[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bestuurlijk signaal covergisting

Mestbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D30716, datum: 2019-07-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33037-364).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33037 -364 Mestbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z14953:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

33 037 Mestbeleid

Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN JUSTITIE EN VEILIGHEID

en Justitie en Veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2019

Op 16 mei 2019 heeft uw Kamer naar aanleiding van berichtgeving in de media over het wegmengen van afval in vergistingsinstallaties het kabinet verzocht het rapport «Covergisting: duurzame energie of afvallozing?»1 met een begeleidende brief van het kabinet naar uw Kamer te sturen. Wij komen met deze brief, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, tegemoet aan dit verzoek.

Rapport

Het rapport dat ingaat op de knelpunten en maatschappelijke risico’s rondom de wet- en regelgeving bij covergisting is een bestuurlijk signaal van het landelijk informatie en expertise centrum (LIEC), dat vertrouwelijk op 22 februari 2018 door de handhavingsdiensten aan de ministeries van Justitie en Veiligheid (J&V), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is aangeboden. In een bestuurlijk signaal wordt op basis van ervaringen uit een (opsporings-)onderzoek aandacht gevraagd voor de structurele knelpunten, kwetsbaarheden en omissies in legale maatschappelijke processen (bijvoorbeeld beleid of regelgeving), waardoor gelegenheid wordt geboden tot het plegen van (georganiseerde, ondermijnende) criminaliteit. Om te voorkomen dat kwaadwillenden gebruik maken van in de bestuurlijke signalen gesignaleerde leemtes in beleid of regelgeving of opsporingsgevoelige informatie, worden bestuurlijke signalen in beginsel niet openbaar gemaakt.

Op 19 oktober 2018 is bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid een Wob-verzoek ingediend dat ziet op vier bestuurlijke signalen (voorheen bestuurlijke dossiers) die het LIEC sinds 1 januari 2017 hebben bereikt. Uit een inventarisatie is gebleken dat het Wob-verzoek vier bestuurlijke signalen omvatte, waarvan dit rapport er één was. Het Kabinet heeft dit bestuurlijk signaal beoordeeld op grond van de Wob en gemeend het (gedeeltelijk) openbaar te maken. De opsporingsgevoelige informatie wordt conform de relevante weigeringsgronden van de Wob echter niet openbaar wordt gemaakt. De indiener van het verzoek is op 31 januari 2019 geïnformeerd. Uw Kamer is op 29 april 2019 geïnformeerd over deze beslissing, met in de bijlage van deze brief (Kamerstuk 31 409, nr. 235) het betreffende rapport.

Reactie kabinet

De Minister van LNV heeft, mede namens de ministers van J&V en van EZK en de Staatssecretaris van I&W, op 11 september 2018 gereageerd naar het LIEC. De brief naar het LIEC vindt uw Kamer als bijlage aan deze brief. In deze brief gaat het kabinet in op de aanbevelingen die worden gedaan in het rapport. Deze reactie is nog steeds actueel.

Sinds september

In de brief aan het LIEC wordt een drietal strafrechtelijke onderzoeken genoemd. De eerste zaak ligt ter beoordeling bij het OM. In de andere twee zaken is uitspraak gedaan, hierbij zijn geldboetes opgelegd (variërend van € 10.000,- tot € 100.000,-), is een fors bedrag (€ 1.000.000,-) ontnomen en is een directeur veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Recent heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat uw Kamer geïnformeerd naar aanleiding van een proces- en risicoanalyse naar de Regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE+) en Regeling Garanties van Oorsprong (GVO) uitgevoerd door Berenschot Groep B.V. (Kamerstuk 31 239, nr. 302). In deze brief is uw Kamer geïnformeerd over aanbevelingen om de risico’s bij vergisting te verkleinen en de stappen die zijn gezet om deze aanbevelingen te implementeren.

Het betreft de koppeling van de SDE+-subsidievoorwaarden aan de meststoffenwetgeving, waardoor accountants beter kunnen controleren op de biomassa input en op de 50/50 verhouding tussen mest en cosubstraten bij co-vergisters. Voldoen aan de meststoffenwetgeving is als SDE+-subsidievoorwaarde opgenomen, waardoor de subsidie kan worden gekort, stopgezet of ingetrokken als er overtredingen plaatsvinden. De samenwerking tussen RVO.nl en NVWA is geïntensiveerd, waardoor NVWA controles kan uitvoeren naar aanleiding van signalen van RVO.nl en RVO.nl de SDE+-subsidie kan aanpassen op basis van overtredingen die door de NVWA zijn geconstateerd.

Tenslotte wordt in de brief gemeld dat vanaf 2019 co-vergisting geen aparte categorie meer voor nieuwe SDE+-beschikkingen is, waardoor nieuwe co-vergisters binnen de SDE+ onder de categorie allesvergisting vallen.

RWS Leefomgeving heeft in 2018 de bestaande handreiking over co-vergisting aangepast en via Infomil beschikbaar gemaakt. De aangepaste handreiking draagt bij aan het verhogen van het kennisniveau van bevoegde gezagen en het werken aan een meer eenduidige uitvoering van de regelgeving.

Naar aanleiding van het bestuurlijk signaal en van concrete problemen met covergistingsinstallaties in een aantal regio’s wordt in de Werkgroep covergisting van het Bestuurlijk Omgevingsberaad (BOB) gewerkt aan acties om fraude door covergistingsinstallaties te bestrijden. In deze werkgroep zijn vanuit het BOB vertegenwoordigers actief van het Interprovinciaal Overleg, de provincies, het Openbaar Ministerie, de Unie van Waterschappen, het Ministerie van J&V en het Ministerie van I&W. Daarnaast zijn ook vertegenwoordigers van de ministeries van EZK en van LNV aangeschoven. De acties richten zich op het vergaren, delen en inzetten van informatie bij ketenpartners om zicht en grip te houden op co-vergisters, en daarnaast op het verbeteren van de samenwerking bij de uitvoering om zorg te dragen voor een integrale, risicogerichte aanpak van vergunningverlening, toezicht en handhaving en de subsidierelatie met co-vergisters. Daartoe worden nu al stappen gezet in de uitvoering, bijvoorbeeld het waar mogelijk aansluiten bij overleggen in de Regionale Informatie en Expertise Centra. Eind dit jaar zal het BOB de acties evalueren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎