Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2018
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2019D28038, datum: 2019-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-28684-567).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -567 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2019Z13651:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-07-02 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-07-03 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-13 10:00: Georganiseerde criminaliteit/ondermijning (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-11-14 13:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 567 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27Ā juni 2019
Hierbij bied ik uw Kamer de voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs (OMGās) 2018 aan dat het Landelijk Strategisch Overleg OMGās (LSO) mij toezond1.
Uit de rapportage blijkt dat de integrale aanpak OMGās, ofwel criminele motorbendes, effect heeft. Enkele OMGās zijn het afgelopen jaar civielrechtelijk verboden en gebleken is dat deze verboden clubs aanzienlijk minder nadrukkelijk aanwezig zijn in de openbare ruimte. Ook het aantal incidenten waar de clubs bij betrokken zijn is afgenomen. Naast civiele en strafrechtelijke maatregelen zijn er ook de nodige bestuurlijke en fiscale maatregelen genomen tegen criminele motorbendes, concludeert de rapportage, welke maatregelen veelal zichtbaar zijn voor het publiek en het imago van onaantastbaarheid van de motorbendes onderuit halen. Tegelijkertijd constateert de rapportage ook dat deze integrale aanpak de OMG-problematiek nog niet volledig oplost. Nieuwe ontwikkelingen zorgen voor dat criminele motorbendes steeds meer versnipperd raken, er is nog een kleine stijging te zien in het aantal leden van OMGās, en de financiĆ«le stromen rondom deze motorbendes en OMG-leden zijn nog lastig inzichtelijk te maken.
2018 is een tamelijk succesvol jaar geweest, zo concludeer ik uit de rapportage, met name ook doordat nu ook Satudarah MC verboden is en het verbod van Bandidos MC in hoger beroep is bevestigd. Dat heeft zich de afgelopen maanden voortgezet. Op 29Ā mei jongstleden deed rechtbank Midden-Nederland uitspraak inzake het verzoek van het Openbaar Ministerie om Hells Angels MC te verbieden. De rechter heeft dat volledig gehonoreerd. Op 7Ā juni verbood rechtbank Noord-Nederland de OMG No Surrender MC in zijn geheel. Op 18Ā juni bevestigde bovendien het gerechtshof Den Haag het verbod van Satudarah MC. Ook dat alles zie ik als een succes van de partners in het LSO en het resultaat van hun doorzettingsvermogen. Het effect ervan is onder andere dat verboden clubs minder in de openbare ruimte worden gezien. Het verbieden van OMGās is onderdeel van de integrale strategie tegen criminele motorbendes en geeft een basis voor verdere integrale acties.
Er zijn inmiddels vier grote en een kleine OMG civielrechtelijk verboden. Met het verbieden van zoveel landelijke en internationale OMGās in hun geheel loopt Nederland in Europa voorop. Ik hoop dat dat andere landen inspireert om vergelijkbare maatregelen te nemen en zal daar bij gelegenheid ook over in gesprek gaan met collegaās.
Waar een verbod definitief is geworden kan dit strafrechtelijk gehandhaafd worden wanneer er sprake is van voortzetting, namelijk van een verboden organisatie (artikelĀ 140 lidĀ 2 Wetboek van Strafrecht). Maar ook wanneer een vonnis niet definitief is kan het gehandhaafd worden, namelijk civiel- en bestuursrechtelijk. Immers, zowel de Politiewet als de Gemeentewet als eventueel de lokale APV maakt het mogelijk om handhavend op te treden tegen uiterlijke verschijningsvormen in de openbare ruimte. Te denken valt aan het sluiten van clubhuizen, het in beslag nemen van uiterlijke kenmerken wanneer medewerking geweigerd wordt. Eventuele ride outs in clubkenmerken kunnen op die manier ook tegengehouden worden. In de praktijk vinden deze vormen van handhaving ook plaats in ik juich dat zeer toe.
Dat een aantal OMGās nu civielrechtelijk verboden is maakt een bestuurlijk verbod niet minder belangrijk. Het is immers van groot belang om een verbod onmiddellijk bij het ingaan ervan strafrechtelijk te kunnen handhaven en elke vorm van voortzetting tegen te kunnen gaan. De initiatiefwet van het lid Kuiken (PvdA) die nu in uw Kamer aanhangig is, heeft daarom de warme belangstelling van mij en mijn collega voor Rechtsbescherming.
Het LSO heeft in zijn rapportage al gesteld dat de aanpak van OMGās een kwestie is van lange adem. Ik onderschrijf dat en wil graag benadrukken dat de problematiek ook langs een andere kant benaderd wordt, namelijk via de integrale aanpak van ondermijning. Criminele motorbendes zijn, zoals de hierboven genoemde rechterlijke vonnissen ook uitwijzen, voluit betrokken in ondermijnende georganiseerde misdaad, zoals handel in verdovende middelen, afpersing, intimidatie en geweld jegens derden waaronder bestuurders. De maatregelen die ik genomen heb en nog zal nemen in de aanpak van ondermijnende criminaliteit zullen dus evenzeer criminele motorbendes treffen in hun verdienmodellen en bewegingsruimte en het lidmaatschap ervan onaantrekkelijker maken.
De aanpak van ondermijnende criminaliteit is van groot belang, het LSO en de daarin deelnemende partners zijn met de aanpak van de ondermijnde OMGās al ruim zeven jaar bezig, de voortdurende inzet en energie van het LSO zijn essentieel om het geweld, de criminaliteit en de ondermijnende activiteiten van OMGās in te perken. Ik moedig de partners in het LSO, waaronder de Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIECās) en de gemeenten, dan ook aan hun goede werk voort te zetten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.ā©ļø