Uitstel beantwoording vragen van het lid Groothuizen over onevenredige consequenties van het strafblad
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D27998, datum: 2019-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3211).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2019Z11436:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: M. Groothuizen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3211
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over onevenredige consequenties van het strafblad (ingezonden 6 juni 2019).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 juni 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht ««Pedoseksueel delict» – dat staat er op het strafblad van een arts»?1
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen casussen, zoals die in het artikel worden beschreven? Kunt u daarbij ingaan op gevallen waarin de consequenties die het justitieel systeem kennelijk met zich mee kan brengen, onevenredig zijn ten opzichte van het daaraan ten grondslag liggende feit?2
Vraag 3
Herkent u het sturend optreden tijdens verhoren van de politie, zoals in het artikel verwoord? Zo ja, hoe vaak komt het voor?
Vraag 4
Benoemt het openbaar ministerie (OM) bij het transactievoorstel welke juridische consequenties daaraan zitten? Zo nee, bent u voornemens dat te gaan veranderen?
Vraag 5
Wat vindt u van de situatie, zoals in het artikel beschreven, waarin het OM op de vraag van de vader van de verdachte of dit gevolgen zou hebben voor zijn studie geneeskunde antwoordt «nee, dit heeft geen consequenties. Over een paar jaar verjaart dit en dan is het klaar»?
Vraag 6
Klopt het dat de kennis over de gevolgen van een Verklaring Omtrent het Gedrag niet aanwezig is bij officieren van justitie? Hoe is het met die kennis bij de administratief juridisch medewerkers van het OM die door de officieren van justitie zijn gemandateerd om een transactie aan te bieden?
Vraag 7
Wat is de procedure indien achteraf blijkt dat de schuldvaststelling van een strafbaar feit, waarvoor een schikking met de verdachte is getroffen, niet deugt? Welke mogelijkheden heeft het OM een strafblad aan te passen en wanneer wordt daartoe door het OM besloten?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over onevenredige consequenties van het strafblad (ingezonden 6 juni 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.