamer op 17 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 660) geïnformeerd over mogelijke maatregelen om de gaswinning komend gasjaar tot 12 miljard Nm3 af te bouwen. Het lid Agnes Mulder heeft mij tijdens het debat van 4 juni jl. verzocht om de dilemma’s met betrekking tot leveringszekerheid in kaart te brengen en de keuzes aan de Tweede Kamer voor te leggen. In deze brief is daarom ook ingegaan op deze dilemma’s en zijn de gevolgen van het afsluiten van grootverbruikers inzichtelijk gemaakt. Eind juli levert Gasunie Transport Services (GTS) een definitief advies op over de mogelijkheden om volgend gasjaar de gaswinning te beperken tot 12 miljard Nm3. SodM wordt hierna door de Minister van EZK gevraagd een analyse te maken voor de veiligheid. Daarnaast wordt ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) betrokken bij de uitwerking van de maatregelen. Beide adviezen zal de Minister van EZK betrekken bij het definitieve vaststellingsbesluit, dat de Minister van EZK voor 1 oktober 2018 neemt.
2. Verbeteren randvoorwaarden voor snelheid en besluit versterken gebouwen Groningen
Met het Besluit versterking gebouwen Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 609), zijn de taken en verantwoordelijkheden verduidelijkt en helder belegd bij partijen die daar het beste voor zijn toegerust. Helderheid over deze verdeling van verantwoordelijkheden is randvoorwaardelijk voor een daadkrachtige afhandeling.
Zo wordt de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) in positie gebracht als een slagvaardige uitvoeringsorganisatie en zal de NCG de ontwikkeling van de versnellingsmaatregelen als een typologie-aanpak, aannemersvariant en beoordeling op basis van «expert-judgement» oppakken. Kortom, niet meer per gebouw lang doorrekenen, maar zo snel mogelijk aan de slag met de daadwerkelijke versterking.
Uitgaande van deze verdeling van verantwoordelijkheden delen wij de mening van SodM dat duidelijkheid moet worden geboden over de mandaten, en met name dat de NCG in positie moet zijn om de operatie ter hand te nemen met de gemeenten als opdrachtgever. De NCG krijgt van de Minister van EZK het mandaat om alles te kunnen doen ter uitvoering van het Besluit versterking gebouwen Groningen wat nodig is voor de veiligheid. Hiertoe wordt het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019 aangepast, conform de afspraken die hierover zijn gemaakt tijdens het Bestuurlijk Overleg.
Deze aanpassing staat binnenkort in de Staatscourant en treedt met terugwerkende kracht inwerking op 5 juni 2018, tegelijk met de inwerkingtreding van het Besluit versterking gebouwen Groningen.
Dit mandaat brengt de directeur NCG in de gelegenheid om zelfstandig beslissingen te nemen voor het versterken van gebouwen in Groningen. Hij is bevoegd om – met inachtneming van het normbesluit als bedoeld in artikel 8 van het Besluit versterking gebouwen Groningen – alle beslissingen te nemen in de versterkingsoperatie die nodig zijn voor de veiligheid in Groningen. Hierbij geldt dat er voor het aangaan van financiële verplichtingen geen financieel maximum is. Zoals de Minister van BZK al in het debat van 4 juni jl. heeft aangegeven (Handelingen II 2018/19, nr. 88, item 21), kan de NCG gebruik maken van een escalatieroute indien er knelpunten ontstaan die de NCG niet kan beslechten.
1581
Zoals in de brief aan uw Kamer van 3 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 639) is gecommuniceerd, worden de versterkingsadviezen van de huizen met verhoogd (P50) en licht verhoogd (P90) risicoprofiel binnen batch 1581 uitgevoerd. Aanvullend wordt, zoals SodM adviseert, getoetst of een herbeoordeling van een deelverzameling van de overige groep huizen binnen 1581 wezenlijk nieuwe inzichten oplevert.
3. Vormgeven crisisaanpak
In lijn met het advies van SodM is met de regio afgesproken om een crisisaanpak te ontwikkelen. Het maatregelenpakket ziet toe op deze crisisaanpak. Met het hiervoor gesproken mandaat aan de NCG wordt hier eveneens invulling aan gegeven. Daarnaast wordt in dit kader door het Ministerie van BZK, thans in overleg met de regio, een inventarisatie gemaakt naar de mogelijkheden om in wetgeving, naar analogie van de Crisis- en herstelwet, het besluitvormingsproces te versnellen. Door het mogelijk te maken dat de Uitvoeringsorganisatie en gemeenten kunnen afwijken van procedures kan een versnelling worden gerealiseerd.
Graag willen wij benadrukken dat het gaat om een groot aantal complexe maatregelen. De regio en het Rijk streven hierbij naar maximale snelheid, maar onderkennen tegelijkertijd dat deze maatregelen, zelfs in een crisisaanpak, niet alle van vandaag op morgen zijn geregeld. Zo zijn er nu slechts een beperkt aantal typologieën beschikbaar voor de typologieënaanpak; dit aantal moet zo snel mogelijk worden uitgebreid. Ook vereist het uitgebreide mandaat van de NCG een nieuwe regeling. Deze wordt zo snel mogelijk opgeleverd.
Toezegging schade: navraag bij TCMG
Tijdens het debat van 4 juni jl. heeft het lid Agnes Mulder de Minister van EZK een aantal vragen gesteld, waarop is toegezegd terug te komen. De eerste vraag van het lid Agnes Mulder betrof de complexe schadegevallen en welke versnelling de TCMG daar op in gaat zetten.
Aanvragers met een complex schadegeval vallen onder de stuwmeerregeling. Daarnaast is recent een versnelling doorgevoerd door uitbreiding van het aantal onafhankelijke deskundigen die complexere schades kunnen beoordelen. Hierdoor kunnen meer uitzonderlijke gevallen worden afgehandeld.
De tweede vraag had betrekking op het aantal betrokken aannemers bij de aannemersvariant. De TCMG voert de aannemersvariant nu uit met 8 aannemersbedrijven (hierna: bouwbedrijven). Een bouwbedrijf heeft in de regel meerdere medewerkers die meerdere opnames per week verrichten.
Zoals gezegd worden er daarnaast gesprekken gevoerd om uiteindelijk te komen tot meer bouwbedrijven. Komende maand wordt uitgebreid naar 10 tot 12 bouwbedrijven en er wordt getracht dit verder uit te breiden naar 15 tot 20 bouwbedrijven. In de gesprekken met bouwbedrijven komt naar voren dat zij een afweging maken met andere beschikbare werkzaamheden in de markt, bijvoorbeeld ten behoeve van de versterkingsoperatie. Naast het werven van meer bouwbedrijven door de TCMG, wordt het binnenkort ook mogelijk dat bewoners een eigen aannemer kunnen aandragen aan de TCMG, mits die aan minimale kwaliteitseisen voldoet.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren