Voortgangsrapportages mestbeleid
Mestbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D28361, datum: 2019-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33037-358).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Nieuwsbrief Dierlijke mest en mineralen 2018
- Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2017
- Voortgangsrapportage Handhaving en Uitvoering Mestbeleid 2018
Onderdeel van kamerstukdossier 33037 -358 Mestbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z13793:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-07-03 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-04 13:00: Mestbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-11-18 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
33 037 Mestbeleid
Nr. 358 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over een aantal rapportages over het mestbeleid. Het gaat om:
• Het rapport «Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie 2017», door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen Economic Research (bijlage 1)1;
• De «Voortgangsrapportage Handhaving en Uitvoering Mestbeleid 2018» (voortgangsrapportage) door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) (bijlage 2)2. De voortgangsrapportage bestaat uit vier monitoren: de Derogatiemonitor 2018, de Monitor Versterkte Handhavingsstrategie Mest 2018, de Monitor Handhaving Overige Onderdelen Mestbeleid 2018 en de Monitor Fosfaatrechtenstelsel 2018;
• Het artikel van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de definitieve fosfaat- en stikstofexcretiecijfers over 2018 (bijlage 3)3.
Met deze stukken geef ik uw Kamer een zo compleet mogelijk beeld van de uitvoering en handhaving van het mestbeleid en geef ik invulling aan verplichtingen uit de derogatiebeschikking en de staatssteunbeschikking van het fosfaatrechtenstelsel.
Derogatierapportage 2018
Jaarlijks stelt Nederland de zogenoemde derogatierapportage op, waarmee aan de Europese Commissie (EC) gerapporteerd wordt conform de voorwaarden in de Nederlandse derogatiebeschikking. Deze bestaat uit twee delen: het RIVM-rapport «landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie 2017» en de derogatiemonitor 2018.
Het RIVM-rapport laat onder meer zien dat de gemiddelde nitraatconcentratie op derogatiebedrijven in alle regio’s onder de 50 milligram nitraat per liter ligt. De hoogste nitraatconcentraties zijn in 2017 aangetroffen in de Lössregio (38 mg/l) en in dat deel van de Zandregio waar de derogatienorm van 230 kg N/ha (Zand 230) geldt (31 mg/l). In deze regio's komen veel (drogere) gronden voor, waar nitraat in mindere mate in de bodem wordt afgebroken en daardoor meer kan uitspoelen naar het grondwater. In de Veenregio is de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater over de gehele meetperiode stabiel en laag. In alle andere regio’s zijn de nitraatconcentraties gedaald over de gehele meetperiode.
De derogatiemonitor 2018 van RVO.nl en NVWA geeft weer dat voldaan is aan de verplichting van 5% administratieve en fysieke controles op de derogatiebedrijven in 2018. In 2018 is aan 17.986 bedrijven een derogatievergunning verleend. Het landelijk areaal landbouwgrond op derogatiebedrijven is het afgelopen jaar met 5% afgenomen naar 779.022 hectare. De naleving van de derogatievoorwaarden door bedrijven was met 99,8% hoog. Naar aanleiding van zowel de fysieke als administratieve controles zijn 32 derogatievergunningen ingetrokken.
Monitor Versterkte Handhavingsstrategie Mest 2018
Op 28 september 2018 heb ik de versterkte handhavingsstrategie mest aangeboden aan uw Kamer (Kamerstuk 33 037, nr. 311). Deze strategie is erop gericht om de naleving van de regelgeving bij de aanwending, transport en verwerking van mest te verbeteren. Kernelementen van de strategie zijn intensivering van samenwerking tussen verschillende toezichthouders en slimmer gebruik maken van moderne technologie. Er wordt ingezet op repressieve maatregelen, preventieve maatregelen en automatisering. De monitor versterkte handhavingsstrategie mest 2018 rapporteert de resultaten en voortgang op de versterkte handhavingsstrategie mest in 2018 en geeft tevens een kwalitatief beeld van de voortgang in de eerste helft van 2019.
Sinds september 2018 is er veel capaciteit ingezet om de activiteiten van dit verandertraject in gang te zetten. De risicogerichte aanpak binnen de drie aangewezen gebieden en op intermediairs en covergisters heeft in deze korte periode al successen opgeleverd. De individuele controles van RVO.nl en de NVWA hebben in de drie risicogebieden geleid tot 937 bestuurlijke sanctiemaatregelen. Daarnaast zijn in 2018 32 gezamenlijke controles door multidisciplinaire teams uitgevoerd.
Op het gebied van automatisering en digitalisering zijn ook stappen gezet. RVO.nl en de NVWA voeren data-analyses uit die gericht zijn op ondersteuning van handhaving en toezicht. Gegevens worden gekoppeld en risico’s worden in beeld gebracht om handhaving en toezicht gerichter in te zetten.
In het kader van fraudepreventie wordt vanuit de versterkte handhavingsstrategie mest ingezet op gedragsverandering en communicatie. Door middel van bijvoorbeeld een nitraatapp krijgen ondernemers meer inzichten de grond- en oppervlakte waterkwaliteit rondom hun bedrijf en de invloed van hun eigen handelen hierop.
Met de handhavingsstrategie geef ik mijn inzet weer om, samen met de partners in het publieke domein, de naleving van de mestregelgeving te verbeteren. Daarnaast is er ook het sectorplan van aanpak «Samen werken in een eerlijke keten» om fraude met mest tegen te gaan. Een voortvarende uitvoering van het sectorplan acht ik cruciaal, aangezien de aanpak van fraude immers in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de sector zelf is. Ik blijf dan ook nauwlettend toezien op de voortgang van dit proces, welke ook is opgenomen in deze monitor.
Monitor Handhaving Overige Onderdelen 2018
Naast de controles in het kader van de derogatiebeschikking en de versterkte handhavingsstrategie mest, hebben de NVWA en RVO.nl ook overige toezichts-, handhavings- en uitvoeringsactiviteiten in het kader van het mestbeleid uitgevoerd. De «Monitor Handhaving Overige Onderdelen Mestbeleid 2018» rapporteert de resultaten van deze activiteiten in 2018. In 2018 zijn op basis van de administratieve en fysieke controles van RVO.nl en de NVWA 2.258 bestuurlijke sanctiemaatregelen opgelegd.
Monitor Fosfaatrechtenstelsel 2018
Met de monitor fosfaatrechtenstelsel rapporteer ik conform de voorwaarden uit de staatssteunbeschikking die verbonden is aan het fosfaatrechtenstelsel (C(2017) 8483, artikel 138–140). In deze rapportage ga ik in op het totaal aantal rechten in de markt, de verdeling van de fosfaatrechten tussen grondgebonden en niet-grondgebonden bedrijven, het aantal verhandelde en afgeroomde rechten en de stand van zaken omtrent bezwaar en beroep. Ook ga ik in op de stand van zaken wat betreft de handhaving van fosfaatrechten. Voor veel van de gegevens komen de cijfers neer op een nulmeting, omdat het hier gaat om het eerste jaar dat het fosfaatrechtenstelsel in werking is getreden. Voor wat betreft bezwaar en beroep is wel een zo recent mogelijk beeld gegeven over de ingediende, afgehandelde en nog openstaande zaken.
Definitieve cijfers fosfaat- en stikstofexcretie 2018
Op 28 juni 2019 publiceert het CBS de definitieve fosfaat- en stikstofexcretie door de Nederlandse veestapel in 2018.
De totale fosfaatexcretie door de veestapel als geheel is in 2018 verder gedaald tot 162,0 miljoen kg, ruim onder het plafond van 172,9 miljoen kg. Ook de afzonderlijke sectoren blijven ieder onder het sectorale fosfaatproductieplafond. De daling van de nationale fosfaatexcretie komt grotendeels op conto van de melkveehouderij.
De totale stikstofexcretie door de veestapel als geheel daalt in 2018 naar 503,5 miljoen kg. Daarmee komt de nationale stikstofexcretie onder het plafond van 504,4 miljoen kg, terwijl deze zich in 2017 nog boven het plafond bevond. De stikstofexcretie door de melkveehouderij bevindt zich nog wel boven het sectorale plafond, maar is wel met 13,6 miljoen kg (4,5%) gedaald ten opzichte van 2017.Ik heb bovendien met de Europese Commissie de afspraak gemaakt dat bij de definitieve fosfaat- en stikstofexcretiecijfers gerekend mag worden met de gemiddelde fosfor- en stikstofgehaltes in het ruwvoer over de voorgaande vijf jaar, met weglating van de twee meest extreme jaren. Op die manier wordt het effect van extreme weersomstandigheden, zoals die zich vorig jaar voordeden, op de fosfaat- en stikstofexcretie gedempt. Bij toepassing van deze middeling komt de melkveehouderij op een stikstofproductie van 277,4 miljoen kg en daarmee ook onder het eigen sectorale stikstofplafond.
Melkvee | 84,9 | 86,6 | 78,7 |
Varkens | 39,7 | 37,5 | 37,7 |
Pluimvee1 | 27,4 | 27,5 | 25,9 |
Overig2 | 20,9 | 17,4 | 19,8 |
Totaal | 172,9 | 169,0 | 162,0 |
1 In 2017 inclusief eenden, in 2018 exclusief eenden 2 In 2017 exclusief eenden, in 2018 inclusief eenden |
Melkvee | 281,8 | 303,5 | 289,9 | 277,4 |
Varkens | 99,1 | 97,4 | 96,8 | nvt |
Pluimvee1 | 60,3 | 58,9 | 56,7 | nvt |
Overig2 | 63,2 | 52,4 | 60,2 | nvt |
Totaal | 504,4 | 512 | 503,5 | 489,9 |
1 In 2017 inclusief eenden, in 2018 exclusief eenden 2 In 2017 exclusief eenden, in 2018 inclusief eenden |
Doordat de fosfaatexcretie zich behoorlijk onder het plafond bevindt, zien we vooral voor de melkveehouderij dat de stikstofexcretie de beperkende factor is geworden als het gaat om de benutting van de ruimte binnen de productieplafonds. De aangekondigde sectoraanpak om de stikstofproductie naar beneden te brengen blijft daarmee onverminderd relevant (Kamerbrief 33 037 nr. 355, d.d. 24 mei 2019).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten