Besluitvorming aanwijzing Curaçao
Evaluatie Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
Brief regering
Nummer: 2019D31032, datum: 2019-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34269-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
- Groeiakkoord. Naar hersteld vertrouwen en voor een welvarend Curaçao
- Toepassing artikel 25, eerste lid. Rijkswet financieel toezicht
Onderdeel van kamerstukdossier 34269 -5 Evaluatie Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten.
Onderdeel van zaak 2019Z15087:
- Indiener: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2019-09-05 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 09:30: Procedurevergadering commissie Koninkrijksrelaties (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2020-09-02 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 269 Evaluatie Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2019
Op vrijdag 12 juli jl. heeft de Rijksministerraad (RMR) besloten over de maatregelen die nodig zijn in verband met de financiële situatie van Curaçao. Ook heb ik op 12 juli jl. een onderlinge regeling getekend met Curaçao, waarin Nederland ondersteuning toezegt in de programma’s die Curaçao opzet om er financieel-economisch weer bovenop te komen. Middels deze brief informeer ik u hierover en stuur ik u de onderlinge regeling toe1. Tevens informeer ik u over de besluitvorming omtrent het verzoek van Curaçao om toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), en stuur ik u dit verzoek door, zoals toegezegd op 23 april jl.2
Aanwijzing
In de RMR van 12 juli jl. is geconcludeerd tot het geven van een aanwijzing aan Curaçao. Dit naar aanleiding van het advies van 1 april 2019 van het College financieel toezicht (Cft) aan de RMR. De inkomsten en uitgaven van Curaçao zijn al meerdere jaren niet in evenwicht. Cumulatief bedragen de tekorten over de jaren 2017 en 2018 volgens de huidige inzichten van het Cft inmiddels ANG 207,2 miljoen (ongeveer € 100 miljoen). Ook voor het jaar 2019 is de financiële situatie zorgelijk. Gezonde overheidsfinanciën zijn de basis voor economische ontwikkeling en stabiliteit. Het is daarom van groot belang voor de toekomst van het land dat Curaçao nu voortvarend stappen gaat zetten om haar begroting weer in evenwicht te krijgen en de opgelopen tekorten weg te werken. Het koninklijk besluit, houdende de aanwijzing aan het bestuur van Curaçao, zal worden gepubliceerd in het Staatsblad.
Onderlinge regeling
Kort na het uitgebrachte advies van het Cft over het geven van een aanwijzing, heb ik met Minister-President Rhuggenaath gesproken over dit advies. De financiële, economische en sociale problemen waar Curaçao mee kampt zijn in een lange reeks van jaren ontstaan en vergen een fundamentele aanpak. Curaçao heeft daarom in 2018 een Groeistrategie opgesteld, dat de contouren voor deze aanpak schetst. Er moeten niet alleen directe maatregelen genomen worden, maar er zijn ook structurele hervormingen nodig op terreinen van economie, overheidsfinanciën, compliance, overheidsapparaat, onderwijs, arbeidsmarkt, sociale zekerheid en zorg. Dat is een stevige opgave voor het land. Ik heb Curaçao daarom aangeboden hierbij te ondersteunen in het verlengde van het eerder gesloten samenwerkingsconvenant, waarover uw Kamer is geïnformeerd.3
De exacte invulling van de ondersteuning (technische assistentie) dient nog nader uitgewerkt te worden in een uitvoeringsagenda en is afhankelijk gesteld van de voortgang die wordt geboekt op het doorvoeren van de benodigde directe en structurele maatregelen. Voor het Kabinet is voorwaardelijk dat de geboden ondersteuning ook daadwerkelijk ingezet wordt om de overheidsfinanciën zo snel mogelijk weer op orde te krijgen, de economie een impuls te geven en noodzakelijke hervormingen door te voeren. De voortgang van de uitvoering van de afspraken zal halfjaarlijks geëvalueerd worden in een gezamenlijke, nog te bemensen, commissie. Het is van het grootste belang dat Curaçao nu onverkort werk gaat maken van de uitvoering van de maatregelen in de onderlinge regeling. Zonder structurele aanpak duurt de zorgelijke situatie van Curaçao voort.
Artikel 25
Op 27 maart jl. ontving de RMR het verzoek van Curaçao om de toepassing van artikel 25, eerste lid, van Rft. Op grond van dit artikel kan, indien dit nodig is in verband met het herstel van schade veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen (zoals natuurrampen), de RMR besluiten een land toe te staan af te wijken van de begrotingsnormen zoals genoemd in art 15 Rft. Curaçao deed dit verzoek in verband met de economische crisis in Venezuela. Om het verzoek van Curaçao beter te kunnen wegen, heb ik het Cft gevraagd te adviseren over de toepassing van art. 25 Rft. Hierop constateerde het Cft dat de economische problemen van Curaçao in belangrijke mate op Curaçao zelf liggen: noodzakelijke maatregelen om de economie te hervormen en de overheidsfinanciën structureel op orde te brengen zijn in het verleden onvoldoende geweest. Op basis hiervan is in de RMR van 12 juli jl. besloten dat het verzoek van Curaçao niet gehonoreerd kan worden.
Ik ben mij ervan bewust dat de crisis in Venezuela effecten heeft op het land Curaçao. Daarom heeft het kabinet bij Voorjaarsnota 23,8 miljoen euro vrijgemaakt voor crisisbeheersing in de regio en ondersteuning van de Benedenwindse eilanden in het kader van Venezuela. Dit bedrag is deels geoormerkt voor de respons op de bijstandsverzoeken van Curaçao.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops